Deze week schreef ik een stukje over Boko Haram en de terreurdaden waarmee deze organisatie Nigeria onveilig maakt. Dit naar aanleiding van de aanslagen in Parijs, waarna de discussie over terrorisme in de wereld weer op scherp kwam te staan. De afgelopen tijd zijn er in Nigeria zo’n 2000 doden gevallen door toedoen van Boko Haram. Daarover werd slechts mondjesmaat bericht en collectief uit protest de straat op gingen we al helemaal niet. In mijn stuk sprak ik mijn verbazing uit en vroeg mij af waarom wij in het Westen blijkbaar meer geven om 17 van onze ‘eigen’ doden, dan om duizenden slachtoffers op een ander continent. Mijn emotioneel relaas kon echter niet op de waardering van iedereen rekenen.
‘Wat een gezeur, wat een Weltschmerz’ stond er de volgende ochtend pontificaal op Facebook. De schrijver van deze onomwonden kritische noot was mij geheel onbekend, ik had nog nooit van de beste man gehoord. In eerste instantie was ik zwaar beledigd en had ik zijn timeline bijna van een zeer venijnige reply voorzien, want hoe durfde deze azijnpisser mij en mijn geschrijf op een dergelijke manier te kakken te zetten, ten overstaan van al mijn 175 beste vrienden op Facebook? Let wel: dit was de eerste keer dat er iemand kritiek had op mijn blog, en alle begin is moeilijk. Tot voor kort had mijn schrijven alleen lovende reacties opgeleverd, dus ik vrees dat mijn ego het afgelopen half jaar enigszins met mij op de loop is gegaan. Nadat ik dus een kalmerend kopje kamillethee had gedronken en de ergste egotripperij gezakt was, besloot ik de meneer in kwestie te bedanken voor zijn reactie en uit te leggen dat ik het betreur als ‘zeur’ ervaren te worden, maar desondanks van mening ben dat bepaald onrecht nou eenmaal becommentarieerd moet worden.
Daarop kwam een reactie die mij aan het denken zette. Want, zo antwoordde mijn opponent, wat heb je aan een tranentrekkend stukje geneuzel, aangezien een potje huilen met z’n allen het probleem helemaal niet oplost? Wat heb je aan verontwaardigd om je heen roeptoeteren, als je vervolgens concreet niks doet? Worden er nu minder mensen vermoord in Nigeria, omdat ik er mijn grote muil eens over open heb getrokken, op een Nederlands blog dat waarschijnlijk bijna niemand leest? Nee, ik kan met grote zekerheid zeggen dat het Boko Haram en de Nigeriaanse regeringsleiders werkelijk aan hun corrupte reet zal roesten wat ik ergens wel of niet van vind. Dus hoe hypocriet ben ik dan eigenlijk, om mezelf heel wat te vinden met mijn maatschappij-kritische stukjes die ik te pas en te onpas de wereld in slinger? Ondertussen zit ik lekker veilig op mijn Achterhoekse hoeve en ben ik dus óók geen irrigatiekanalen aan het graven, in dat Afrika waar ik zogenaamd zo enorm betrokken over schrijf.
Ik zit achter mijn computer en probeer van een afstandje naar mezelf te kijken. Dankzij de harde opmerking van een meneer die ik helemaal niet ken. Eigenlijk schrik ik best een beetje van het feit waar deze onbekende mij met mijn arrogante neus keihard op gedrukt heeft: ik ben veel geblaat en weinig wol. Auw, dat doet best een beetje pijn. Ik zou mezelf namelijk liever recht in de spiegel aan willen kunnen kijken en oprecht kunnen zeggen dat ik iets gedáán heb. Iets veranderd heb. Want het is natuurlijk wel heel makkelijk, om het overal maar mee oneens te zijn, maar vervolgens al die mooie woorden niet in daden om te zetten. Waarschijnlijk zou ik een enorm slechte politicus zijn: altijd maar in de oppositie.
Waarom heb ik, en al die columnisten met mij, die soortgelijke stukjes schrijven, overal een mening over, maar komt er niks wezenlijks uit onze handen? Kun je eigenlijk wel echt iets bewerkstelligen, als je eenzaam achter je typemachine zit? Tenslotte ben ook ik maar een individu, ik heb gewoonweg niet de oplossing voor de terreur in Nigeria. Of het geweld in het Midden-Oosten. Ik doneer dus maar een euro, maar realiseer me ook dat die rechtstreeks in zakken terecht komt waar ik mijn geld liever niet zou zien. Lanceer dus maar het zoveelste kritische stukje in de nimmer aflatende stroom van uniforme opinies. Want wat moet ik anders? Daadwerkelijk mijn boeltje pakken en mijn levenslessen gaan prediken bij de bron van al het kwaad? Dat zou natuurlijk het meest eerlijk zijn. Maar ja, ik woon in de Achterhoek. Heb een gezin, een eigen leven. En kies dus altijd daarvoor. Voor mezelf. Is dat egoïstisch? Ja, ik denk het eigenlijk wel. Blijkbaar ben ik helemaal niet zo maatschappelijk betrokken. Of in ieder geval niet zo dapper als ik mezelf op dat papier laat lijken.
Toch blijf ik maar mijn stukjes schrijven. Meestal gewoon vrolijk over het platteland. Maar soms ook over het wereldleed. Omdat ik toch een beetje bij wil dragen en er niet veel meer is dat ik echt kan doen. Omdat ik hoop dat ik, met mijn ‘gezeur’ en mijn ‘geneuzel’ toch misschien een handjevol mensen, mezelf incluis, even aan het denken zet. Over de wereld, zichzelf en hun plaats daarin. Want verandering is niet alleen maar actie, het is ook bewustwording. Dat deel neem ik dan maar een beetje voor mijn rekening, ook al is het dan een zwaktebod. Dus merci, meneer de criticaster, ik ben oprecht blij dat u mij met mezelf heeft geconfronteerd. Ik weet weer even waar ik sta en dat is zeker niet verkeerd. En verder nog bedankt voor het gebruik van het woord ‘Weltschmerz’. Prachtig, die neem ik in mijn vocabulaire op. Als ik dan nog een keer een dramatisch stukje schrijf over de arme kindertjes in Afrika, wordt het in íeder geval taaltéchnisch nog aardig om te lezen.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.