Boerenruzie

In Amsterdam had ik regelmatig last van mijn buren. Ik heb menigmaal ‘s nachts witheet van woede in mijn kamerjas aangebeld bij de studenten naast mij, wanneer die weer eens hun hele sociëteit hadden uitgenodigd voor een drankgelag, met bijbehorende stampende muziek. Schuin tegenover mij stond een soort begeleid-wonen flat voor doorgewinterde Tokkies, die het normaal vonden om vanaf 10.00 uur ‘s ochtends met z’n allen op straat, in hun onderbroek, een koelbox met bier soldaat te maken. En laat ik vooral mijn kleptomane bovenbuurmeisje niet vergeten, die zich met enige regelmaat spullen uit mijn opslaghok op zolder toe eigende. Tot op de dag van vandaag vraag ik me af of ik haar nog kan aangeven voor het ontvreemden van mijn verzameling knuffelbeesten, maar ik vrees dat het een verloren zaak is.

Eenmaal twee straten verderop bij manlief ingetrokken, zijn we maanden bezig geweest de kat van de buren van ons balkon te verjagen. Onze eigen poes kreeg van de aanwezigheid van deze indringer bijna een fatale zenuwinzinking, maar op een beetje coulantie van de, overigens wiet telende, buurman konden we niet rekenen. De onderburen, die met 25 man in een appartement van 45 vierkante meter woonden en periodiek in het trappenhuis kotsten, waren ook niet de beste buren, maar die namen in ieder geval nog netjes de post aan als wij er niet waren. En ook in de VS bleef ons geen burenrel bespaard. De was op ons balkon te drogen hangen leverde een dreigbrief van het management van ons appartementencomplex op. Blijkbaar vond de rest van de bewoners het uitzicht op mijn schone onderbroeken een ‘serious disturbance of the enjoyment of the community’. Het feit dat wij nachtenlang wakker lagen van de nogal luidruchtige copulatiegeluiden van de buurjongen, die ieder weekend een andere cheerleader mee naar zijn ‘crib’ wist te slepen, kon helaas op weinig sympathie van datzelfde management rekenen.

July21_2014_2Het leek ons dan ook een zegen om een huis te hebben zonder buren. Een huis waar je ‘s ochtends geen blikken Euroshopper bier uit je portiek hoeft te vegen. Waar je ‘s avonds alleen de hertjes aan de sla in je moestuin hoort knabbelen in plaats van de tv van de buurman op vol volume. En waar je gewoon poedelnaakt door je tuin kunt huppelen, zonder dat iemand daar gelijk emotionele schade van oploopt. De realiteit is echter dat je op het platteland weliswaar geen buren hebt, maar wel boeren. En alhoewel die doorgaans niet pal naast je wonen, zijn ze toch opvallend vaak aanwezig. Omdat het weiland naast je tuin omgeploegd moet worden. Of bemest. Of ingezaaid. En geloof me, het geluid van een dronken studentenfeestje is niks vergeleken bij het donderende geraas van een enorme giertank vlak onder je slaapkamerraam. Bovendien is de geur van verschraald bier altijd nog beter te verdragen dan 300 kilo uitgestrooide varkensmest.

Afgelopen week kwam ik namelijk met de Terroristen terug van een boswandeling. Waar we normaliter in de verte ons huis konden zien, was nu alleen nog maar een stofwolk waar te nemen. Eenmaal aan de bosrand bleek dat het geen stof was, maar mest. Na het nachtelijk omploegen van het koolzaadveld werd het nu rijkelijk bestrooid met stront. En ik had de ramen open laten staan. Kokhalzend staken we het veld over om bij de boerderij te komen, met de mestwagen vervaarlijk sproeiend in ons kielzog. Volgend jaar boeken we maar een last minute als we de giertank zien verschijnen. Eten en slapen blijkt namelijk een uitdaging als je het idee hebt dat er een dozijn varkens naast je huis hun behoefte staat te doen. In Amsterdam gooien de buren soms nog een briefje door de bus als ze weten dat ze misschien overlast gaan veroorzaken. Je zou denken dat dergelijke beleefdheidsvormen vooral op het platteland nog gemeengoed zijn. Maar blijkbaar zijn de fatsoensnormen gewoon nog niet tot de Achterhoek doorgedrongen.

Ploegen“Belachelijk!” fulmineerde manlief laatst om 22.00 uur ‘s avonds, toen er in het pikkedonker ineens een tractor langs ons raam kwam ratelen. “Dat kan toch niet zomaar? Wat denk jij, moeten we de politie bellen?”. Aangezien in zo’n kleine gemeenschap de autoriteiten vast in handen zijn van de dorpsoudsten, leek me dat een slecht plan. Voor je het weet heb je een bataljon boze boeren met geheven hooivorken op je erf staan. Vloekend ging manlief naar bed, terwijl de koplampen van de tractor nog uren door de slaapkamer flitsten. Ik vrees dat we, meer nog dan in Amsterdam, onze ziel in lijdzaamheid moeten bezitten. Ik denk namelijk dat het spreekwoord ‘Beter een goede buur, dan een verre vriend’ uit de Achterhoek komt. Omdat die buren hier tenslotte met grof geschut komen. Een klap van een schoffel komt nou eenmaal harder aan dan een goed gemikt blikje bier. En aangezien we hier nog niet zo lang wonen, kunnen we ons hoofd maar beter niet al te ver boven het maaiveld uit steken. We zullen eerst een flinke dosis agrarisch respect moeten verdienen, voor we in onderhandeling kunnen met de lokale machthebbers. Ik zit nou eenmaal niet te wachten op een paardenkop in mijn bed.

Share

Ruraal hobbyisme

Er was een tijdje zo’n programma op tv: ‘Help mijn man is klusser’. Daarin haalden klusgrage mannen hun vrouwen over tot de koop van totale bouwvallen, om deze eigenhandig op te knappen. Dat liep dan altijd uit op een waar fiasco, waarbij het gezin soms jarenlang in een tochtige schuur met schimmelplakkaten op de vloer moest wonen. De ambitieuze klusser in kwestie bleek dan namelijk eigenlijk niet eens een hamer van een zaag te kunnen onderscheiden, of het klussen achteraf toch wel érg arbeidsintensief te vinden. De wanhopige vrouwen zagen dan geen andere uitweg meer dan hun heil te zoeken bij RTL, dat er geen probleem mee had de mislukte klussers publiekelijk aan de schandpaal te nagelen. Manlief en ik konden altijd smakelijk lachen om dat programma. Ik vrees echter dat manlief het lachen enigszins vergaat als RTL straks bij ons op de stoep staat.

Manlief weet prima een hamer van een zaag te onderscheiden, daar niet van. Maar sinds we de boerderij hebben aangeschaft ben ik hem verloren aan zijn gereedschap. Begon het nog onschuldig met een weekendje een kippenhok timmeren samen met mijn vader, inmiddels verdwijnt hij avond aan avond na het eten in G.I. Joe outfit (compleet met rafelige tanktop) naar de tuin en zit ik opeens alleen op de bank. Terwijl ik het Journaal aanzet, klinken vanaf het erf driftige schuur en timmergeluiden. Als hij echt op dreef is worden de wereldgebeurtenissen op tv overstemt door het gierende geluid van de motorzaag en spatten de houtsplinters tegen het raam. Ons bed ligt tegenwoordig vol met zaagsel, dat inmiddels uit zijn poriën komt. Ik overweeg ‘s nachts bij één van de Terroristen in te trekken.

July12_2014_1Inmiddels zijn we een konijnenhok, een konijnenren, twee eettafels, een picknicktafel en een schommel verder. Bijna wekelijks staat manlief zwetend te glunderen naast weer een nieuwe creatie, die ik dan uitgebreid moet bewonderen. Alhoewel ik, als toegewijde echtgenote, manliefs nieuwe, enigszins rurale, hobby natuurlijk best wil stimuleren, vraag ik me inmiddels af hoeveel massief hardhouten bouwsels ik nog kwijt kan in de tuin. Ook een hectare grond is op een gegeven moment tenslotte vol. En het zou leuk zijn als de Terroristen af en toe nog een balletje kunnen trappen tussen het overvloedige tuimameublement.

August4_2014_7Toen ik vijf jaar geleden mijn handtekening in het trouwboekje zette, ging ik ervan uit dat we onze avonden samen op de bank zouden doorbrengen. Ik voor Grey’s Anatomy, hij lezend in een boek met ingewikkelde formules. En dat hij op latere leeftijd misschien modeltreintjes zou gaan bouwen op de zolder. Dat hij opeens zijn maatpak zou verwisselen voor een gescheurde spijkerbroek en werkmanslaarzen had ik niet zien aankomen. Maar misschien is dit de manier waarop nerds hun midlifecrisis beleven. Het is in ieder geval beter dan opeens failliet zijn omdat je man een sportwagen heeft aangeschaft. En alhoewel het niet heel sexy is om iedere avond splinters uit je vent z’n vingers te trekken, hoef ik wel slechts een blik op mijn erf te werpen voor een onvervalste ‘Coca Cola Light Break’.

De afgelopen weken hebben we ons hele bos omgekapt. Resultaat daarvan is dat er nu een aanzienlijke hoeveelheid hout op ons terrein ligt. Ik denk dat ik beter alle dvd-boxen van Grey’s Anatomy kan aanschaffen, want manlief zie ik nooit meer terug. Die schuift rond middernacht riekend naar houtsnippers en beits naast me in bed en ‘s ochtends blijkt er dan een ambachtelijke manshoge volière naast het konijnenhok te staan. Ik ga ons maar alvast aanmelden bij de Kamer van Koophandel. Want als de tuin straks écht vol is, moeten we toch wat. Dus als er nog iemand om authentiek Achterhoekse meubels verlegen zit: u vraagt, wij draaien. Er zit alleen geen garantie op. Ik kan tenslotte niet in staan voor de prestaties van een natuurkundige met een midlife crisis.

Share

Strijd tegen de elementen

Toen ik nog in Amsterdam woonde, onweerde het daar misschien twee keer per jaar. Op zo’n zeldzame dag midden in juli, als het, heel on-Nederlands, warmer dan 25 graden was geweest, hoorde je ‘s avonds een paar keer gedonder in de verte en dat was het dan. De keren dat ik vanaf mijn mini-balkonnetje in Amsterdam-Oost een bliksemschicht heb waargenomen, zijn op één hand te tellen. Ik heb dan ook nooit begrepen waarom er mensen zijn met een angst voor onweer. Sinds we in de Achterhoek wonen, heb ik echter ontzag gekregen voor de elementen. Je zou zeggen dat het anderhalf uur van Amsterdam in klimatologisch opzicht niet heel anders is, maar niets is minder waar. In de Achterhoek onweert het namelijk áltijd.

Wolk_1We wonen nu ruim twee maanden op ons landgoed en inmiddels hebben we uit voorzorg ons hele bos omgekapt. Het was namelijk slechts een kwestie van tijd tot de bliksem in één van de metershoge dennenbomen zou slaan en recht op het dak van de boerderij terecht zou komen. Zeker twee keer per week lig ik de hele nacht bibberend onder de dekens terwijl de slaapkamer oogverblindend wordt opgelicht door furieus flitsende bliksemschichten. Iedere keer ga ik ervan uit dat de Apocalyps nu écht begonnen is en dus heb ik de jerrycans water en een voorraad knijpkatten al klaar liggen in de schuur. Met een beetje geluk overleven we het daarin nog een kleine week nadat de volgende Achterhoekse tornado ons huis heeft verzwolgen.

Gisteren dacht ik heel even dat het tij gekeerd was. ‘s Ochtends druppelden er berichten binnen over noodweer in het westen van Nederland, maar wij zaten nog prinsheerlijk in het zonnetje. Manlief kon in Utrecht zijn lease-auto uit de ondergelopen garage van zijn werk vissen en smste paniekerig of wij thuis nog wel leefden. Grijnzend stuurde ik foto’s terug van de Terroristen die in korte broek door de tuin dartelden, een stralend blauwe lucht boven hun hoofden. Niet meer dan redelijk, vond ik, aangezien ik de afgelopen weken al meerdere malen grote plassen water in de slaapkamers had moeten op dweilen en de vele slapeloze nachten door oorverdovend gedonder recht boven ons hoofd. Het leek me dan ook geen probleem om ‘s middags even naar de stad te gaan om nieuwe schoenen te kopen voor Terrorist nr. 1. Dat bleek een catastrofale vergissing. Achterhoeks weer is namelijk nooit wat het lijkt.

Luttele seconden na het verlaten van de schoenenwinkel brak de hel los. Gitzwarte wolken verduisterden de zomerzon en lieten een gordijn van water neer. Ik heb al een bijzonder slecht ontwikkeld gevoel voor richting, maar in noodsituaties zoals deze laat mijn interne GPS het helemaal afweten. Overvallen worden door de zondvloed met twee peuters in je kielzog is zonder twijfel een noodsituatie. En dus wist ik niet meer waar we de auto hadden geparkeerd. Als een kip zonder kip rende ik door voor mij totaal onbekende straten, terwijl de plassen in schrikbarend tempo steeds dieper werden. Toen het water Terrorist nr. 2 bijna tot aan de lippen stond, zat er niks anders meer op dan één druipende peuter over mijn schouder te gooien en de ander gewoon aan z’n hand mee te slepen terwijl het water uit zijn sandalen gutste. De weinige tegenliggers die ons pad kruisten waren allemaal voorzien van paraplu’s en regenpakken. Duidelijker dat wij nog niet zijn ingeburgerd in de regio kon het niet. Een échte Achterhoeker gaat tenslotte voorbereid de deur uit.

July29_2014_2Eenmaal thuis heb ik de arme klappertandende Terroristen zelf hun natte spullen op het erf laten uitwringen, terwijl ik me naar boven haastte om te redden wat er te redden viel. Driehonderd uit de badkamer weg gewaaide zompige wattenschijfjes van de hele bovenverdieping af schrapen blijkt namelijk best een tijdrovend klusje. Manlief kon bij thuiskomst gelijk door naar de schuur, waar onze opgeslagen spullen in kniehoog water rond dreven. Ik vrees dus dat mijn overlevingstheorie geen realistische optie meer is: ook de schuur biedt geen stand tegen Achterhoeks natuurgeweld. Er zit dus weinig anders op dan ons overgeven aan de natuur en een schietgebedje te doen iedere keer als de wolken zich samenpakken boven het koolzaad.

Dat krijg je ervan als je buiten de bewoonde, ontwikkelde wereld gaat wonen. In donker Afrika zijn ze tenslotte ook blij als de plaggenhutten er nog staan na een tropische storm. En dan valt het hier nog mee, want in de Achterhoek kun je tenminste nog een knijpkat kopen.

Share

Bezint eer gij begint

Je moet nooit boodschappen doen als je honger hebt. Dan ga je namelijk allemaal impulsaankopen doen en kom je thuis met zes repen chocola en drie zakken chips, in plaats van de aardappels en groenten die je eigenlijk had moeten kopen. Bovendien is het slecht voor je portemonnee, want dat familiepak Snickers bij de kassa is altijd duurder dan de verantwoorde boodschappen die op je lijstje stonden. Eenmaal thuis weet je na twee Snickers niet meer waarom je daar nou eigenlijk zin in had en moet je de rest van de week vasten om van het schuldgevoel af te komen. Dat geldt overigens niet alleen voor voedsel, maar ook voor meer substantiële aankopen, zoals het aanschaffen van grond, hebben wij recent ondervonden. En ik vrees dat onze ogen groter geweest zijn dan onze maag.

July19_2014_2Omdat het idee van grootgrondbezitterschap ons tijdens de koop van ons landgoed een beetje naar het hoofd steeg, besloten we namelijk in te gaan op het aanbod van een boer om een stuk van zijn land erbij te kopen. Een hele hectare was tenslotte niet genoeg voor onze inmiddels opgeblazen ego’s, het kon altijd meer, beter, groter. Op dat moment stond het betreffende land nog vol met koolzaad en hadden we er dus geen omkijken naar. We konden volstaan met vergenoegd opscheppen over onze ettelijke vierkante meters, terwijl de boer zich uit de naad werkte. Maar wie het laatst lacht, lacht het best en ik denk dat de boer en hoop lol had toen hij ‘s morgens vroeg met een enorme maaimachine onder ons slaapkamerraam verscheen.

Bulderend raasde het gevaarte de hele dag over het veld, een dikke wolk van koolzaad en opvliegende insecten opstuivend. Aan het eind van de dag ging de boer vrolijk zwaaiend naar huis met zijn oogst, ons achterlatend met een lap braakliggende grond, grenzend aan onze toch al idioot grote tuin. “Wist jij nog dat het zóveel extra grond was?” vroeg mijn moeder voorzichtig, terwijl mijn vader probeerde uit te rekenen hoeveel extra bezine de grasmaaier straks nodig zou hebben. “Ik geloof dat ik het onkruid gewoon ZIE opkomen!” riep manlief verschrikt, terwijl hij naar de moestuin rende om een schoffel te grijpen. Zelf kon ik niet veel anders dan achter de Terroristen aan sprinten, die binnen de kortste keren een sluiproute naar het aangrenzende bos hadden gevonden en tussen de bomen verdwenen.

Het stuk extra grond is ongeveer zes keer zo groot als de moestuin. In de moestuin staat het onkruid inmiddels oksel-hoog. Als we dus willen voorkomen dat manlief noodgedwongen ontslag moet nemen om onkruid te wieden, moeten we zo snel mogelijk gras zaaien op de nieuwe grond. Dat betekent dan natuurlijk wel een dagdeel extra grasmaaien per week. Ik vraag me af of ik dat nog ingepast krijg in het klus,- en tuinier-rooster. Misschien kunnen we de Terroristen leren met een breekijzer en een klauwhamer om te gaan, dan kunnen zij de boerderij verbouwen, terwijl mijn ouders en ik de tuin onderhouden. Als we twee degelijke helmpjes voor ze kopen, voorkomen we waarschijnlijk de ergste verwondingen wel.

July19_2014_9Inmiddels ben ik de beweegredenen voor de aanschaf van de extra grond een beetje kwijt. Je zou toch denken dat we er concrete plannen mee hadden, maar ik kan het me niet voor de geest halen. Wilden we een camping beginnen? Wellicht een geitenboerderij? Of waren we misschien heel erg dronken ten tijde van de koop? Eigenlijk vrees ik dat het gewoon ordinaire hebzucht was. Eén van de zeven doodzonden dus, waarvoor we nu logischerwijs gestraft worden. Manlief biechtte gisteravond huilend op dat hij nachtmerries heeft over agressief onkruid dan langzaam ons huis overwoekert en mijn moeder overweegt één van de auto’s te verkopen om de extra bezine voor de grasmaaier te kunnen bekostigen. Tja, boontje komt om zijn loontje.

Ik vrees dat de Terroristen zichzelf grotendeels zullen moeten opvoeden, want hun moeder heeft nu écht geen tijd meer om luiers te verschonen en boterhammen te smeren. Natuurlijk zou ik me moeten schamen voor onze hebberigheid, maar stiekem geniet ik van mijn zonde. Vooral als ik ‘s ochtends de zon boven mijn eigen weiland zie opkomen en ‘s avonds de reeën op mijn extra land staan te grazen. Als het bij één van de zeven zonden blijft, moet het kunnen, toch? Ik moet er met al dat grasmaaien en die permanent groene voeten tenslotte genoeg voor boeten.

Share

Slaap kindje, slaap

Er zijn een aantal dingen die ze je niet vertellen voordat je kinderen krijgt. Dat babies soms zo explosief poepen dat je het van de muur moet schrapen bijvoorbeeld. Of dat het navelstompje er tijdens een nachtelijke verschoonsessie opeens ongezien af valt en dan wekenlang achter de commode ligt te rotten. En dat je aan het eind van het jaar 600 euro moet bijbetalen aan energiekosten, omdat je de wasmachine gewoon nooit meer uit kunt zetten. Maar het best bewaarde geheim van het ouderschap is nog wel dat je nooit meer slaapt. Manlief en ik slapen al bijna 4 jaar niet meer. Ik wilde dat ik dat van tevoren geweten had, dan had ik alvast een aantal jaar cosmetische behandelingen vooruit gepland om mijn gezicht strak te houden. Inmiddels ben ik zo moe, dat er niks anders meer op zat dan het kopen van een boerderij in de Achterhoek. Zodat gewoon niemand me meer ziet. Want tegen deze wallen kan geen Botox meer op.

SlaapkamerHet eerste jaar is absoluut het ergst. Volgens de boekjes slapen kleine babies zo’n 20 uur per dag, maar dat is een grote leugen. Als dat zo zou zijn, is het mij een raadsel waarom vrijwel alle ouders lijden aan chronische vermoeidheid. Ik ben in ieder geval nog nooit een verse ouder tegen gekomen, die zich het zalige gevoel van uitgerust wakker worden kon herinneren. Het grootste deel van het eerste jaar van Terrorist nr. 1 ben ik vergeten. Ik ga ervan uit dat ik het verdrongen heb. Heel soms heb ik flashbacks waarin ik in het holst van de nacht op de grond naast een wiegje lig, waaruit verontwaardigd geschreeuw komt. Of waarin ik om 05.00 uur ‘s ochtends snikkend aan het aanrecht sta en koffie recht uit het koffiezetapparaat drink. Manlief kan zich gewoon helemáál niks meer herinneren van de eerste anderhalf jaar van het leven van Terrorist nr. 1. We vermoeden dat het slaap-delirium zijn hersenen permanent heeft aangetast.

In de hierboven genoemde boekjes staat ook dat babies na drie maanden doorslapen. Wederom een vuile leugen. Terrorist nr. 1 sliep pas door toen hij 18 maanden oud was. Terrorist nr. 2 wordt volgende maand 2 jaar en bouwt nog steeds met enige regelmaat ‘s nachts een feestje. Ik weet niet welke idioten verantwoordelijk zijn voor de inhoud van die babyboekjes, maar uit het leven gegrepen is het in ieder geval niet. Of de trauma’s van de schrijvers zijn gewoon zo groot dat het weergeven van de werkelijkheid simpelweg te pijnlijk is. Daar kan ik me dan wel weer iets bij voorstellen.

Nu ik kinderen heb, begrijp ik waarom ze slaaponthouding inzetten als martelmiddel in oorlogssituaties. Je gaat er namelijk hele rare dingen van doen. Een paar ton uitgeven aan een boerderij bijvoorbeeld. De koop van ons landgoed is namelijk gewoon de laatste wanhopige poging om de Terroristen aan het slapen te krijgen. Na vier jaar nachtbraken en allerhande vernuftige inbakersystemen, lichtgevende spenen, Nijntje trainingswekkers en andere nutteloze geldklopperij zetten we de joker in: fysieke uitputting. Meters gras om ze iedere dag overheen te jagen, ze te laten rennen tot ze niet meer kunnen. We houden vanaf 08.00 uur ‘s ochtends voetbaltoernooien, spelen tikkertje tot ze erbij neervallen en laten ze daarna nog twee uur rondjes om de moestuin sprinten. Inmiddels ben ik ervan overtuigd dat het tegenwoordig zo populaire fenomeen ‘bootcamp’ ontwikkeld is door oververmoeide ouders die hun kroost probeerden te breken.

Helaas lijkt het erop dat we de sombere conclusie moeten trekken dat ook de aanschaf van een hectare grond niet het gouden ei blijkt te zijn. Nog steeds zijn vijf armoedige uren slaap zo ongeveer het maximale dat we per nacht bij elkaar kunnen schrapen. Wat een strategische move had moeten zijn, lijkt nu zelfs tégen ons te werken. Hoe meer ruimte ze krijgen, hoe meer energie de Terroristen hebben. Is het niet Terrorist nr 2. die in het holst van de nacht besluit dat slapen voor mietjes is, dan is het wel haar grote broer die drie keer wakker wordt omdat er een mug in zijn kamer zit, vervolgens moet plassen en daarna z’n knuffel niet meer kan vinden. En ondertussen eisen alle sportevenementen in eigen tuin hun tol: manlief en ik liggen iedere avond kreperend van de spierpijn in bed. Ja, niet de ouderdom, maar het ouderschap komt met gebreken.

July12_2014_1Manlief heeft afgelopen weekend een konijnenhok gebouwd. De konijntjes zelf moeten nog geboren worden en het hok is een beetje groter uitgevallen dan oorspronkelijk de bedoeling was. Stiekem overweeg ik het ver achterin de tuin te zetten, er twee matrasjes in te leggen en de Terroristen voortaan ‘s avonds buiten te laten slapen. In Scandinavië doen ze dat ook, dus het is heus niet onverantwoord. Bovendien kan het hok op slot, dus ze kunnen ook niet ontsnappen. Misschien gewoon één nachtje per week, zodat mijn wallen over een jaar in ieder geval weer net bóven m’n knieën hangen. En dan hebben manlief en ik ook nog een beetje het gevoel dat we de komende 30 jaar niet voor niks die hypotheek betalen.

Share

1 28 29 30 31 32 35