december 2014

Reflectie

Reflectie_2Vandaag is het 31 December. De laatste dag van het jaar. Net zoals ieder jaar, vind ik het ongelooflijk hoe snel het voorbij is gegaan. Als je er midden in zit, lijkt het eindeloos, maar voor je het weet zetten we de champagne alweer koud en kunnen we gaan aftellen. Toen de klok vorig jaar twaalf uur sloeg en 2013 overging in 2014, heb ik even stil gehuild. 2013 Was voor ons namelijk een legendarisch kutjaar. Het was het jaar dat in het teken stond van ziekenhuizen, angst en ellende. Het jaar waarin manlief en ik nachtenlang op zaten met een gillende baby. Het jaar waarin we ‘s ochtends vroeg met onze dochter in een slaapzak vol bloed naar de Eerste Hulp reden. Het jaar waarin we ons kleine meisje aan de hartbewaking achter moesten laten. Het jaar waarin we dachten dat ons kind haar eerste verjaardag niet zou halen. Het was het jaar dat we met de handen in het haar zaten wat betreft onze zoon. Het jaar van driftbuien, strijd en onbegrip. En dus waren we blij dat het achter de rug was toen de kurken eindelijk knalden. Want 2014 zou ons geluksjaar worden. Nu heffen we vanavond weer het glas en is het tijd om de balans op te maken. Daarom: een terugblik.

In 2014 vonden wij, na maanden zoeken, een klein stukje hemel op aarde. Een pareltje in de Achterhoekse klei. Op 1 Mei 2014 werden wij de trotse eigenaren van onze eigen boerenhoeve op het platteland en mochten wij ons voortaan grootgrondbezitter noemen. Mijn eerste eigen huis, mijn laatste eigen huis. Want een landgoed koop je voor het leven. Meer dan 1 hectare van geluk aan de rand van het bos. Met kippen in de tuin en minstens tien jaar verbouwing in het verschiet. Wat wil een mens nog meer?

In 2014 werd Terrorist nr. 1 officieel een autist. Na weken van observaties, gesprekken met kinderpsychiaters en pijnlijke bureaucratische procedures kreeg onze lieve jongen levenslang. Want zo voelde het. Verdriet, boosheid, opluchting, onzekerheid, de emotionele achtbaan denderde lang door, ook nog na het plakken van het etiket. Ons kind is niet meer ‘normaal’, maar blijft desondanks de mooiste en de liefste. Ons kind is een autist. Maar toch vooral gewoon onze eigen Terrorist.

In 2014 zag mijn ‘alter ego’ Stadsmeisje het levenslicht. Op 2 Mei publiceerde ik mijn eerste blog, een vrolijk stukje over onze Achterhoekse aankoop, de gedroomde moestuin en de verbouwingsnachtmerries. Inmiddels telt deze website ruim 75 blogs en is het stiekem een online dagboek geworden. Ik giet niet alleen mijn vreugde, verwondering en vrolijkheid op dit digitale papier, maar ook mijn pijn, woede en verontwaardiging. Een hobby, een dagbesteding, maar vooral ook: een uitlaatklep. Die, tot mijn grote verbazing en dankbaarheid, ook nog door mensen gelezen en gevolgd wordt.

In 2014 begon het beter te gaan met Terrorist nr. 2. Het was het jaar zonder ziekenhuisopnames. Zonder biopten, bloed en naalden. Het jaar waarin een klein grijs babietje, een grote blozende peuter werd. Weliswaar met heel veel medicijnen en diëten, maar het doel heiligt de middelen. Het jaar waarin ik langzamerhand ‘s nachts niet meer wakker lag, als de babyfoon een keertje stil was. Waarin ik ‘s ochtends niet meer bang was voor wat ik aan zou treffen in haar kamer als de wekker ging. Het jaar waarin het vertrouwen langzaam groeide. In onze dochter, haar lijf, haar kracht om terug te veren.

In 2014 had ik opeens MS. Wat begon met een oogontsteking en de coördinatie van een student op zaterdagavond, eindigde als een chronische ziekte. MRI’s, lumbaalpunctie, helaas kon ik nu zelf de ziekenhuisdeuren plat lopen. Drie aanvallen en een veranderd levensperspectief verder begin ik langzaam te accepteren dat ik niet meer ben wie ik altijd was. Ik baal, ik vloek, ik ben soms bang. Maar ik tel ook mijn zegeningen. Want ik sta nog steeds.

In 2014 kregen wij onze zoon weer terug. Omdat we hem in handen gaven van een aantal Achterhoekse engelen op een klein schooltje, die van onze autist weer een jongetje hebben gemaakt. Een opgewekt, ontspannen, ongelooflijk slim jongetje dat langzaam de chaos in zijn hoofd lijkt te overwinnen. Met vallen en opstaan, met pieken en dalen, maar toch voornamelijk met vrolijkheid en iedere dag een klein beetje meer rust.

ReflectieEn natuurlijk: in 2014 leerde ik grasmaaien, bouwde manlief een konijnenhok, probeerde mijn moeder mijn vader ervan te overtuigen een geit en een schaap te kopen (de onderhandelingen zijn nog steeds gaande), maakte ik de provinciale wegen onveilig door rijles te nemen (mijn rij-instructeur heeft voor het eerst in jaren ruim drie weken vakantie genomen), stond manlief iedere dag drie uur vloekend in de file omdat zijn vrouw zo nodig op het platteland wilde wonen, kweekten de Terroristen permanent zwarte randen onder hun nagels van al het rollen door de modder, werden we allemaal meerdere malen aangevallen door de kippen, hielden we ons dapper staande op ons allereerste Achterhoekse buurtfeest en hebben we enorm genoten van onze eerste half jaar op het platteland.

Waar blijft de tijd, dit was het dan, 2014 is alweer voorbij. Helemaal een geluksjaar kunnen we het misschien niet noemen, maar wat was het ontzettend veel mooier dan vorig jaar. Als dit de opmars is voor komend jaar, dan komt het met 2015 vast helemaal goed. Vanuit Zinderend Sinderen wens ik iedereen: gelukkig nieuwjaar!

Share

Sneeuwpret

Er blijft toch iets magisch aan het moment dat je ‘s morgens de gordijnen open trekt en ziet dat de wereld ineens wit is geworden. Ieder jaar hoop ik weer op een witte Kerst, maar mijn wens gaat helaas maar zelden in vervulling. Dit jaar sloten we de Kerst zelfs bijna lente-achtig af, na een middag wandelen in de stralende zon, door knisperend groene Achterhoekse weilanden. Geen wolkje aan de lucht, de sneeuw was ver te zoeken. ‘s Avonds brachten we de kinderen naar bed. “Mama” fluisterde Terrorist nr. 1, “geen zorgen, hoor. Morgen als we wakker worden, ligt er sneeuw”. Glimlachend kuste ik mijn zoon welterusten, trok de gordijnen dicht en sloot de wereld buiten. Een wereld boven nul.

LetitsnowIk denk dat Terrorist nr. 1 een lijntje met de weergoden heeft, of hij is op z’n minst helderziend. Want toen we vanmorgen opstonden was de Achterhoek bedekt door een witte deken. Weliswaar een dag te laat, maar ik beschouw mijn wens dit jaar als vervuld: een witte Kerst. De boom staat tenslotte nog, dus een beetje smokkelen mag best. Terrorist nr. 1 stond stralend in de woonkamer. “Ik zei het toch, mama?!”. Nu hij de elementen eenmaal in zijn zak heeft, denk ik dat het niet lang meer duurt voor hij een gooi doet naar heerschappij over de wereld, want met dergelijke superkrachten is mondiale dominantie natuurlijk nog maar een kleine stap.

Maar alhoewel de boerderij er zo mogelijk nog idyllischer bij ligt in het wit, blijkt een berg sneeuw op je eigen landgoed toch niet zo praktisch. Want na een ochtendje sneeuwballen gooien en sleeën in je eigen tuin, moeten er toch ook boodschappen gedaan worden. Terwijl de Terroristen stonden te klappertanden op de oprijlaan, probeerde manlief de auto uit een kledderige kuil te rijden, waar hij inmiddels in stond vastgevroren. “Papaaa, schiet nou op, ik heb het koud” gilde Terrorist nr. 2 stampvoetend. Het is onze dochters eerste echte kennismaking met sneeuw en aangezien ze geboren is onder de Californische zon, kan de Hollandse vrieskou haar goedkeuring duidelijk niet helemaal wegdragen. Slippend zag ik mijn gezin uiteindelijk over het ondergesneeuwde zandpad wegrijden, op weg naar de winkels om proviand in te slaan voordat we echt het erf niet meer af komen.

De hond van mijn ouders had inmiddels bijna een attaque gekregen, aangezien het arme beest van Franse makelij is en het grootste deel van haar leven op een zonnige berg ergens vlakbij Toulouse heeft doorgebracht. Rillend schuifelde onze bejaarde Berner Sennen over het landgoed, af en toe droevig naar mij opkijkend. Ik geloof niet dat ze blij is dat ze haar oude dag moet slijten in de Achterhoek. En ook de konijnen hebben het zwaar. Manliefs eigenhandig getimmerde hok bleek volgeblazen te zijn met stuifsneeuw en dientengevolge drijfnat en dus vonden we de twee knaagdieren dicht tegen elkaar aan gedrukt in een hoekje, alwaar ze ons verontwaardigd aan staarden, met piepkleine ijspegeltjes aan hun oortjes. Wellicht dat we ze de afgelopen twee dagen beter soldaat hadden kunnen maken, want ik acht de kans groot dat ze binnen nu en een paar dagen toch wel het loodje leggen als gevolg van een dubbele longontsteking.

Dec27_2014_1Inmiddels hebben we al meerdere grote plakkaten sneeuw van het dak af zien storten. Het feit dat er een aantal pannen scheef liggen en dat voor een paar aanzienlijke gaten in het dak zorgt, stemt ons niet heel vrolijk. “Heb jij die scheur weleens gezien?” vroeg manlief vanmorgen, turend naar het plafond. Ik haalde mijn schouders op en schudde mijn hoofd. Zenuwachtig keek mijn echtgenoot me aan. “Wat denk jij, zou het huis in elkaar storten?”. “Vast niet” was mijn antwoord en ik probeerde hem niet recht aan te kijken. Dat er sinds een aantal dagen ook een barst in de vloer van het toilet zit, heb ik voor de zekerheid maar in het midden gelaten. Als we dan toch onze eerste Achterhoekse winter al ten onder gaan, kunnen we maar beter gewoon nog even genieten van de kerstvakantie.

Morgen moet ik naar Amsterdam. Het is echter de vraag of ik de grenzen van het erf wel haal, als de sneeuw om het huis blijft zwiepen. En als dat al lukt, wil dat nog niet zeggen dat ik ook de Achterhoek uit kom, want het schijnt dat de treinen inmiddels al niet meer rijden. Het zou me dus niet verbazen als we de komende vier maanden afgesloten zijn van de bewoonde wereld. Hopelijk blijven de temperaturen niet al te lang onder het vriespunt hangen, anders vrees ik dat we geen tweede Achterhoekse lente meer zullen meemaken. De moestuin heeft tenslotte nog niet zoveel opgeleverd dat we ons de winter door kunnen wecken en die zes kippen zijn inmiddels zo gespierd van het al het scharrelen, dat we er alleen nog maar soep van kunnen trekken. Onze allereerste winter al verslagen door het platteland. Achterhoek versus Amsterdammers: 1-0.

Share

Tel uit je winst

Iedere zondag krijg ik een brief in mijn mailbox van Diederik Samsom. Of van zijn communicatiedaviseur waarschijnlijk, maar in ieder geval kan ik wekelijks mee genieten van wat er zich in het leven en het hoofd van ons aller Diederik heeft afgespeeld. Afgelopen zondag ging zijn schrijven natuurlijk over de vrije artsenkeuze-rel in het kabinet. Hoopvol begon ik te lezen, want ik zat al dagen te wachten op iemand die mij nou eens duidelijk kon uitleggen wat er allemaal precies aan de hand is. Want er is inmiddels zoveel over gezegd, door zoveel verschillende mensen en op zoveel verschillende manieren, dat ík het door al het politieke gekonkel in ieder geval niet zo helder meer zie. Helaas bleek ook Samsom teleur te stellen, aangezien zijn epistel voornamelijk vol stond met holle frasen, waarin termen als ‘zoektocht’, ‘overhead’ en ‘integraal afstemmen’ voorkwamen. Ik overweeg mij in het nieuwe jaar af te melden voor Diederiks zondagse memoires.

Manlief en ik zijn deze maand overgestapt naar een nieuwe polis. Wij bleken namelijk verzekerd te zijn via een zogenaamde ‘Naturapolis’ en dat houdt in dat je niet in elk ziekenhuis terecht kunt en dat dientengevolge ook niet alle medische behandelingen die je moet ondergaan vergoed worden. Aangezien zowel het kinderziekenhuis waar onze dochter onder behandeling is, als het ziekenhuis waar ik tegenwoordig zelf de deur van de MS-poli plat loop niet in het rijtje van instellingen waarmee de verzekeraar het op een akkoordje heeft gegooid bleken te staan, restte ons weinig anders dan voortaan maandelijks nog een stukje dieper in de buidel te tasten, zodat we zeker weten dat we volgend jaar niet failliet gaan aan het bekostigen van MRI’s en onderonsjes met de kinderarts. Nou hebben wij het grote geluk dat manlief zo ongeveer de slimste persoon op aarde is en daarom een baan heeft waar hij een aardig salaris mee verdient, maar dergelijke privileges vallen helaas niet iedereen in Nederland ten deel. Wij tellen deze Kerst dus nog maar eens extra onze zegeningen. Zeker in dit steeds asocialer wordende land is het af en toe goed om te beseffen hoeveel geluk wij eigenlijk hebben.

Het is natuurlijk al droevig genoeg dat er in onze regering zoveel gesteggel is over dit onderwerp, maar gaan we eigenlijk niet vooral voorbij aan een vraag die veel belangrijker is dan wie er nou eigenlijk gelijk heeft en in z’n recht staat als het gaat om het doorvoeren van wederom een nieuwe maatregel in de zorg? Want: hoezo moet er gebakkeleid worden over het wel of niet kunnen kiezen van je eigen arts? Over het wel of niet vergoeden van welke noodzakelijke behandeling dan ook? Is het namelijk niet zo dat zorg gewoon een primaire levensbehoefte is voor iedereen? Is het niet gewoon van de gekken dat een basale voorziening als de gezondheidszorg in ons land onderhevig is geworden aan het principe van de marktwerking? Ziekenhuizen en medici zouden zich niet bezig moeten houden met wie de meeste zieken, zwakken en misselijken binnenhaalt, of wie aan het eind van het jaar zijn rekening in de plus heeft staan. Want winst en zorg, dat wordt nooit een vruchtbaar huwelijk.

TeluitjewinstVerdienen aan de zorg, maakt een maatschappij doodziek. Manlief en ik hebben het zelf gezien tijdens onze drie jaar in Californië. Een Amerikaanse vriendin is, ruim vier jaar na dato, nog steeds haar bevalling aan het afbetalen. Een factuur van ruim 80.000 dollar ontving zij na het werpen van haar jong. Wham, bam, thank you ma’am, cough it up! Na mijn eerste zwangerschapscontrole in de States ontvingen wij een gepeperde rekening van maar liefst 1500 dollar. Ik was welgeteld een kwartiertje binnen geweest, had in een potje gepiest en op een weegschaal gestaan. Van de schrik ben ik spontaan ruim 10 dagen overtijd gegaan, want bevallen leek ons financieel gewoon geen optie meer. Gelukkig waren wij door de prestigieuze universiteit Stanford ingevlogen in het beloofde land, dus bleek manliefs baas uiteindelijk op te draaien voor de kosten van onze voortplantingsdrang, maar voor de meeste Amerikanen betekent het stichten van een gezin ook dat je minstens een tweede hypotheek op je huis moet nemen.

Zelf je arts kiezen is in de VS al helemaal geen optie. De verzekering bepaalt. Sowieso heb je geluk als je het kunt betalen om je te verzekeren, want bedragen van 2000 dollar per maand zijn heel normaal. Vervolgens kun je dan maar bij één ziekenhuis terecht en als je onverhoopt bloedend op de EHBO van een ander ziekenhuis terecht komt, omdat je toevallig aan de andere kant van de stad wordt aangereden, heb je gewoon vette pech en sta je, nadat ze je provisorisch hebben opgelapt omdat je iemand in levensgevaar nou eenmaal móet behandelen, zelf volgens de Amerikaanse wet, met een torenhoge factuur weer buiten. Vervolgens moet je je huis en eigenlijk ook je vrouw en je kinderen verkopen en als je dan een jaar later opeens een vreemd gezwel achter je oor ontdekt, plotseling bloed gaat plassen of overal op je lijf pulserende bulten ontwikkelt, doe je maar een schietgebedje en hoop je dat het vanzelf weer overgaat. En zo niet, nou ja, dan is doodgaan eigenlijk nog niet eens zo’n slechte optie. Die uitvaart hoef je in ieder geval niet meer zelf te betalen. Ladies and gentlemen, I give you: marktwerking in de zorg.

Maar blijkbaar is Amerika een lichtend voorbeeld voor de dames en heren in het Haagse pluche en zien zij er wel brood in als de Nederlandse bevolking voortaan zelf de naaidoos erbij pakt als ze een vleeswond hebben opgelopen, omdat het hechtdraad in het ziekenhuis nou eenmaal alleen nog maar te bekostigen is voor degenen die qua salaris op de Balkenendenorm zitten. Het past natuurlijk ook wel heel lekker in het principe van de nieuwe participatiemaatschappij, waarin we nou eindelijk eens onze eigen verantwoordelijkheid moeten gaan nemen, dus je kunt in ieder geval niet zeggen dat er geen duidelijke koers gevaren wordt in het torentje. Een beetje rellen over hoe we de zorg nog wat ingewikkelder, onvriendelijker en asocialer kunnen maken is dan inderdaad hoognodig, want laten we wel het onderste uit de kan halen. Stel je tenslotte eens voor dat we onverhoopt nog een stuiver méér hadden kunnen bezuinigen.

Ik ga komend jaar maar eens flink genieten van mijn nieuwe Restitutiepolis en wellicht lekker een keertje extra onder de MRI. Gewoon, omdat het kan. Nu wordt het nog vergoed en je weet tenslotte maar nooit of ze straks in 2016 niet weer een schimmige maatregel op oneigenlijke wijze door de Eerste Kamer loodsen. Niet alleen in liefde en oorlog, maar blijkbaar ook in winstbejag, is alles geoorloofd. Marktwerking in de zorg, daar word ík nou ziek van.

Share

Het diner

Iedereen heeft wel een aantal momenten in het leven dat je hele foute keuzes maakt. Wanneer je filosofie gaat studeren bijvoorbeeld, terwijl je weet dat daar geen droog brood mee te verdienen valt. Of als je toch voor de bijl gaat in de schoenenwinkel en dat paar veel te dure stiletto’s op je creditcard laat zetten, terwijl je die maand eigenlijk al stiekem rood staat. Op het moment dat je de beslissing neemt, weet je al dat het gedoemd is te mislukken. Maar je doet het toch. Nou ben ik gelukkig al afgestudeerd en in het bezit van twee schoenenrekken vol hakken die inmiddels betaald zijn, dus ik was in de veronderstelling dat ik voortaan nergens meer spijt van zou hebben. Dat bleek echter een illusie toen ik mezelf kort geleden tegen manlief hoorde zeggen: “Zullen we het Kerstdiner dit jaar eens zelf organiseren?”. Blijkbaar betekent het feit dat je de dertig gepasseerd en je wilde haren dus ruimschoots kwijt bent, niet automatisch dat je ook volledig toerekeningsvatbaar bent.

HetdinerIk kan niet precies zeggen wat mij ertoe bewogen heeft voor te stellen dit jaar zelf de kerstkalkoen te braden. Misschien dat de grote overdaad aan twinkelende kerstlampjes die manlief in huis heeft opgehangen mijn blik op de realiteit enigszins heeft vertroebeld. Of het feit dat ik nu al ruim een half jaar op een Achterhoekse boerderij woon, begint zich eindelijk te wreken. Als je tenslotte maar lang genoeg in de provincie woont, krijg je vanzelf last van het kneuterigheidsvirus. Hoe het ook zij, belofte maakt schuld en nu kan ik niet meer terug. Manlief heeft zijn ouders direct ingelicht, dus nu kan ik niet anders dan een wanhopige poging doen de gevulde varkensrollade met stoofperen van mijn schoonmoeder te overtreffen. Ik word er al nachten zwetend wakker van.

Manlief en ik hebben inmiddels al ettelijke ruzies over het menu achter de rug. Ik vind dat we op z’n minst een reerug moeten flamberen, maar volgens manlief is dat niet verstandig op het draagbare camping-gasfornuis dat we in onze, nog te verbouwen, keuken hebben staan. Wat mij betreft zijn dergelijke praktische bezwaren ondergeschikt aan de noodzaak van het hooghouden van ons imago van hippe dertigers op een woonboerderij, die liflafjes op tafel toveren waar Herman den Blijker nog van zou verbleken, maar mijn echtgenoot is onvermurwbaar. Zelfs de nieuwe brandblusser die binnen handbereik van het aanrecht hangt, kan hem niet overtuigen zijn familie straks met een sappig stukje wild te presenteren. Het feit dat hij Bambi waarschijnlijk eigenhandig zal moeten klaarmaken, omdat de gastvrouw zelf nog geen fatsoenlijk ei kan bakken, zal wellicht ook bijdragen aan zijn halsstarrigheid. En hoewel je objectief gezien zou kunnen stellen dat hij daar een punt heeft, vind ik het toch flauw.

Want wat moet ik mijn gasten dan straks voorschotelen? Ik kan op mijn eerste zelf georganiseerde kerstdiner toch moeilijk aankomen met mijn onvolprezen spaghetti bolognese en een bolletje Jumbo huismerk vanille ijs toe. Inmiddels hebben we nog maar drie dagen voor de Kerstdis opgediend moet worden en komen we nog steeds niet verder dan: “Iets met kip dan misschien…?”. Terwijl heel Nederland de boodschappen al lang en breed binnen heeft, moeten wij het straks doen met de afgeprijsde left-overs die donderdag vast al over de datum zijn. En dan heb ik het nog niet eens over de aankleding gehad. Manlief en ik zijn nu bijna vijf jaar getrouwd, maar nog steeds hebben we ons er nog niet toe gezet een bij elkaar passend servies aan te schaffen. Om nog maar te zwijgen over een fatsoenlijke set tafelzilver. Over drie weken vieren we ons Houten Huwelijk en tot mijn grote schaamte moet ik bekennen dat, naast onze gehele huisraad, ook ons bestek van Ikea komt. Het lijkt me duidelijk dat je hieruit kunt concluderen dat wij gewoon nog niet volwassen genoeg zijn om zorg te dragen voor de belangrijkste maaltijd van het jaar.

Dec7_2014_1Mijn eigen ouders zagen de bui al hangen en hebben ervoor gezorgd dat ze op Eerste Kerstdag elders aan hun trekken komen. Aangezien zij mij al bijna 33 jaar kennen, weten ze dat ik de gastronomische vermogens van een slechte snackbarhouder heb en ze dientengevolge waarschijnlijk zelfs met de Kerstspecial van de lokale Domino’s Pizza beter af zouden zijn, dan als ze hun lot deze feestdagen in de handen van hun dochter leggen. En hoewel mijn ouders bereid zijn een hoop van mijn gebreken door de vingers te zien, is het op het spel zetten van hun smaakpapillen met Kerstmis toch net een brug te ver. Terwijl mijn arme schoonouders helemaal uit Amsterdam zullen komen voor wat waarschijnlijk het culinair dieptepunt van hun leven gaat worden, vertrekken mijn eigen ouders richting de Randstad, met achterlating van twee pakketjes zuiveringszout onder de kerstboom en een kaartje met ‘Succes!’ erop.

Ik denk dus dat ik volgend jaar mijn mond maar houd en het plannen van de Kerstfestiviteiten gewoon weer aan manlief overlaat. Als ons huwelijk deze Kerst überhaupt overleeft natuurlijk, want door alle stress gaan we die houten bruiloft misschien niet eens halen. Bij voorbaat ook alvast mijn nederige excuses aan mijn schoonouders en mijn waardering voor het feit dat ze zo beleefd zijn geweest mijn aanbod aan te nemen. Ik zal zorgen dat er veel drank is, dan zijn we misschien ten tijde van het hoofdgerecht al zo beneveld, dat het niemand meer uitmaakt wat er eigenlijk op tafel komt. Volgend jaar gewoon weer ouderwets Kerst in Amsterdam. Ik kan de stoofperen al bijna proeven.

Share

Beter goed gejat, dan slecht bedacht?

Vanmorgen nam ik nietsvermoedend plaats achter mijn computer. Logde in op Facebook en werd direct om mijn oren geslagen met een bericht van een vriendin, die meldde dat ze gisteravond een foto van mijn dochter gezien had bij RTL Late Night. Ik verslikte me in mijn koffie. Ik was mij er namelijk niet van bewust dat Terrorist nr. 2 haar media debuut zou maken bij Humberto. Gelukkig kun je tegenwoordig alles terug zien en dus zat ik vanmorgen vroeg met mijn kaak op mijn enkels te kijken naar een item over ‘Supernanny’ Jo Frost, die het belang van de ‘naughty chair’ uit de doeken deed. Vervolgens werden daar door een Nederlandse kinderpsycholoog vraagtekens bij gezet en vertelde zij hoe het gebruiken van een zogenaamde ‘time out’ weleens schadelijk kan zijn voor een kind. En daar was ze toen opeens: mijn dochter, levensgroot, en meerdere seconden in beeld. Op een foto uit mijn stuk ‘De Moeder-oorlogen’, waarin ik het heb over de haat en nijd tussen moeders en hoe ik graag zou willen dat we elkaar als opvoeders eens minder zouden verketteren. Een totaal andere context dus. Ik was met stomheid geslagen.

GoedevoornemensEr is mij niks gevraagd. Ik heb geen telefoontje gehad, geen mailtje, geen berichtje op mijn blog. Niks. Mijn kind is van mijn website afgetrokken en op nationale televisie gegooid, zonder dat ze ons om toestemming hebben gevraagd. Ik ben geschokt. Niet alleen is dit schending van het auteursrecht, ook het portretrecht wordt hier met voeten getreden. Mijn minderjarige kind wordt duidelijk herkenbaar, meerdere seconden, levensgroot in beeld gebracht voor de ogen van heel Nederland. En ook nog in een verband dat totaal anders is dan dat van het stuk waar de foto bij hoort. Eh…excuse me? Heb ik daar als moeder misschien nog wat over te zeggen, beste mensen? Mijn dochter is nog lang niet meerderjarig en zolang zij nog niet legaal een fles drank mag afrekenen bij de supermarkt, zijn er slechts twee mensen die bepalen of zij nationaal bezit wordt of niet: manlief en ik. Niet RTL.

Ik ben mij ervan bewust dat ik zélf een groot deel van mijn leven op het wereldwijde web heb gegooid. Dat ik zélf foto’s van mijn gezin openlijk bekend maak. Maar, dat doe ik op een manier waar ik zélf controle over heb, in een context waar ik zélf voor kies. Het feit dat ik Nederland deelgenoot maak van mijn leven, wil nog niet zeggen dat het dus publiek bezit is en jan en alleman ermee kunnen doen wat ze willen. Er bestaat, zelfs in het huidige klimaat van collectief exhibitionisme, waarin we ons een slag in de rondte ‘sharen’ en ‘liken’, namelijk nog steeds zoiets als privacy en copyright. Het feit dat er op mijn blog een duidelijke disclaimer staat, waaruit zelfs een idioot nog kan distilleren dat datgene wat ik op mijn website plaats dus mijn bezit is, zou voldoende moeten zijn voor de dames en heren redacteuren om met hun grijpgrage klauwen van mijn eigendom af te blijven.

Niet alleen wordt hier de wet grof overtreden, wat op zichzelf al erg genoeg is, daarnaast wordt mijn lieve dochter en daarmee dus ook ons gezin, op een manier neergezet die volledig onjuist is. De foto die heel Nederland gisteravond heeft gezien, was destijds door mij geplaatst bij een stuk dat ik schreef over verdraagzaamheid en respect voor elkaar als moeders, ouders, opvoeders. Een betoog tégen alle zogenaamde ‘opvoedmethoden’, tégen alle strijd die we heden ten dage constant met elkaar aangaan over wie de opvoedprijs wint en wie vooral niet. Dientengevolge wens ik dus vervolgens niet neergezet te worden als moreel onverantwoorde moeder die haar kind aan haar lot overlaat op een strafkrukje. En nog minder wens ik mijn lieve, brave, vrolijke, welgemanierde meisje geportretteerd te zien in een interview met een Britse door de media gehypte dame, die een opvoedstrategie predikt, waar ik het zeker niet op alle fronten mee eens ben. Omdat ik namelijk geloof dat er geen heilige graal is als het om opvoeden gaat. Dat het ene kind het andere niet is. En de ene ouder de andere niet. En dat we het dus allemaal goed proberen te doen. Op welke manier dan ook. Beste mensen van RTL Late Night, mag ik u aanraden: De Moeder-oorlogen. Léés het anders gewoon even.

Laat ik duidelijk zijn: ik waardeer het als mijn blog gelezen wordt. Want de eerlijkheid gebiedt te zeggen: ik schrijf natuurlijk niet voor niks. Het spreekwoord luidt tenslotte: wat je zaait, dat moet je oogsten. Dus ben ik best bereid te delen wat ik uit eigen beweging wereldkundig maak. Maar dan wel op een fatsoenlijke manier. Een manier die respecteert wat ik over probeer te brengen, want zover ik weet schrijf ik in zeer coherent Nederlands en is de boodschap van mijn stukjes dus alles behalve multi-interpretabel. En vooral: met toestemming van mij, de maker, de schrijver, de fotograaf, de bedenker. Net zo min als ik het waardeer dat mijn zitmaaier onder mijn kont vandaan van mijn boerderij wordt gejat, kan ik het dus ook niet bepaald waarderen dat mijn creativiteit mij zonder pardon afhandig wordt gemaakt. Ik ben dan weliswaar geen Harry Mulisch, maar ook Stadsmeisje en de Terroristen hebben rechten.

Hier is het laatste woord nog niet over gezegd. Want stelen van een Stadsmeisje, dat is nooit een goed idee.

Share

1 2 3