“Nou, ik zou zeggen: neem plaats!”. Mijn nieuwe rij-instructeur wijst uitnodigend naar de glimmend rode Honda op de parkeerplaats in de vinexwijk waar zijn rijschool gevestigd is. Inderdaad: nieuwe ronde, nieuwe kansen. Nu ik mij vijf dagen per week in de Randstad bevindt om te werken, moet ik daar logischerwijs ook maar leren rijden. Dus, na een paar zalige autoluwe weken, ga ik nu weer de weg op. De heel erg drukke, Randstedelijke weg. Waar gemiddeld drie verschillende soorten stoplichten op één kruispunt staan. Die allemaal op een ander moment beginnen te knipperen. Waar er bussen, fietsers, appende moeders met kinderwagens en nerds van middelbare leeftijd op SegWays (een kleine dwarsstraat: voor het stijltechnisch aangezicht van het straatbeeld, pleit ik voor het verbieden van die dingen) dwars door elkaar krioelen. En waarop ik dientengevolge dus stiekem al een kleine nervous breakdown krijg voor ik goed en wel gas heb gegeven.
Mijn nieuwe lesauto is zeker twee keer zo groot als het kleine Achterhoekse koekblikje waar ik de afgelopen maanden in gelest heb. En beschikt daarnaast over een übermodern dashboard, met allemaal knopjes en lichtjes waarvan het doel mij volledig ontgaat. Als naast mij opeens een zoemend geluid klinkt en er fluorescerend blauw licht uit mijn stuur schiet, vraag ik me ernstig af of ik een auto, of een Starfighter moet leren besturen. Misschien had ik de Jedi lightsaber van mijn zoon mee moeten nemen voor het optimale effect. De lichtshow blijkt echter niks anders te zijn dan het instellen van de zijspiegels. Blijkbaar doen voertuigen in het Westen alles met grootse gebaren. Je bent tenslotte een Randstedelijke auto, of je bent het niet. Verschil met die boerenbakken moet er wezen.
De instructeur begint meteen honderduit te praten. Relaxed strekt hij zijn benen uit. Dat kan in deze auto, want blijkbaar hebben alle bijrijders in het westen des lands benen van 1.80 meter. Hij draagt glimmende puntschoenen en iets wat eruit ziet als een kashmieren broek, gemaakt van wol van vrije uitloopschapen. Dat is even schakelen als je gewend bent naast iemand in een t-shirt met vlekken en een Wrangler spijkerbroek van het model dat ze alleen in ontwikkelingslanden nog gratis uitdelen, te zitten. “Zooo, dus jij bent zo’n bakfietsend Vinexvrouwtje?” zegt hij, “Leuk, hoor. Gezellig”. Verbijsterd staar ik hem aan en rij daarbij bijna de busbaan op. Vinexvrouwtje? Is dat überhaupt een woord? En niet gewoon een vorm van discriminatie? Of op z’n minst seksisme? En hoezo rijdt er hier een bus midden op de weg? Wie heeft bedacht dat dat handig is? Hobbelend stuur ik het uit de kluiten gewassen kersenrode vehicle over diverse stoepjes om weer ergens te komen waar ik daadwerkelijk mag rijden. “Hoeveel lessen had je gehad, zei je?” klinkt het naast me en ik zie hoe zijn hand zich om de greep boven het raampje klemt en zijn knokkels langzaam wit worden.
In de twee uur die daar op volgen ervaar ik eindelijk hoe mijn autistische zoon zich iedere dag moet voelen. Van autorijden in de Randstad raak je namelijk gegarandeerd chronisch overprikkeld. Ik was in de veronderstelling dat ik het bestuurdersschap, na 25 lessen in de Achterhoek, inmiddels redelijk onder de knie had. Dat blijkt echter een grof geval van zelfoverschatting. Minstens drie fietsers lopen door mijn toedoen een klein trauma op, om over de veelvuldig overstekende konijnen (zoveel wildlife heb ik in die anderhalf jaar Achterhoek niet eens gezien) nog maar niet te spreken. Mijn instructeur vraagt zeker vijf keer verbouwereerd of het principe van kijken bij plattelands-CBR’s soms geen onderdeel van het examen is en moet me een keer op een parkeerplaats stil zetten om uit te leggen dat het weliswaar begrijpelijk is dat ik gefrustreerd ben geraakt van het in de Achterhoek constant achter een tractor vast komen te zitten, maar dat inhalen over een doorgetrokken streep hier dus gewoon echt niet mag. Stelletje Randstedelijke mierenneukers.
Ik vrees dus dat ik gewoon weer overnieuw kan beginnen. Want blijkbaar zou de gemiddelde grootstedelijke driewielerende nieuwbouwkleuter nog eerder verantwoord de snelweg op kunnen dan iemand met Achterhoekse stuurmanskunsten. “Ja, nou, ik denk dat we nog maar wel een lesje of wat moeten doen, vind je niet?” oppert de instructeur voorzichtig nadat ik de auto uiteindelijk dwars over drie parkeerplekken in de eerder genoemde vinexwijk heb neergezet. Ik knik en pen mistroostig mijn IBAN-nummer op het lescontract dat hij me onder mijn neus schuift. “Kop op meid, komt wel goed” steekt hij me een hart onder de riem, maar de angstzweetplekken van zijn klotsende oksels in zijn van organische hennep geweven overhemd zijn niet te missen. Weet je wat, ik koop toch maar gewoon zo’n bakfiets. Daar heb ik geen papiertje voor nodig. Weliswaar kost zo’n ding een klein fortuin, maar, in mijn geval, waarschijnlijk ongeveer net zoveel als een rijbewijs. En blijkbaar zie ik er toch al uit als een Vinex-vrouwtje.
2 Comments on Met de vlam in de pijp (deel 4)
Leave a Reply
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.
sabine
7 oktober 2015 at 12:23 (9 jaar ago)Tranen in mijn ogen van het lachen en de herkenning.
Mijn rijbewijs in de buurgemeente gehaald waarna mijn eerste keer Amsterdam als een enorme overwinning voelde :)
Chronische overprikkeling indeed.
Maar het komt goed. Echt.
Dertiger met kids
11 oktober 2015 at 19:45 (9 jaar ago)Erg herkenbaar.. ook zwaar overprikkeld en bekaf na een rijles.. erg wisselende prestaties tijdens de rijlessen (afhankelijk van hoe rustig mn hoofd was, of ik t willen voldoen aan verwachtingen uit kon zetten om zelf na te gaan denken en voelen of niet, perfectionisme/faalangst.. makkelijk kunnen leren en toch meer dan 100u rijles gehad… ) zo ontzettend blij dat ik het heb afgemaakt en mn rijbewijs heb gehaald! en met t gevoel dat als ik hier, in de randstad kan rijden, ik overal kan rijden (in nl :p) in de drukte en hectiek geleerd.. zo ontzettend blij om! en idd erg herkenbaar hoe frustrerend en dodelijk vermoeiend t kan zijn… pff petje af! en je kan t! t kost alleen erg veel inspanning soms idd..