Iedereen heeft wel een aantal momenten in het leven dat je hele foute keuzes maakt. Wanneer je filosofie gaat studeren bijvoorbeeld, terwijl je weet dat daar geen droog brood mee te verdienen valt. Of als je toch voor de bijl gaat in de schoenenwinkel en dat paar veel te dure stiletto’s op je creditcard laat zetten, terwijl je die maand eigenlijk al stiekem rood staat. Op het moment dat je de beslissing neemt, weet je al dat het gedoemd is te mislukken. Maar je doet het toch. Nou ben ik gelukkig al afgestudeerd en in het bezit van twee schoenenrekken vol hakken die inmiddels betaald zijn, dus ik was in de veronderstelling dat ik voortaan nergens meer spijt van zou hebben. Dat bleek echter een illusie toen ik mezelf kort geleden tegen manlief hoorde zeggen: “Zullen we het Kerstdiner dit jaar eens zelf organiseren?”. Blijkbaar betekent het feit dat je de dertig gepasseerd en je wilde haren dus ruimschoots kwijt bent, niet automatisch dat je ook volledig toerekeningsvatbaar bent.
Ik kan niet precies zeggen wat mij ertoe bewogen heeft voor te stellen dit jaar zelf de kerstkalkoen te braden. Misschien dat de grote overdaad aan twinkelende kerstlampjes die manlief in huis heeft opgehangen mijn blik op de realiteit enigszins heeft vertroebeld. Of het feit dat ik nu al ruim een half jaar op een Achterhoekse boerderij woon, begint zich eindelijk te wreken. Als je tenslotte maar lang genoeg in de provincie woont, krijg je vanzelf last van het kneuterigheidsvirus. Hoe het ook zij, belofte maakt schuld en nu kan ik niet meer terug. Manlief heeft zijn ouders direct ingelicht, dus nu kan ik niet anders dan een wanhopige poging doen de gevulde varkensrollade met stoofperen van mijn schoonmoeder te overtreffen. Ik word er al nachten zwetend wakker van.
Manlief en ik hebben inmiddels al ettelijke ruzies over het menu achter de rug. Ik vind dat we op z’n minst een reerug moeten flamberen, maar volgens manlief is dat niet verstandig op het draagbare camping-gasfornuis dat we in onze, nog te verbouwen, keuken hebben staan. Wat mij betreft zijn dergelijke praktische bezwaren ondergeschikt aan de noodzaak van het hooghouden van ons imago van hippe dertigers op een woonboerderij, die liflafjes op tafel toveren waar Herman den Blijker nog van zou verbleken, maar mijn echtgenoot is onvermurwbaar. Zelfs de nieuwe brandblusser die binnen handbereik van het aanrecht hangt, kan hem niet overtuigen zijn familie straks met een sappig stukje wild te presenteren. Het feit dat hij Bambi waarschijnlijk eigenhandig zal moeten klaarmaken, omdat de gastvrouw zelf nog geen fatsoenlijk ei kan bakken, zal wellicht ook bijdragen aan zijn halsstarrigheid. En hoewel je objectief gezien zou kunnen stellen dat hij daar een punt heeft, vind ik het toch flauw.
Want wat moet ik mijn gasten dan straks voorschotelen? Ik kan op mijn eerste zelf georganiseerde kerstdiner toch moeilijk aankomen met mijn onvolprezen spaghetti bolognese en een bolletje Jumbo huismerk vanille ijs toe. Inmiddels hebben we nog maar drie dagen voor de Kerstdis opgediend moet worden en komen we nog steeds niet verder dan: “Iets met kip dan misschien…?”. Terwijl heel Nederland de boodschappen al lang en breed binnen heeft, moeten wij het straks doen met de afgeprijsde left-overs die donderdag vast al over de datum zijn. En dan heb ik het nog niet eens over de aankleding gehad. Manlief en ik zijn nu bijna vijf jaar getrouwd, maar nog steeds hebben we ons er nog niet toe gezet een bij elkaar passend servies aan te schaffen. Om nog maar te zwijgen over een fatsoenlijke set tafelzilver. Over drie weken vieren we ons Houten Huwelijk en tot mijn grote schaamte moet ik bekennen dat, naast onze gehele huisraad, ook ons bestek van Ikea komt. Het lijkt me duidelijk dat je hieruit kunt concluderen dat wij gewoon nog niet volwassen genoeg zijn om zorg te dragen voor de belangrijkste maaltijd van het jaar.
Mijn eigen ouders zagen de bui al hangen en hebben ervoor gezorgd dat ze op Eerste Kerstdag elders aan hun trekken komen. Aangezien zij mij al bijna 33 jaar kennen, weten ze dat ik de gastronomische vermogens van een slechte snackbarhouder heb en ze dientengevolge waarschijnlijk zelfs met de Kerstspecial van de lokale Domino’s Pizza beter af zouden zijn, dan als ze hun lot deze feestdagen in de handen van hun dochter leggen. En hoewel mijn ouders bereid zijn een hoop van mijn gebreken door de vingers te zien, is het op het spel zetten van hun smaakpapillen met Kerstmis toch net een brug te ver. Terwijl mijn arme schoonouders helemaal uit Amsterdam zullen komen voor wat waarschijnlijk het culinair dieptepunt van hun leven gaat worden, vertrekken mijn eigen ouders richting de Randstad, met achterlating van twee pakketjes zuiveringszout onder de kerstboom en een kaartje met ‘Succes!’ erop.
Ik denk dus dat ik volgend jaar mijn mond maar houd en het plannen van de Kerstfestiviteiten gewoon weer aan manlief overlaat. Als ons huwelijk deze Kerst überhaupt overleeft natuurlijk, want door alle stress gaan we die houten bruiloft misschien niet eens halen. Bij voorbaat ook alvast mijn nederige excuses aan mijn schoonouders en mijn waardering voor het feit dat ze zo beleefd zijn geweest mijn aanbod aan te nemen. Ik zal zorgen dat er veel drank is, dan zijn we misschien ten tijde van het hoofdgerecht al zo beneveld, dat het niemand meer uitmaakt wat er eigenlijk op tafel komt. Volgend jaar gewoon weer ouderwets Kerst in Amsterdam. Ik kan de stoofperen al bijna proeven.