Tel uit je winst

Iedere zondag krijg ik een brief in mijn mailbox van Diederik Samsom. Of van zijn communicatiedaviseur waarschijnlijk, maar in ieder geval kan ik wekelijks mee genieten van wat er zich in het leven en het hoofd van ons aller Diederik heeft afgespeeld. Afgelopen zondag ging zijn schrijven natuurlijk over de vrije artsenkeuze-rel in het kabinet. Hoopvol begon ik te lezen, want ik zat al dagen te wachten op iemand die mij nou eens duidelijk kon uitleggen wat er allemaal precies aan de hand is. Want er is inmiddels zoveel over gezegd, door zoveel verschillende mensen en op zoveel verschillende manieren, dat ík het door al het politieke gekonkel in ieder geval niet zo helder meer zie. Helaas bleek ook Samsom teleur te stellen, aangezien zijn epistel voornamelijk vol stond met holle frasen, waarin termen als ‘zoektocht’, ‘overhead’ en ‘integraal afstemmen’ voorkwamen. Ik overweeg mij in het nieuwe jaar af te melden voor Diederiks zondagse memoires.

Manlief en ik zijn deze maand overgestapt naar een nieuwe polis. Wij bleken namelijk verzekerd te zijn via een zogenaamde ‘Naturapolis’ en dat houdt in dat je niet in elk ziekenhuis terecht kunt en dat dientengevolge ook niet alle medische behandelingen die je moet ondergaan vergoed worden. Aangezien zowel het kinderziekenhuis waar onze dochter onder behandeling is, als het ziekenhuis waar ik tegenwoordig zelf de deur van de MS-poli plat loop niet in het rijtje van instellingen waarmee de verzekeraar het op een akkoordje heeft gegooid bleken te staan, restte ons weinig anders dan voortaan maandelijks nog een stukje dieper in de buidel te tasten, zodat we zeker weten dat we volgend jaar niet failliet gaan aan het bekostigen van MRI’s en onderonsjes met de kinderarts. Nou hebben wij het grote geluk dat manlief zo ongeveer de slimste persoon op aarde is en daarom een baan heeft waar hij een aardig salaris mee verdient, maar dergelijke privileges vallen helaas niet iedereen in Nederland ten deel. Wij tellen deze Kerst dus nog maar eens extra onze zegeningen. Zeker in dit steeds asocialer wordende land is het af en toe goed om te beseffen hoeveel geluk wij eigenlijk hebben.

Het is natuurlijk al droevig genoeg dat er in onze regering zoveel gesteggel is over dit onderwerp, maar gaan we eigenlijk niet vooral voorbij aan een vraag die veel belangrijker is dan wie er nou eigenlijk gelijk heeft en in z’n recht staat als het gaat om het doorvoeren van wederom een nieuwe maatregel in de zorg? Want: hoezo moet er gebakkeleid worden over het wel of niet kunnen kiezen van je eigen arts? Over het wel of niet vergoeden van welke noodzakelijke behandeling dan ook? Is het namelijk niet zo dat zorg gewoon een primaire levensbehoefte is voor iedereen? Is het niet gewoon van de gekken dat een basale voorziening als de gezondheidszorg in ons land onderhevig is geworden aan het principe van de marktwerking? Ziekenhuizen en medici zouden zich niet bezig moeten houden met wie de meeste zieken, zwakken en misselijken binnenhaalt, of wie aan het eind van het jaar zijn rekening in de plus heeft staan. Want winst en zorg, dat wordt nooit een vruchtbaar huwelijk.

TeluitjewinstVerdienen aan de zorg, maakt een maatschappij doodziek. Manlief en ik hebben het zelf gezien tijdens onze drie jaar in Californië. Een Amerikaanse vriendin is, ruim vier jaar na dato, nog steeds haar bevalling aan het afbetalen. Een factuur van ruim 80.000 dollar ontving zij na het werpen van haar jong. Wham, bam, thank you ma’am, cough it up! Na mijn eerste zwangerschapscontrole in de States ontvingen wij een gepeperde rekening van maar liefst 1500 dollar. Ik was welgeteld een kwartiertje binnen geweest, had in een potje gepiest en op een weegschaal gestaan. Van de schrik ben ik spontaan ruim 10 dagen overtijd gegaan, want bevallen leek ons financieel gewoon geen optie meer. Gelukkig waren wij door de prestigieuze universiteit Stanford ingevlogen in het beloofde land, dus bleek manliefs baas uiteindelijk op te draaien voor de kosten van onze voortplantingsdrang, maar voor de meeste Amerikanen betekent het stichten van een gezin ook dat je minstens een tweede hypotheek op je huis moet nemen.

Zelf je arts kiezen is in de VS al helemaal geen optie. De verzekering bepaalt. Sowieso heb je geluk als je het kunt betalen om je te verzekeren, want bedragen van 2000 dollar per maand zijn heel normaal. Vervolgens kun je dan maar bij één ziekenhuis terecht en als je onverhoopt bloedend op de EHBO van een ander ziekenhuis terecht komt, omdat je toevallig aan de andere kant van de stad wordt aangereden, heb je gewoon vette pech en sta je, nadat ze je provisorisch hebben opgelapt omdat je iemand in levensgevaar nou eenmaal móet behandelen, zelf volgens de Amerikaanse wet, met een torenhoge factuur weer buiten. Vervolgens moet je je huis en eigenlijk ook je vrouw en je kinderen verkopen en als je dan een jaar later opeens een vreemd gezwel achter je oor ontdekt, plotseling bloed gaat plassen of overal op je lijf pulserende bulten ontwikkelt, doe je maar een schietgebedje en hoop je dat het vanzelf weer overgaat. En zo niet, nou ja, dan is doodgaan eigenlijk nog niet eens zo’n slechte optie. Die uitvaart hoef je in ieder geval niet meer zelf te betalen. Ladies and gentlemen, I give you: marktwerking in de zorg.

Maar blijkbaar is Amerika een lichtend voorbeeld voor de dames en heren in het Haagse pluche en zien zij er wel brood in als de Nederlandse bevolking voortaan zelf de naaidoos erbij pakt als ze een vleeswond hebben opgelopen, omdat het hechtdraad in het ziekenhuis nou eenmaal alleen nog maar te bekostigen is voor degenen die qua salaris op de Balkenendenorm zitten. Het past natuurlijk ook wel heel lekker in het principe van de nieuwe participatiemaatschappij, waarin we nou eindelijk eens onze eigen verantwoordelijkheid moeten gaan nemen, dus je kunt in ieder geval niet zeggen dat er geen duidelijke koers gevaren wordt in het torentje. Een beetje rellen over hoe we de zorg nog wat ingewikkelder, onvriendelijker en asocialer kunnen maken is dan inderdaad hoognodig, want laten we wel het onderste uit de kan halen. Stel je tenslotte eens voor dat we onverhoopt nog een stuiver méér hadden kunnen bezuinigen.

Ik ga komend jaar maar eens flink genieten van mijn nieuwe Restitutiepolis en wellicht lekker een keertje extra onder de MRI. Gewoon, omdat het kan. Nu wordt het nog vergoed en je weet tenslotte maar nooit of ze straks in 2016 niet weer een schimmige maatregel op oneigenlijke wijze door de Eerste Kamer loodsen. Niet alleen in liefde en oorlog, maar blijkbaar ook in winstbejag, is alles geoorloofd. Marktwerking in de zorg, daar word ík nou ziek van.

Share

Het diner

Iedereen heeft wel een aantal momenten in het leven dat je hele foute keuzes maakt. Wanneer je filosofie gaat studeren bijvoorbeeld, terwijl je weet dat daar geen droog brood mee te verdienen valt. Of als je toch voor de bijl gaat in de schoenenwinkel en dat paar veel te dure stiletto’s op je creditcard laat zetten, terwijl je die maand eigenlijk al stiekem rood staat. Op het moment dat je de beslissing neemt, weet je al dat het gedoemd is te mislukken. Maar je doet het toch. Nou ben ik gelukkig al afgestudeerd en in het bezit van twee schoenenrekken vol hakken die inmiddels betaald zijn, dus ik was in de veronderstelling dat ik voortaan nergens meer spijt van zou hebben. Dat bleek echter een illusie toen ik mezelf kort geleden tegen manlief hoorde zeggen: “Zullen we het Kerstdiner dit jaar eens zelf organiseren?”. Blijkbaar betekent het feit dat je de dertig gepasseerd en je wilde haren dus ruimschoots kwijt bent, niet automatisch dat je ook volledig toerekeningsvatbaar bent.

HetdinerIk kan niet precies zeggen wat mij ertoe bewogen heeft voor te stellen dit jaar zelf de kerstkalkoen te braden. Misschien dat de grote overdaad aan twinkelende kerstlampjes die manlief in huis heeft opgehangen mijn blik op de realiteit enigszins heeft vertroebeld. Of het feit dat ik nu al ruim een half jaar op een Achterhoekse boerderij woon, begint zich eindelijk te wreken. Als je tenslotte maar lang genoeg in de provincie woont, krijg je vanzelf last van het kneuterigheidsvirus. Hoe het ook zij, belofte maakt schuld en nu kan ik niet meer terug. Manlief heeft zijn ouders direct ingelicht, dus nu kan ik niet anders dan een wanhopige poging doen de gevulde varkensrollade met stoofperen van mijn schoonmoeder te overtreffen. Ik word er al nachten zwetend wakker van.

Manlief en ik hebben inmiddels al ettelijke ruzies over het menu achter de rug. Ik vind dat we op z’n minst een reerug moeten flamberen, maar volgens manlief is dat niet verstandig op het draagbare camping-gasfornuis dat we in onze, nog te verbouwen, keuken hebben staan. Wat mij betreft zijn dergelijke praktische bezwaren ondergeschikt aan de noodzaak van het hooghouden van ons imago van hippe dertigers op een woonboerderij, die liflafjes op tafel toveren waar Herman den Blijker nog van zou verbleken, maar mijn echtgenoot is onvermurwbaar. Zelfs de nieuwe brandblusser die binnen handbereik van het aanrecht hangt, kan hem niet overtuigen zijn familie straks met een sappig stukje wild te presenteren. Het feit dat hij Bambi waarschijnlijk eigenhandig zal moeten klaarmaken, omdat de gastvrouw zelf nog geen fatsoenlijk ei kan bakken, zal wellicht ook bijdragen aan zijn halsstarrigheid. En hoewel je objectief gezien zou kunnen stellen dat hij daar een punt heeft, vind ik het toch flauw.

Want wat moet ik mijn gasten dan straks voorschotelen? Ik kan op mijn eerste zelf georganiseerde kerstdiner toch moeilijk aankomen met mijn onvolprezen spaghetti bolognese en een bolletje Jumbo huismerk vanille ijs toe. Inmiddels hebben we nog maar drie dagen voor de Kerstdis opgediend moet worden en komen we nog steeds niet verder dan: “Iets met kip dan misschien…?”. Terwijl heel Nederland de boodschappen al lang en breed binnen heeft, moeten wij het straks doen met de afgeprijsde left-overs die donderdag vast al over de datum zijn. En dan heb ik het nog niet eens over de aankleding gehad. Manlief en ik zijn nu bijna vijf jaar getrouwd, maar nog steeds hebben we ons er nog niet toe gezet een bij elkaar passend servies aan te schaffen. Om nog maar te zwijgen over een fatsoenlijke set tafelzilver. Over drie weken vieren we ons Houten Huwelijk en tot mijn grote schaamte moet ik bekennen dat, naast onze gehele huisraad, ook ons bestek van Ikea komt. Het lijkt me duidelijk dat je hieruit kunt concluderen dat wij gewoon nog niet volwassen genoeg zijn om zorg te dragen voor de belangrijkste maaltijd van het jaar.

Dec7_2014_1Mijn eigen ouders zagen de bui al hangen en hebben ervoor gezorgd dat ze op Eerste Kerstdag elders aan hun trekken komen. Aangezien zij mij al bijna 33 jaar kennen, weten ze dat ik de gastronomische vermogens van een slechte snackbarhouder heb en ze dientengevolge waarschijnlijk zelfs met de Kerstspecial van de lokale Domino’s Pizza beter af zouden zijn, dan als ze hun lot deze feestdagen in de handen van hun dochter leggen. En hoewel mijn ouders bereid zijn een hoop van mijn gebreken door de vingers te zien, is het op het spel zetten van hun smaakpapillen met Kerstmis toch net een brug te ver. Terwijl mijn arme schoonouders helemaal uit Amsterdam zullen komen voor wat waarschijnlijk het culinair dieptepunt van hun leven gaat worden, vertrekken mijn eigen ouders richting de Randstad, met achterlating van twee pakketjes zuiveringszout onder de kerstboom en een kaartje met ‘Succes!’ erop.

Ik denk dus dat ik volgend jaar mijn mond maar houd en het plannen van de Kerstfestiviteiten gewoon weer aan manlief overlaat. Als ons huwelijk deze Kerst überhaupt overleeft natuurlijk, want door alle stress gaan we die houten bruiloft misschien niet eens halen. Bij voorbaat ook alvast mijn nederige excuses aan mijn schoonouders en mijn waardering voor het feit dat ze zo beleefd zijn geweest mijn aanbod aan te nemen. Ik zal zorgen dat er veel drank is, dan zijn we misschien ten tijde van het hoofdgerecht al zo beneveld, dat het niemand meer uitmaakt wat er eigenlijk op tafel komt. Volgend jaar gewoon weer ouderwets Kerst in Amsterdam. Ik kan de stoofperen al bijna proeven.

Share

Beter goed gejat, dan slecht bedacht?

Vanmorgen nam ik nietsvermoedend plaats achter mijn computer. Logde in op Facebook en werd direct om mijn oren geslagen met een bericht van een vriendin, die meldde dat ze gisteravond een foto van mijn dochter gezien had bij RTL Late Night. Ik verslikte me in mijn koffie. Ik was mij er namelijk niet van bewust dat Terrorist nr. 2 haar media debuut zou maken bij Humberto. Gelukkig kun je tegenwoordig alles terug zien en dus zat ik vanmorgen vroeg met mijn kaak op mijn enkels te kijken naar een item over ‘Supernanny’ Jo Frost, die het belang van de ‘naughty chair’ uit de doeken deed. Vervolgens werden daar door een Nederlandse kinderpsycholoog vraagtekens bij gezet en vertelde zij hoe het gebruiken van een zogenaamde ‘time out’ weleens schadelijk kan zijn voor een kind. En daar was ze toen opeens: mijn dochter, levensgroot, en meerdere seconden in beeld. Op een foto uit mijn stuk ‘De Moeder-oorlogen’, waarin ik het heb over de haat en nijd tussen moeders en hoe ik graag zou willen dat we elkaar als opvoeders eens minder zouden verketteren. Een totaal andere context dus. Ik was met stomheid geslagen.

GoedevoornemensEr is mij niks gevraagd. Ik heb geen telefoontje gehad, geen mailtje, geen berichtje op mijn blog. Niks. Mijn kind is van mijn website afgetrokken en op nationale televisie gegooid, zonder dat ze ons om toestemming hebben gevraagd. Ik ben geschokt. Niet alleen is dit schending van het auteursrecht, ook het portretrecht wordt hier met voeten getreden. Mijn minderjarige kind wordt duidelijk herkenbaar, meerdere seconden, levensgroot in beeld gebracht voor de ogen van heel Nederland. En ook nog in een verband dat totaal anders is dan dat van het stuk waar de foto bij hoort. Eh…excuse me? Heb ik daar als moeder misschien nog wat over te zeggen, beste mensen? Mijn dochter is nog lang niet meerderjarig en zolang zij nog niet legaal een fles drank mag afrekenen bij de supermarkt, zijn er slechts twee mensen die bepalen of zij nationaal bezit wordt of niet: manlief en ik. Niet RTL.

Ik ben mij ervan bewust dat ik zélf een groot deel van mijn leven op het wereldwijde web heb gegooid. Dat ik zélf foto’s van mijn gezin openlijk bekend maak. Maar, dat doe ik op een manier waar ik zélf controle over heb, in een context waar ik zélf voor kies. Het feit dat ik Nederland deelgenoot maak van mijn leven, wil nog niet zeggen dat het dus publiek bezit is en jan en alleman ermee kunnen doen wat ze willen. Er bestaat, zelfs in het huidige klimaat van collectief exhibitionisme, waarin we ons een slag in de rondte ‘sharen’ en ‘liken’, namelijk nog steeds zoiets als privacy en copyright. Het feit dat er op mijn blog een duidelijke disclaimer staat, waaruit zelfs een idioot nog kan distilleren dat datgene wat ik op mijn website plaats dus mijn bezit is, zou voldoende moeten zijn voor de dames en heren redacteuren om met hun grijpgrage klauwen van mijn eigendom af te blijven.

Niet alleen wordt hier de wet grof overtreden, wat op zichzelf al erg genoeg is, daarnaast wordt mijn lieve dochter en daarmee dus ook ons gezin, op een manier neergezet die volledig onjuist is. De foto die heel Nederland gisteravond heeft gezien, was destijds door mij geplaatst bij een stuk dat ik schreef over verdraagzaamheid en respect voor elkaar als moeders, ouders, opvoeders. Een betoog tégen alle zogenaamde ‘opvoedmethoden’, tégen alle strijd die we heden ten dage constant met elkaar aangaan over wie de opvoedprijs wint en wie vooral niet. Dientengevolge wens ik dus vervolgens niet neergezet te worden als moreel onverantwoorde moeder die haar kind aan haar lot overlaat op een strafkrukje. En nog minder wens ik mijn lieve, brave, vrolijke, welgemanierde meisje geportretteerd te zien in een interview met een Britse door de media gehypte dame, die een opvoedstrategie predikt, waar ik het zeker niet op alle fronten mee eens ben. Omdat ik namelijk geloof dat er geen heilige graal is als het om opvoeden gaat. Dat het ene kind het andere niet is. En de ene ouder de andere niet. En dat we het dus allemaal goed proberen te doen. Op welke manier dan ook. Beste mensen van RTL Late Night, mag ik u aanraden: De Moeder-oorlogen. Léés het anders gewoon even.

Laat ik duidelijk zijn: ik waardeer het als mijn blog gelezen wordt. Want de eerlijkheid gebiedt te zeggen: ik schrijf natuurlijk niet voor niks. Het spreekwoord luidt tenslotte: wat je zaait, dat moet je oogsten. Dus ben ik best bereid te delen wat ik uit eigen beweging wereldkundig maak. Maar dan wel op een fatsoenlijke manier. Een manier die respecteert wat ik over probeer te brengen, want zover ik weet schrijf ik in zeer coherent Nederlands en is de boodschap van mijn stukjes dus alles behalve multi-interpretabel. En vooral: met toestemming van mij, de maker, de schrijver, de fotograaf, de bedenker. Net zo min als ik het waardeer dat mijn zitmaaier onder mijn kont vandaan van mijn boerderij wordt gejat, kan ik het dus ook niet bepaald waarderen dat mijn creativiteit mij zonder pardon afhandig wordt gemaakt. Ik ben dan weliswaar geen Harry Mulisch, maar ook Stadsmeisje en de Terroristen hebben rechten.

Hier is het laatste woord nog niet over gezegd. Want stelen van een Stadsmeisje, dat is nooit een goed idee.

Share

Trots

Vandaag ben ik een trotse moeder. Terrorist nr. 1 zou kerstontbijt hebben op school. Hij had zich er al dagen op verheugd. Maar vanmorgen kwam hij niet goed uit bed. We zagen het meteen. Grote ogen, fladderende handjes, een boze stem. Dan weet je dat het mis is. Wie een tijdje met een autist samenwoont, herkent de signalen na verloop van tijd meteen. Binnen een half uur was de eerste driftbui een feit. Terwijl manlief onze zoon naar zijn kamer droeg, dacht ik even na. Heel even maar, want eigenlijk lag het antwoord voor de hand. Eenmaal weer beneden wenkte ik onze zoon. Nam hem op schoot en aaide zachtjes door zijn haar. “Wat is er dan?” vroeg ik zacht, “Is het het kerstontbijt? Wil je eigenlijk niet?”. Zijn onderlip begon te trillen, de tranen stroomden over zijn wangen. “Ik vind het veel te druk” kwam er met horten en stoten uit. Ik knikte en nam zijn hoofd in mijn handen. “Dan blijf je lekker thuis”. Hij zuchtte, snikte nog wat na. Opluchting. Ik glimlachte. Want: wat zijn we ver gekomen.

TrotsNog geen half jaar geleden was dit niet mogelijk geweest. Had de drift de overhand genomen en hadden wij niet geweten waarom. Het lijkt zo simpel en onschuldig: een kerstontbijt op school. Zes kindjes, een mandje krentenbrood en een paar potjes met waxinelichtjes op tafel. Maar voor Terrorist nr. 1 is het iets groots. Iets engs. Iets onbekends. Want wat betekent kerstontbijt? Gaat het dan anders dan normaal? Gaan ze niet eerst in de kring? En daarna fruit eten? Waarom dan? Is dat eigenlijk wel leuk? Ja, best wel. Of nee, eigenlijk niet. Want het is anders dan normaal. En anders is eng. Onveilig. En dus is er verwarring. Paniek. Wanorde in het hoofd van onze zoon. Hij slaat om zich heen. Letterlijk. Slaat de spanning van zich af. Tot voor kort in ieder geval. Dan konden wij niks anders dan de klappen opvangen. Figuurlijk, maar soms ook wel letterlijk. Je stond erbij en keek ernaar.

Een half jaar geleden had ik niet durven dromen dat we nu hier zouden staan. Met aan onze hand een jongetje dat opeens zijn drift de baas is. Meestentijds, in ieder geval. De eerste keer dat hij naar me toe kwam en zei: “Mama, het is zo druk in mijn hoofd” moest ik echt even slikken. Want: wat een prestatie van mijn Terrorist. Steeds meer krijgt hij de regie over zijn eigen emoties, in plaats van dat die hem overheersen. Ik vind het ongelooflijk knap. Mijn zoon is 4 jaar, autistisch en opeens in staat het heft in eigen handen te nemen. Nee te zeggen tegen de chaos in zijn hoofd, de onrust in zijn lijf. Pas op de plaats te maken en te zeggen: ik doe hier niet aan mee. Ik bepaal. Dit is míjn leven. Daar kunnen zelfs sommige volwassenen nog een puntje aan zuigen.

Een half jaar geleden dacht ik dat het nooit meer goed zou komen. Zat ik huilend bij de kinderpsychiater, omdat ik aan het eind van die tunnel echt geen licht meer zag. Driftbuien, strijd, onbereikbaarheid, iedere dag opnieuw. Ik was moe, uitgewrongen. Terrorist nr. 1 was bang, verdrietig. We riepen zo hard om elkaar, maar konden elkaar toch niet verstaan. Wat waren we alleen. De toekomst was een groot zwart gat, ik durfde er niet aan te denken. Wat zou ons voorland zijn? Ruzies, onbegrip, eenzaamheid? De angst sloeg me soms om het hart. Want hoe moest het ooit nog goedkomen, met ons jongetje dat het zo moeilijk had? Dat de wereld niet snapte? Dat door zijn eigen ouders niet begrepen werd? Er zo enorm alleen voor stond. Want: hoe overleef je in een wereld waarin jij een andere taal spreekt dan de rest?

Dec18_2014_1En daarom ben ik nu zo trots. Omdat mijn zoon zijn best doet om mijn, onze, taal te leren. Omdat hij zo hard werkt om zich verstaanbaar te maken. En omdat het lukt. Echt lukt. Ik zie hem groeien, iedere dag weer. Ik versta hem nu, heb soms zelfs aan een half woord al genoeg. Het lucht hem op, hij wordt gehoord. Ook als hij kromme zinnen maakt. Misschien ben ik ook wel gegroeid, leer ik beter luisteren. Spreek ik zelf inmiddels ook een klein beetje zijn taal. En zo ontmoeten we elkaar dan in het midden, reiken elkaar de hand. Wederzijds begrip. Geen woordenboek meer nodig. Dat licht, aan het eind van die tunnel, is nu dan toch te zien.

Vallen en opstaan zal het blijven. De strijd tegen zijn autisme is echt nog niet gestreden. Maar die eerste slag, die hebben we alvast gewonnen. En dat daarbij het kerstontbijt dan sneuvelt, is jammer maar helaas. Iedere strijd eist immers slachtoffers. Echter, iedere oorlog kent ook winnaars en onze zoon is hard op weg zijn tegenstander de baas te worden. Opnieuw sta ik erbij en kijk ernaar. Maar oh, wat is uitzicht nu plotseling mooi. Ik ben een trotse moeder.

Share

Boeren, sluit uw deuren

Toen ik in Amsterdam woonde, ben ik herhaaldelijke malen in handen gevallen van stadse criminelen. Minstens zes keer ben ik ‘s ochtends buiten gekomen, heel even stomverbaasd omdat ik me toch echt kon herinneren dat ik mijn fiets de vorige dag voor de deur geparkeerd had, maar hem daar opeens niet meer terug kon vinden. Ik ben ook een keer woest schreeuwend de hele Kalverstraat doorgerend, om een zakkenroller z’n nek om te draaien, die er met mijn portemonnee vandoor was gegaan. En er is een keer een drugsverslaafde zwerver mijn ouderlijk huis binnen gedrongen, alwaar mijn vader en de bovenbuurman hem met een honkbalknuppel en een steelpan letterlijk drie trappen naar beneden hebben geslagen. Het leek me dan ook bijzonder rustgevend om ergens te gaan wonen waar je je fiets met het sleuteltje nog in het slot en je creditcards in de fietstassen drie dagen midden op het dorpsplein kunt neerzetten, waarna hij door de enige zwerver in de omgeving netjes bij je thuis wordt afgeleverd. Helaas blijkt het plattelandsleven in de praktijk wat minder idyllisch.

Boerensluituwdeuren_1Er waart hier in de omgeving namelijk een dief rond. Jawel, een dief. De lokale kranten staan er bol van. Dit geboefte heeft het niet voorzien op je flatscreen of de antieke meubels van je overleden oma, nee, hij is uit op de kroonjuwelen van de Achterhoek: de zitmaaiers. De ene gemotoriseerde grasmaaier na de andere verdwijnt van de naburige boerderijen en men zit met de handen in het haar. De zitmaaier is in de Achterhoek namelijk zo ongeveer een eerste levensbehoefte. Iedereen heeft er eentje. John Deere verdient hier in de regio drie keer zoveel als de plaatselijke supermarkt, want mensen sparen het eten letterlijk uit hun mond om een zitmaaier te kopen. Onze buurman heeft er zelfs twee. Ik ga ervan uit dat hij al een hele tijd leeft op water en brood.

Het zijn met recht angstige tijden in de Achterhoek. Inmiddels is het zover dat mensen ‘s avonds hun schuren op slot doen. En dan moet het wel heel erg zijn. Normaal kun je in het holst van de nacht in je pyjama bij je buurman naar binnen stappen om een kopje suiker te lenen. Of je pakt gewoon even de auto van de buurvrouw om boodschappen te doen als de jouwe toevallig zonder benzine zit. De sleutels zitten toch altijd in het contact. Een briefje onder de deur van de bijkeuken en niemand kijkt ervan op. Het plattelands-vertrouwen is grenzeloos.Toen wij een tijdje geleden naar een speeltuin hier in de buurt gingen en we geen pinpas bij ons bleken te hebben, kregen we onze drankjes en de ijsjes voor de kinderen toch gewoon mee. Dat we terug zouden komen om te betalen, desnoods zes weken later, was voor de uitbater volkomen logisch. Manlief heeft nog geprobeerd de beste man zijn horloge op te dringen als onderpand, maar hij wilde er niets van weten.

Nu begint het Achterhoeks vertrouwen echter barstjes te vertonen. Argwanend gefluister gaat door de weilanden. Wie is dat gespuis, dat ‘s nachts de erven op sluipt en er vandoor gaat met onze maaiers? Loert het gevaar misschien dichterbij dan je denkt? Want is die vriendelijke buurman wel zo onschuldig als hij lijkt? En die opgeschoten puberzoon van drie boerderijen verderop? Die ging vorige week opeens wel heel laat nog de deur uit… Kort geleden vonden we opeens een brief op de deurmat. Een paniekerig schrijven van de buurtcommissie, waarin werd gevraagd of we ermee akkoord gingen bij de gemeente toestemming te vragen om het weggetje waaraan onze en nog een aantal andere boerderijen liggen, officieel te laten afsluiten voor ‘vreemdelingen’. Ik neem aan dat het niet lang meer duurt voor er infraroodcamera’s worden opgehangen en er een gewapende militair bij de afslag komt te staan.

BoerensluituwdeurenWaar de maaiers blijven, is iedereen een raadsel. Men wacht met spanning op de maaier-explosie op Marktplaats, maar vooralsnog blijft het akelig stil op de veilingsite. Ook is er nog geen melding gemaakt van iemand die ergens langs de kant van de weg voorbijgangers goedkope zitmaaiers probeert aan te smeren. Eigenlijk jammer, want wij moeten er nog steeds eentje kopen en voor een beetje korting ben ik best bereid om het wat minder nauw te nemen met de wet. Ondertussen zien we steeds meer Achterhoekers huilend achter de handgrasmaaier over hun erf lopen. De grasmatten worden steeds langer en onverzorgder en de lokale bevolking steeds onvriendelijker. Ik begin me als Amsterdamse bijna thuis te voelen.

En dit lijkt nog maar het begin van de criminaliteitsgolf. Want inmiddels schijnt de maaier-dief zijn horizon verbreedt te hebben en neemt hij bij het ontvreemden van de grasmaaiers ook al het gereedschap uit de boerenschuren mee. Nog even en we moeten inderdaad onze fietsen weer op slot gaan zetten. Beste boeren, sluit uw deuren, verberg uw tafelzilver, het criminele hek is van de dam. Neem het van een doorgewinterde Amsterdammer aan. Ik heb mijn honkbalknuppel en mijn steelpan in ieder geval al achter de deur liggen.

Share

1 20 21 22 23 24 35