september 2015

Autistje veilen

Een vriendin van mij vertelde laatste dat haar zus met de handen in het haar zit. De school van haar zoontje moet namelijk opeens sluiten. Want er is geen geld meer en dus moeten de leerlingen binnenkort ergens anders naartoe. Maar het jongetje in kwestie is er niet zomaar eentje. Hij heeft namelijk PDD-NOS en daarnaast ook nog ADHD, dus hij komt met een gebruiksaanwijzing. Op zijn oude school kenden ze de handleiding heel goed uit hun hoofd en ging het met hem dus allemaal gestaag. Ups en downs, dat wel, maar toch wel overwegend goed. En hij zat er op zijn plek. Maar nu wordt die plek onder zijn kleine voeten vandaan getrokken en staat dit speciale jongetje moederziel alleen, met zijn rugzak op de straat. Want opeens wil niemand hem meer hebben. Plotseling is hij vogelvrij.

Want sinds het Passend Onderwijs is in gegaan, wordt er schaamteloos geschoven met de zorgenkindjes in ons land. Als pionnetjes worden ze in het mijnenveld van het onderwijs geplaatst en iedereen loopt er met een grote boog omheen. Want het ontploffingsgevaar is groot. Scholen hebben zogenaamd een ‘zorgplicht’, maar komen die plicht helaas in veel gevallen helemaal niet na. Niet eens zozeer omdat ze zich eens even lekker makkelijk van hun nieuw verworven verantwoordelijkheid af willen maken, maar gewoon omdat ze niet weten wat ze ermee aan moeten. Negen van de tien scholen schrijven de probleemkinderen niet eens in, als ze door hun ouders worden aangemeld. Omdat ze zo schrikken van de duimendikke dossiers die op hun deurmat vallen, dat ze spontaan een aanval van handelingsverlegenheid ontwikkelen. En het kind in kwestie dus maar snel ergens anders over de drempel duwen.

Ouders moeten op het matje komen, om uit te leggen waarom hun kind meer nodig heeft dan de rest. Om vervolgens nul op het rekest te krijgen en met hun ‘Leipe Loetje’ aan de hand een deurtje verder weg worden gebonjourd, waar het hele circus gewoon weer helemaal opnieuw begint. Schoolleidingen zijn zich van geen kwaad bewust en in de veronderstelling dat ze enorm goed bezig zijn met Passend Onderwijs, terwijl niets dus minder waar is. Want leerlingen mogen helemaal niet geweigerd worden. Ook niet als ze door de gangen stuiteren van de ADHD, scheel zien van de dyslexie, of enorm Rain Man-achtig op het zogenaamde ‘autistisch spectrum’ zitten. Schrijven ouders hun zorgenkindje ergens in, dan moet de school er echt mee aan de slag. De poorten sluiten is wettelijk verboden. Ook als daar een vreemde eend in de bijt op staat te kloppen.

Sander Dekker staat ondertussen achter de ophaalbrug zijn schouders op te halen. Want hij hoort de ijle hulpkreten die over de slotgracht zweven gek genoeg niet zo goed. We moeten gewoon een beetje meer geduld hebben, volgens de staatssecretaris, want het Passend Onderwijs staat nog maar in de kinderschoenen. En ieder kind heeft tenslotte last van groeipijnen. Dat zouden wij als ouders toch zeker wel moeten weten? Maar dat is allemaal leuk en aardig, meneer Dekker, echter als het gaat om kinderen, kan het Passend Onderwijs zich helaas geen puberteit veroorloven. Want als we nu niet oppassen, beste Sander, dan worden die groeipijnen die onze zorgenkindjes toch inderdaad al hebben, straks nog chronischer dan ze nu al zijn. En daar valt dan echt niet meer overheen te groeien.

Zorgenkindjes in de aanbieding, wie biedt, wie gaat er met de beste deal naar huis? We hebben er genoeg, in alle soorten en in alle maten, dus wees er snel bij, Nederlandse scholen, dan pik je misschien de krenten nog een beetje uit de pap. En valt de aankoop toch wat tegen, dan kan er altijd nog geruild worden. Jij de autist eventjes proberen? Dan neem ik die met dyslexie. Ze zijn tenslotte toch al in de uitverkoop, dus als het niet bevalt, is het geen ramp. Je doet ze gewoonweg van de hand. Want als jij die schoen niet helemaal goed past, is er vast wel ergens iemand anders die hem aan kan. Toch?

Hoe lang mag adolescentie duren, als de puberperikelen de spuigaten beginnen uit te lopen? De zorgenkindjes gaan van hand tot hand, net zoals grote liefdes onder tienermeisjes. En zeg nou zelf, beste mijnheer Dekker, u zou toch ook niet staan te te springen als u toe moest kijken hoe uw dochter steeds maar in de armen van de verkeerde valt? Dus waarom is dat met al die zorgleerlingen dan opeens geen probleem? Zo langzamerhand zouden die akelige witte kopjes op de puisten van het Passend Onderwijs weleens uitgeknepen mogen worden, ik denk dat er nu wel genoeg gepuberd is. Want dat aan ons ouders zo beloofde perzikhuidje dat er onder dat pokdalige gelaat zit, zou ik nu toch best weleens een keertje willen zien.

Share

Kruispunt

Het was een prachtige dag in januari, toen ik in een klein ivoorkleurig jurkje richting het spreekwoordelijke altaar liep. Hand in hand met mijn natuurkundige, over de Suskindbrug in Amsterdam, onder een strakblauwe hemel, met onder onze voeten een dikke laag spierwitte sneeuw die de stad in stilte hulde. Een boeket rode rozen in mijn ene hand en de vingers van de man met wie ik mijn leven zou gaan delen vervlochten in de andere. Ik gaf mijn ja-woord stralend, met zekerheid en vol verwachting. Verwachting over het leven dat aan onze voeten lag. Want laten we eerlijk zijn, wie denkt er, op het moment dat die ring om je vinger geschoven wordt, dat het misschien wel niet zal werken? Dat je, ettelijke jaren later, diezelfde ring met tranen in je ogen van je vinger laat glijden en hem opbergt in een doosje, samen met het leven wat je dacht te zullen hebben? Niemand denkt dat. Want op dat moment, daar, voor het ‘altaar’, in de mooiste jurk die je ooit gedragen hebt, ben je waar je zijn wilt. Met al je hart en ziel. Natuurlijk. Op dat moment wel.

Mijn natuurkundige, mijn manlief en ik, wij zijn nu alleen niet meer op die plek. Op die plek waar we al die jaren geleden stonden. En waar we dachten te zullen blijven staan. Of van waar uit we in ieder geval dachten vanaf dat moment dezelfde kant op te zullen gaan. Samen, hand in hand. Na al die jaren gaan we echter niet langer meer dezelfde kant op en zullen onze wegen dientengevolge moeten scheiden. Hij gaat naar links en ik naar rechts, we zijn aangekomen op een kruispunt. Opnieuw geven we elkaar een hand, maar nu dan om gedag te zeggen. Omdat zijn afslag niet de mijne is. En mijn richting niet de zijne. Dat is verdrietig, want samen reizen is altijd veel gezelliger en niemand is erg graag alleen. Ik wil geen afscheid hoeven nemen van mijn reismaatje, maar soms blijkt eenmaal onderweg dat je allebei probeert een hele andere kant op te lopen. Uiteindelijk geraakt dan niemand op de plaats van de bestemming en blijf je steeds maar weer verdwalen. En even dolen is niet erg, maar uiteindelijk moet je toch die broodkruimels gaan volgen, om door de bomen het bos weer goed te kunnen zien.

Meer dan een jaar lang hebben een groot aantal mensen meegelezen op dit blog. Meegelopen op de weg die hij en ik bewandelden. Die samen met ons voor het eerst de sleutel in het slot van onze Achterhoekse hoeve staken. Die zagen hoe ik met de spetters op mijn neus de eerste muurtjes in de verf zette. Hoe we als ex-Amsterdammers onze intrek namen op het platteland. En hoe gelukkig we daar waren. Dus, misschien rijst nu de vraag: was het dan allemaal maar schijn? Een verhaal, misschien zelfs wel een leugen? Met mijn hand op mijn hart zeg ik daarom: nee. Nee, zeker niet. Het is met pijn in mijn hart dat ik nu afscheid neem van de man die jarenlang mijn manlief is geweest. De man die mij de twee mooiste cadeaus van mijn leven heeft gegeven. En met wie ik van Amsterdam, naar Amerika, naar de Achterhoek ben gegaan. Wiens hand ik vastgehouden heb op de Magere Brug, de Golden Gate Bridge, maar wiens hand ik nu loslaat in de Achterhoek. Niet omdat ik niet van hem houd, maar omdat het simpelweg niet anders kan. Want soms loopt het leven zo. En dat weet je gewoon niet van tevoren, als je voor dat altaar staat.

Een nieuw hoofdstuk. In mijn leven en dus ook op dit blog. Maar ook gewoon nog steeds met mijn Terroristen en alles wat daarbij komt kijken. Met aardbeien kweken, een beetje grasmaaien en noodgedwongen glutenvrije taarten bakken. Daarnaast ook gewoon nog steeds met mijn nimmer aflatende verbazing en verontwaardiging over de wereld om me heen en mijn niet zelden onomwonden meningen. En, natuurlijk, ook nog steeds met ex-manlief, want ook zonder ringen blijven we hand in hand staan. Ik houd van hem en hij van mij en dat zal nooit veranderen. Liever in vriendschap verbonden, dan in de echt, als dat eigenlijk gewoon niet meer kan. Nog steeds zullen we samen het hoofd moeten bieden aan het autisme van onze zoon, aan de gezondheidsproblemen van onze dochter. Gescheiden, ja. Maar toch ook heel erg samen. Conscious uncoupling, om maar even met Gwyneth Paltrow te spreken. Ja, we blijven stiekem wel een stelletje stadsyuppen natuurlijk. Dus ook scheiden doen we hip.

Omdat ik over alles altijd open ben geweest hier op dit blog, ben ik dat ook hierover. Dat kan niet altijd op waardering rekenen en dat is verder prima. Iedereen zijn mening en ik kan ondertussen best wat hebben. Maar toch wil ik jullie vragen: spaar mij en daarmee ons, in dit geval een beetje. Want hoewel wij, manlief, de kinderen en ik, elkaar nog steeds omhelzen, hebben we ook best veel pijn. En moeten we een beetje rouwen en ons leven en onszelf opnieuw weer uitvinden. Daar zijn we hard mee bezig en eigenlijk gaat dat best wel goed. Dus gun ons wat coulantie en een aai over onze bol. Ongezouten meningen, ik ben ervoor, echt waar. Maar zelfs ik zeg: there is a time and place for everything. Ja, ik leg zelf mijn leven enigszins op straat. Maar ga er dan nu eventjes niet bovenop staan, als dat kan. Ik zou het leuk vinden als je met ons mee blijft lopen, op het nieuwe pad dat wij nu gaan bewandelen. Want wie weet waar we uitkomen? Er zijn tenslotte vele wegen die naar Rome leiden. Dus laten we dan nu samen maar een nieuwe weg inslaan.

Share

Maakbaar

Laatst had ik een gesprek met iemand over het leven. Ik ga tenslotte richting de verkeerde kant van de dertig, dus dan krijg je last van filosofische aanvallen en ga je diepgaande gesprekken voeren met andere dertigers. De fase vóór de midlife crisis, zeg maar. Over vijf jaar koop ik een rode Porsche met open dak (als ik dan tenminste ein-de-lijk dat rijbewijs heb gehaald…), maar nu zit ik nog even in de voorbereidende ‘is dit alles?’ fase. Want, wat is er in vredesnaam met mijn leven gebeurd, vroeg ik aan mijn gesprekspartner. Hoe ben ik hier terecht gekomen? Met twee lieve, maar toch wel enigszins gemankeerde Terroristen en een enge sluipmoordenaar in mijn eigen hoofd, die me misschien over een tijd wel in een rolstoel zet? En hoe moet ik nu ooit nog bereiken, wat ik graag zou willen? Met mijn vermoeide hoofd in mijn handen, keek ik hem aan. Kom maar door met dat medelijden.

Wat volgde was een schouder ophalen. Want: “Het is maar wat je er zelf van maakt” was zijn mening. En mijn kaak lag op mijn enkels. Pardon? Hoezo? Wat ik er zelf van maak? Ik kan er toch zeker niks aan doen dat ik een kind heb met autisme en nog eentje met een lijfje dat niet meewerkt? En heb ik er soms voor gekozen om MS te krijgen? Nee toch zeker? Hoe moet je het leven dat je eigenlijk voor ogen had nog vormgeven, als je met zoveel rotzooi om je oren geslagen wordt? Dat is toch schier onmogelijk? Hij keek me aan, een geamuseerde glimlach om zijn mond, terwijl mijn ogen vuur schoten. Wachtte geduldig mijn woest relaas af, legde zijn hand heel even op de mijne. “Maar, wat wil je dan precies?” was toen de vraag en even werd het stil. “Nou” sputterde ik toen geïrriteerd, “schrijven natuurlijk. Dat is altijd zo geweest”. Weer die glimlach en een knikje naar mijn laptop. Want: “Je bent toch ook een schrijver, dus je hebt toch wat je wilt?”. En even was ik uit het veld geslagen.

Is het leven maakbaar? De persoon uit het gesprek is de mening toegedaan van wel. Dat is ook logisch, want hij is een zogenaamde ‘priviliged white male’, die het altijd behoorlijk voor de wind is gegaan. Omdat hij hard gewerkt heeft, dat is zeker waar, en dat dus in principe ook verdient. Maar: ook omdat het leven hem tot nu toe gunstig gezind is geweest. En dat is ook een stukje toeval. Sommige dingen kun je niet voorzien, hoe erg je ook je best doet. Ziekte, dood en andere ellende, het overkomt je en dan zit je er maar mee. Je slaat een weg in die je niet had willen nemen, maar de andere route is plotseling afgesloten en dus moet je toch dat ene pad bewandelen. Dat pad met al die kuilen in de weg, dat pad dat zoveel langer en bochtiger is dan de rechtstreekse route. Je weet wel waar je heen wilt, maar of je de plaats van bestemming nu nog wel bereikt, dat is opeens nog maar de vraag. Verwachtingen vervliegen, dromen moet je aanpassen. Daar moet je je bij neerleggen. Such is life, tenslotte. Toch?

Ik wilde altijd schrijver worden. Zo lang als ik me kan herinneren, heb ik dat gewild. Er niks anders dat mij roept, dan mijn hoofd te legen op papier. Verhalen te vertellen en te schilderen met woorden. Daar ben ik mee geboren en dat gaat nooit meer weg. Maar het leven heeft mij heel lang lamgeslagen, met autisme, ziekte en nog veel meer. En dus verdween ik langzaam naar de achtergrond van mijn eigen leven, leefde mijn leven mij, in plaats van ik mijn leven. En werd degene die ik ben en datgene wat ik eigenlijk wil, langzaam een schim van wat het ooit eens was geweest. Omdat ik dat liet gebeuren. Het is makkelijk te verzanden in onmogelijkheden en obstakels, te vergeten wie je bent en wat je kan. En vooral: te vergeten wat een kracht je hebt, als je gewoon gaat halen wat je hebben wilt, want dat, dat is de crux.

If you want it, come and claim it. Want echt, niemand anders komt het brengen. En dan opeens ligt de wereld toch weer aan je voeten. Anderhalf jaar geleden besloot ik mijn pen weer op te pakken, omdat het bloed toch altijd kruipt waar het niet gaan. En nu, eigenlijk zonder het me te realiseren, ben ik eindelijk geworden wat ik als klein meisje altijd al heb willen zijn: een schrijver. Of misschien beter gezegd: mezelf. Ondanks, of eigenlijk misschien wel dankzij, alle hordes die het leven voor mijn voeten heeft gelegd. Omdat ik me er niet door heb laten tegenhouden, er overheen gesprongen ben, omdat die weg rechtdoor, ook mét obstakels, toch nog altijd sneller is, dan de alternatieve route. En ik gewoon geen zin meer heb om ergens anders uit te komen, dan waar ik eigenlijk moet zijn.

Helemaal maakbaar is het leven niet. Want sommige dingen overkomen je en soms moet je dan weer even heel goed op de kaart kijken, voor je je weg weer kunt hervatten. Maar je komt er wel, als je maar stug door blijft lopen. En helaas, de één krijgt meer geluk toebedeeld dan de ander. Dat is oneerlijk, maar: what doesn’t kill you, makes you stronger. Hoe je omgaat met de dingen die je overkomen, dat bepaal je zelf. Dus ik draai nu de rollen om. Neem de regie over uit de handen van mijn leven en ga zelf de scepter zwaaien. Een beetje laat, maar ach, beter laat dan nooit tenslotte. Ja, mijn routeplanner doet het weer. Ik bewandel nu mijn eigen weg en ga halen wat ik hebben wil. Loop je met me mee?

Share

Waar blijft de moederende carrièretijger?

Afgelopen week kondigde Yahoo CEO Marissa Mayer aan dat ze, na de geboorte van haar tweeling in december van dit jaar, slechts twee weken zwangerschapsverlof zal opnemen. Twee weken. Na de geboorte van een tweeling. Want: the show must go on, het werk gaat door. En met een topcarrière is knuffelen met je baby (of je hechtingen laten oplossen, for that matter), eigenlijk gewoon not done. Ik vraag mij dan af: beste Marissa, waar ben je nou eigenlijk mee bezig? En vooral: welk voorbeeld geef je aan vrouwen? Dat carrière maken en moederen dus eigenlijk nog steeds niet samen gaan. Want wil je scoren op de werkvloer en net als jij een office with a view hebben, dan moet je dus twee weken na het werpen alweer in je kitten heels stappen, met je nog gezwollen enkels en het kraamverband nog in je onderbroek. Anders kun je die carrière blijkbaar wel opbergen tussen de hydrofielen.

Het mag dan 2015 zijn, voor vrouwen is het nog steeds heel moeilijk om de top van de carrièreladder te bereiken. In de Fortune 500 staan slechts 25 vrouwelijke CEO’s. De cijfers zijn de afgelopen eeuw weliswaar gestegen, maar eigenlijk mag het nog steeds geen naam hebben. Hoe komt dat? Onder andere omdat baren en de carrièretijger uithangen nog steeds twee onverenigbare grootheden zijn. Want ben jij een grote dame bij een belangrijk bedrijf, dan kun je eigenlijk geen moeder worden. Daar heb je namelijk geen tijd voor. En sla je toch aan het werpen, dan is het niet de bedoeling dat je daarna ook nog tijd besteedt aan je kroost. Want in de wereld van de topcarrières kom je niet mee als je geen haantjesgedrag vertoont. De weinige vrouwen die wél een lederen bureaustoel onder hun kont hebben, zouden dientengevolge dus eigenlijk een lans moeten breken voor ons allemaal. Want constant bonken tegen dat glazen plafond heeft weinig zin, als de vrouwen die je door het glas heen kunt zien, niet de neiging hebben met hun gezusters mee te breken.

Pepsi’s Indra Nooyi kondigde vorig jaar aan dat ‘women really can’t have it all’ en iedereen viel over haar heen. Maar, als we eerlijk zijn: ze had wel gelijk. “Als je het mijn dochters vraagt, weet ik eigenlijk niet of ze mij zouden omschrijven als een goede moeder” bekende Nooyi. Ze was er namelijk nooit. Omdat de CEO van Pepsi simpelweg geen tijd heeft om voorleesmoeder te zijn op school. Of haar kinderen naar balletles te brengen. Of ‘s avonds Franse woordjes te overhoren. Mama moet namelijk werken. Het tackelen van de veeleisende taak een internationale multinational te runnen en tegelijkertijd betrokken een gezinsleven te bestieren is, op zijn zachtst gezegd, een uitdaging. Een uitdaging waar werkende vaders eigenlijk niet tegenaan lopen. Want heb je als man een topcarrière, dan vindt iedereen het normaal dat je ‘s middags niet op het schoolplein staat. Maar de weinige vrouwen die zich dagelijks in maat-mantelpak hijsen en daarnaast ook gehoor hebben gegeven aan de biologische neiging zich voort te planten, worden met argusogen gevolgd. Zo ook Marissa Mayer van Yahoo. Wat haar, ook al is het misschien tegen wil en dank, in een voorbeeldfunctie plaatst.

“Ik heb een gezonde, ongecompliceerde zwangerschap” liet Mayer onlangs weten op haar Tumblr blog. “Daarom neem ik dus gelimiteerd vrij en blijf ik gedurende mijn twee weken verlof ook gewoon werken”. Kortom: heb jij een onbezorgde zwangerschap? Dan is er geen enkele reden om langer dan twee weken met je net bevallen kont thuis op de bank te blijven hangen. Take that, ladies! Het feit dat Mayer de indruk wekt dat het logisch is om zo snel na je bevalling alweer op de werkvloer te staan, daar kun je met recht de nodige vraagtekens bij zetten. Want alhoewel Mayer haar flitsverlof op Tumblr neerzet als normaal, is het dat natuurlijk niet. Om over de vraag of het realistisch is, nog maar niet te spreken. Welke boodschap geeft Mayer hiermee aan andere vrouwen? Dat twee weken bijkomen van een bevalling wel genoeg is. En, misschien nog wel kwalijker, dat je niet geschikt ben voor een topfunctie als je langer dan twee weken vrij wilt hebben als je net een kind hebt gekregen. Dat dat voor de meeste vrouwen nogal een betekenisvolle en heftige aangelegenheid is, daar lijkt Mayer volledig aan voorbij te gaan. Sterker nog, de Yahoo CEO wekt met haar statement de indruk dat tijd nodig hebben om te herstellen en te wennen aan het leven als moeder een zwaktebod is. Tja, als de weinige powervrouwen die we hebben dat soort signalen uitzenden, kunnen we de emancipatie net zo goed gelijk opgeven.

Moet Mayer ‘gedwongen’ langer verlof nemen, alleen maar om andere vrouwen te accommoderen? Nee, natuurlijk niet. Want iedere vrouw moet doen wat voor haar goed voelt. Maar wat ze zich wél moet realiseren is dat zij een voorbeeld is voor vrouwen die achter haar op de carrierèladder staan. Jonge, ambitieuze, vrouwen, die naar haar op kijken en zich aan haar spiegelen. Die misschien wel ergens CEO willen worden, maar ook graag moeder. En dan misschien wel parttime willen gaan werken. Of gewoon, iedere dag om half zes naar huis, zodat ze samen met hun kroost een hapje kunnen eten en ze zelf naar bed kunnen brengen. Meer vrouwen aan de top zou geen overbodige luxe zijn. Al was het alleen maar voor de gelijkheid in de wereld. Maar hoe moeten we dat voor elkaar krijgen, als het schaarse groepje powervrouwen dat we hebben, daar nog steeds geen lans voor probeert te breken en zich braaf conformeert aan de geldende haantjesnorm in het bedrijfsleven?

Ik wens Marissa Mayer een voorspoedige bevalling en een fijn verlof. En hoop dat zij haar tweelingdochters straks zal leren dat je die best of both worlds dus echt wél kunt hebben. Oók als je langer dan twee weken met je babietje in bed wil liggen. Want anders vrees ik dat we in de Fortune 500 op die paar verdwaalde vrouwen blijven hangen.

Share

Hoe dik is jouw ik?

Afgelopen lente viel Nederland in groten getale over premier Mark Rutte heen, nadat hij zijn inmiddels nationaal beroemde ‘Dikke Ik’ speech hield op een partijcongres in Arnhem. Want: hoe durfde een bevoorrechte kapitalistische rechtse bal zoals hij het te hebben over het zogenaamde egoïsme van mensen die na hun ontslag ‘meteen naar het UWV rennen’ voor een zak met geld, in plaats van in de pen te klimmen om te gaan solliciteren. En hoezo had hij kritiek op de bonusgraaiende bankdirecteuren die het geluk (of eigenlijk: de ponden) gingen zoeken in Londen, terwijl hij zelf ook iedere maand met een riante salarisstrook naar huis gaat? Laat ik voorop stellen dat ik niet Rutte’s grootste fan ben. Maar als ik zie wat er de laatste tijd in ons land gebeurt, dan begin ik toch stiekem wel een beetje te geloven, dat de ‘ik’ van heel veel Nederlanders inderdaad behoorlijk aan de corpulente kant is.

Wist u, dat er deze week een klein 3-jarige jongetje aan het strand van Bodrum in Turkije is aangespoeld? Hartstikke dood was ‘ie. Verdronken. En zijn 5-jarige broertje ook. Daar waren dan alleen geen foto’s van. Maar van Aylan wel. Aylan Kurbani. Zo heette hij namelijk. Ja, dat jongetje had een naam. Hij was namelijk een mens. Was, zeg ik. Want nu is hij dood. Net zoals meer dan 25.000 andere vluchtelingen, die probeerden in gammele bootjes de Middellandse Zee over te steken om naar Europa te komen. Mannen en vrouwen, vaders en moeders, opa’s en oma’s, broertjes en zusjes. Opgepropt zaten ze in het pikkedonker midden op zee. Terwijl de golven tegen het rubber van hun bootje klotste en om hen heen niks anders was dan open water. En onder hen de peilloze zwarte diepte van de zee, waarin ze weldra zouden verdwijnen. Want de overkant, die zouden ze nooit halen.

“Dat zijn geen vluchtelingen, dan zijn gelukszoekers!” roept menigeen in Nederland. En oh ja, degenen die geen geluk komen zoeken, dat zijn dan vast en zeker terroristen. Dus die moeten wij hier niet. Kijk ze schaterlachend in die bootjes stappen met hun zakken vol dukaten en aan hun voeten de nieuwste Nike Air Max. Hoezo zijn dat zielige arme mensen die niks hebben? Wat een onzin, je ziet toch in één oogopslag dat dat niet waar is. Nee, een stelletje moslim-profiteurs zijn het, die aan Europa’s poorten komen kloppen voor gratis geld, een sociale huurwoning en er dan en passant ook maar meteen vandoor gaan met onze vrouwen en de werkgelegenheid. En dat allemaal, ja, daar komt ‘ie weer, van onze belastingcenten. Nou, mooi niet, dikke lul, drie bier, dat kunnen ze vergeten. Dat schorem aan de grens. Optrekken die brug, laat ze niet over de slotgracht komen. Gooi dicht die grenzen, Europa geeft niet thuis.

“Eigen volk eerst!”. Ja, ik heb hem echt gehoord. En dat is toch wel schokkend. Want weet u, beste mensen, volgens mij gaat het met ons ‘eigen volk’ helemaal zo slecht nog niet. Zeker niet als je het vergelijkt met Aylan Kurbani en de zijnen, die aanspoelen op stranden omdat ze huis en haard hebben moeten achterlaten. Omdat het er, daar waar Aylan vandaan kwam, dus wél behoorlijk kloterig aan toe ging. En er daar geen brood meer in de supermarkt lag. Anders dan bij onze Albert Heijn, waar de biologische speltcrackers je toch echt nog steeds om de oren vliegen. Mag ik u vragen, beste Nederlander, heeft u er een kippenpootje minder om gegeten, door die vluchtelingen die volgens u uw welvaart komen op souperen? Echt waar? Kwam er gisteren geen geld meer uit de automaat, omdat er weer een Syrische mama met haar baby onder het treinstation is bijgekomen? Goh, wat gek. Want ik eet toch elke dag nog een dikbelegde boterham.

Wist u, dat Syrië nog niet zo lang geleden een mooi, ontwikkeld en bovendien geïndustrialiseerd land was? Waar ze dus ook Nike Air Max verkochten en de mensen geld in hun portemonnees hadden? Net zoals hier, in Nederland, dus eigenlijk. En stel nou hè, dat het niet de Syriërs waren die moesten vluchten voor geweld, terreur en meer van dat soort gruwelen, maar dat wij dat waren? Dat u het zelf was, dat u uw boeltje en uw kinderen bij elkaar moest graaien en naar de kust moest vluchten om de boot te pakken, omdat u er anders in ieder gevál niet levend meer vanaf zou komen? Zou u dan niet ook uw bankrekeningen plunderen en de biljetten in uw zak proppen? Al uw sieraden omhangen en uw beste schoenen aantrekken? Want je kunt het tenslotte maar het beste bij je hebben, als je moet rennen voor je leven. Toch?

Je stap niet in het holst van de nacht in een bootje, alleen maar omdat je zo graag een mooie Europese Miele wasmachine hebben wilt. Of een uitkering van de Nederlandse staat. Als je 3 jaar bent en Aylan Kurbani heet, dan ben je geen terrorist die de zee over komt gevaren om een bom onder Europa te leggen. Mensen laten hun vaderland, hun huis en hun geliefden niet achter om in een vreemd land de mensen moedwillig van hun welvaart te beroven. Dergelijke wanhoopsdaden onderneem je alleen maar omdat je het gevoel hebt niet anders meer te kunnen. Omdat de dood je op de hielen zit en je hoopt hem door te vluchten één stap voor te blijven. En omdat je waarschijnlijk één van de weinigen in dat gevaarlijke land bent, die nog net dat beetje geld heeft om de oversteek te kunnen maken. Al die anderen, die zijn namelijk al dood. Of in ieder geval hun laatste dagen aan het afstrepen. Dus, gelukszoekers? Hoe durf je het woord zelfs maar in je gedachten te formuleren. Ga jij maar eens op een boot naar de overkant, met je kleine baby in je armen. Ik ben namelijk best benieuwd hoe gelukkig jij dan bent.

Word eens wakker Nederland en trek het ventiel eens uit dat opgeblazen ego. Misschien dat er dan wat ruimte komt voor empathie en mededogen. Ga eens naar de Albert Heijn, wentel je daar voor de lol in onze weelde en dank God op je blote knieën voor wat je hebt. En denk dan eventjes aan Aylan, voordat je weer azijn gaat pissen over hoe slecht wij het hier toch wel niet hebben, terwijl er huilende, verloren mensen op de stoep staan. Want ik mag Mark Rutte mag dan een opgeblazen rechtse bal vinden, in één ding moet ik hem gelijk geven: die Nederlandse Ik, die is echt veel te dik.

Wil jij ook iets doen voor al die mensen die noodgedwongen hun thuisland hebben moeten verlaten? Sluit je dan aan bij dit initiatief en werk mee aan een wereldwijde, humane oplossing voor de vluchtelingenproblematiek.

Bezoek op 12 September ook de European Day of Action for Refugees!

Share