Inmiddels zitten we al twee weken op onze boerderij. Zonder internet. Dat is net alsof je een klein beetje dood gaat. Fysiek afgesloten van de wereld is nog tot daaraan toe, maar ook digitaal niet meer onder levenden verkeren is toch wat veel van het goede. Een dag of twee red ik nog wel, misschien zelfs een lang weekend. Dan is het nog leuk, verfrissend, je hoort de vogels weer fluiten enzo. Een soort van vakantiegevoel. Maar daarna begin ik toch zenuwachtig te worden. Geen mailtjes, geen enkel teken van leven via WhatsApp, nog een paar dagen langer en ik kan mezelf officieel kluizenaar noemen.
Er zijn twee monteurs langs geweest. Beiden begonnen al bedenkelijk te kijken toen ze het zandpad naar de boerderij opreden. “Zooo, nou dit is me het plekje wel, hoor” riep de eerste, “Lekker eh…rustig wel”. “Nou mevrouwtje, dat gaat hem niet worden” zei nummer twee, terwijl hij nog half in z’n auto zat. “Ik krijg die schotel nooit hoog genoeg”. Ik ben maar even in de moestuin gaan staan om een potje te vloeken. Twee ochtenden verder schelden aan de telefoon met KPN had ook al geen resultaat. En ondertussen worden de ontwenningsverschijnselen steeds heftiger.
Toegegeven, het leven krijgt wel een heel andere dimensie als je niet meer online bent. Ineens heb je zeeën van tijd. Het is ook goed voor je vitamine D. gehalte, want uit pure verveling ga je maar de hele dag naar buiten. Binnen word je tenslotte toch alleen maar aangestaard door je laptop, die werkeloos staat te verstoffen in een hoek. De aanblik is gewoon te pijnlijk. Ik heb het natuurlijk ook wel mobiel geprobeerd, maar van 3G hebben ze in de Achterhoek blijkbaar nog nooit gehoord. Ook als ik midden in de tuin bovenop de zandbak met mijn telefoon in de lucht ga staan zwaaien, vang ik bot. Het apparaat trilt wat, probeert zwoegend een pagina te laden en valt vervolgens gewoon uit. Ik verdenk de mensen hier ervan stiekem nog per postduif te communiceren.
Onlangs bereikte ons een brief van KPN (ik heb geen postbode gezien, wat mijn postduiven-theorie alleen maar sterkt), waarin stond dat ze over drie weken genoeg moed verzameld hebben om weer een monteur naar ons toe te sturen. Garanties kunnen ze echter niet geven. Dan hadden we maar niet van God en iedereen verlaten moeten gaan wonen. Ik heb dus nog drie weken om de schuur leeg te ruimen, zodat ik die monteur er daadwerkelijk in op kan sluiten. Manlief heeft dit weekend ook een kippenhok gebouwd (tja, als je niet kunt internetten moet je toch wat…), dus daar zou ik hem eventueel ook nog in kunnen gijzelen.
Maar misschien moet ik mijn lot accepteren en de consequenties van mijn woonkeuze dragen. Ik ben tenslotte willens en wetens naar de Middeleeuwen verhuisd. En trouwens, ik heb niet eens meer tijd voor internet. Ik moet grasmaaien. Dat kost een hele dag, hebben we dit weekend aan den lijve ondervonden. En daarna moet ik gras harken. Ook een dagtaak. Ik moet de moestuin schoffelen en daarna heb ik een dag nodig om mijn blaren te verzorgen. Ik heb nog 10 jaar aan verbouwingsklussen in de agenda staan. Tussendoor moet ik de Terroristen zoeken, want de tuin is zo groot, dat ik ze steeds kwijt raak. Misschien dat ik heel af en toe een gestolen uurtje heb. Dus dan klim ik wel op mijn paard en wagen en rijd naar het dichtstbijzijnde café met wifi. Want dat hebben ze dan nog net wél in de Achterhoek.