Gisteravond was ik vroeg naar bed gegaan. Omdat ik moe was van een lange week werken. Ik had mijn twee kinderen in bed gestopt, zelf nog met een kopje thee op de bank een halve film gekeken en was daarna heerlijk onder de wol gekropen. Warm, veilig, geborgen. Alleen maar om vanmorgen wakker te worden en te ontdekken dat Parijs in brand stond. Alweer. Terwijl mijn kinderen in hun pyjamaatjes aan hun eerste Lego bouwwerk begonnen, stond ik met mijn bek vol tanden en de i-Pad in mijn handen ongelovig voor het aanrecht. Goedemorgen wereld, another day, another day. Voor mij althans. Godzijdank. Maar voor een hele hoop mensen plotseling niet meer.
Als er dit soort dingen gebeuren, is mijn eerste gedachte: ik moet erover schrijven. Dat zal het journalistenbloed wel zijn, dat je niet echt anders kan dan je verontwaardiging en je afschuw per direct zwart op wit te zetten. Dus ook nu was mijn eerste impuls mijn laptop open te klappen en me op papier af te vragen waar het in godsnaam heen moet met de wereld. Maar toen dacht ik: wat moet ik in vredesnaam nog zeggen? Ik weet niet of ik overdrijf, maar het lijkt wel alsof dit soort gruwelijkheden tegenwoordig aan de lopende band gebeuren. En wat moet je op een gegeven moment nog meer zeggen dan: in vredesnaam, hou op? Wat voor nieuws kun je nog meer zeggen over dingen die je gewoon echt nooit zult kunnen begrijpen? Wat moet je nog méér zeggen over het zoveelste bloedvergieten, behalve: gatverdamme. Want, waar het heen moet met de wereld? Ik kan mijn kop wel in het zand steken, echter, zo langzamerhand bekruipt mij een gevoel van dat ik dat eigenlijk wel weet.
Ik wilde deze ochtend opstaan en mijn twee kinderen vertellen dat Sinterklaas vandaag aankomt in ons land. Dat het een leuke dag is, een dag van vrolijkheid en verwachting. Samen kijken naar de intocht op tv met een bakje pepernoten en daarna naar het plaatselijke onthaal van de Goedheiligman. Natuurlijk heb ik alsnog die Sinterklaasliedjes opgezet en ze verteld dat ze vanavond hun schoentjes mogen zetten. Want voor de kinderen blijft vandaag gewoon de dag dat het leukste kinderfeest van Nederland begonnen is. Maar voor mij en waarschijnlijk voor alle ouders die straks bij de intocht staan, voelt het toch dubbel. Omdat er in Parijs ouders zijn die vandaag opeens moesten opstaan zonder hun kinderen. Mensen die niet meer samen met hun geliefden ooit nog wat dan ook voor feest zullen kunnen vieren. Omdat hun geliefden er plotsklaps niet meer zijn.
Ik schrijf er weer over, maar eigenlijk weet ik echt niet meer wat ik moet zeggen. Nog een reden waarom dat mij angst inboezemt is dat alles over dit soort dingen blijkbaar al gezegd is. En dat is heel erg vreselijk, want betekent dat dan niet dat dergelijke gruwelijkheden zo langzamerhand ‘normaal’ zijn geworden? Dat dit blijkbaar de wereld is geworden waarin we moeten leven, dat er ieder half jaar talloze mensen het loodje moeten leggen, simpelweg omdat we zo ver van elkaar verwijderd zijn geraakt dat we elkaar het licht in de ogen niet meer gunnen? Dat de ene helft van de wereld zodanig tegenover de andere helft is komen te staan, dat we elkaar niet langer meer de hand reiken, maar slechts nog de kalashnikov?
Straks sta ik met mijn kinderen bij de Sinterklaasintocht. Want gelukkig zijn die twee nu nog te jong om te begrijpen in welke wereld zij helaas moeten opgroeien. We zullen strooigoed vangen en vanavond zingen we een liedje bij de kachel. En gaan mijn kinderen slapen in de veronderstelling dat alles goed en mooi is. Stop ik een chocoladeletter in hun schoentjes en kruip zelf dan ook weer onder de wol. Warm, veilig en geborgen. Toch kan ik dan waarschijnlijk niet anders dan me afvragen hoe lang dat nog zal duren. Want als het zo doorgaat met de wereld, vrees ik dat het slechts een kwestie van tijd is totdat de bommen overal ontploffen. Terwijl we toch echt hadden afgesproken, dat zoiets nooit meer zou gebeuren.