Onlangs berichtte Zembla dat wij het niet goed doen. Wij, de ouders van tegenwoordig. Ik dus ook niet, want ik ben ook een ouder. Ik voel mij dus persoonlijk aangesproken. Schijnbaar voed ik mijn Terroristen op tot kleine narcisten. Ik ben bezig een zogenaamde ‘achterbankgeneratie’ richting de volwassenheid te helpen en dat kan volgens de dames en heren pedagogen en onderzoekers niet de bedoeling zijn. De achterbankgeneratie is de lichting kinderen die door hun ouders stelselmatig in de watten gelegd wordt. Die iedere morgen in de bolide van hun moeder voor de deur van school wordt afgezet, in plaats van zelf met een colonne klasgenootjes door de polder naar het eerste uur Aardrijkskunde te trappen. De generatie van prinsjes en prinsesjes. Die drie meisjes op Huis ten Bosch kunnen er blijkbaar nog een puntje aan zuigen.
Het is dus ook niet zo vreemd dat al die kinderen van tegenwoordig aan de Ritalin en aan de pictogrammenborden zijn. Van verwend zijn krijg je namelijk gedragsstoornissen. Ja, dat was voor mij ook nieuw, maar de experts in het torentje zeggen het, dus dan moet het wel waar zijn. ADHD, autisme, al dat soort dingen zijn simpelweg gevolgen van falend ouderschap. Heel logisch inderdaad ook, als je erover nadenkt. Want ja, als je twee keer in de week door je moeder naar karate gechauffeurd wordt, is het natuurlijk niet gek dat je spontaan die achterbank afstuitert. Dat zit helemaal niet in je hoofd, dat komt door je moeder zonder ruggengraat. En als alle prikkels van je omgeving kortsluiting in je bovenkamer veroorzaken en je daardoor driftig wordt, dan is dat helemaal geen autisme. Nee joh, dat komt dan simpelweg omdat je ouders thuis gewoon niet eens even lekker consequent durven zijn. Wat is het leven toch eigenlijk makkelijk. Op het pluche in ieder geval wel.
Ik word van dit soort dingen altijd een beetje kwaad. Om het maar eens even zacht uit te drukken. Want na het zien van zo’n soort uitzending, denken weer een beetje meer mensen dat ik een slechte moeder ben. En ik moet me al zo vaak verdedigen. “Ik was vroeger ook een driftig kind” merkte iemand laatst terloops op, nadat ze hoorde dat mijn zoon autistisch was, “en met mij is het helemaal goed gekomen”. De opmerking dat ik me dat ernstig afvroeg, aangezien ze tijdens het maken van deze opmerking niet verblikte of verbloosde, rolde bijna over mijn lippen, maar ik heb me kunnen inhouden. Een sterk staaltje discipline, al zeg ik het zelf. Toch knap, aangezien ik daar, gezien mijn onaangepaste, gedragsgestoorde zoon, blijkbaar niet over zou beschikken. Ik mag dan schijnbaar wel een inconsequente softie zijn, je kunt in ieder geval niet zeggen dat ik de fatsoensnormen aan mijn laars lap. En dat lijkt me voor kinderen eigenlijk ook best een aardig leermomentje.
Wat moet het toch heerlijk zijn, om zo maar in het rond te oordelen, als je ergens stiekem helemaal geen verstand van hebt. Wat simpel moet het leven zijn, als je van mening bent overal een mening over te kunnen hebben, zonder dat die ook maar ergens op gebaseerd is. Wat heb je dan een zorgeloos bestaan. Als je geen stapels dikke pillen hoeft te lezen, over gedragspsychologie bij kinderen. Je niet door psychiatrisch rapporten over je eigen vlees en bloed hoeft heen te worstelen, waarin staat dat je lieve kind voor het leven getekend is. En je je dan vervolgens nog steeds moet verantwoorden als datzelfde kind in de speeltuin een enorme driftbui krijgt en niet naar je wil luisteren. Misschien als ik voortaan standaard de DSM V in mijn handtas heb zitten en daarvan handouts uitdeel, dan het dan wat scheve ogen richting mijn opvoedkundige capaciteiten scheelt. Of ik kaffer mijn zoon gewoon even uit. Want volgens de experts is dat wat er zo mist in de opvoeding van tegenwoordig, een lekker ‘stukje angst’.
Alweer een tijd geleden zat ik met andere ouders in een restaurant. Die ouders hebben een ‘normaal’ kind. Zo’n kind dat meestal braaf is, goed luistert en lief blijft zitten. Soms schaam ik mij, als ik die ouders zie. Omdat mijn zoon dat niet doet, zich soms vreemd gedraagt en druk is. Maar toen hadden we het over hem, op die bewuste avond, als ouders onder elkaar. “Het is een geweldig mannetje” zeiden zij, met oprechtheid in hun ogen. “En weet je hoe dat komt? Dat komt door jou. Jij hebt dat gedaan. Omdat je van hem houdt. En hem geeft wat hij nodig heeft”. Ik moest echt even slikken. Want er zijn zo weinig mensen die dat zeggen. Die dat zien. Die in staat zijn door zijn gefladder en zijn drukte en zijn buien heen te kijken. En vooral: daar helemaal geen oordeel over hebben. Ook niet stiekem, als ik weg ben. Maar gelukkig, dat soort mensen zijn er dus toch ook nog.
Ouders van tegenwoordig, u doet het prima. Geloof me maar, ik kan het weten. Ouders van normale kinderen en ouders van speciale kinderen, zoals die van mij. We doen allemaal ons best en dat is goed genoeg. Wat wie dan ook daarvan te zeggen heeft. Ik heb dan nog wel geen rijbewijs, maar mocht ik toch ooit nog mijn examen halen, dan breng ik de Terroristen met de auto naar de sportclub. En dan krijgen ze daarna een lekker shotje Ritalin. Gewoon, omdat het kan. Dat is tenslotte ook heel consequent, toch? Nou dan.
1 Comment on Ouders van tegenwoordig
Leave a Reply
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.
Norine
17 mei 2015 at 16:47 (9 jaar ago)Zo is het maar net! Goed geschreven stuk.