Met angst en beven

Het is dus herfst. In principe hebben we nog drie weken zomer tegoed, maar blijkbaar hebben de weergoden die memo niet ontvangen. Als wij ‘s ochtends opstaan, is het namelijk nog donker. De Terroristen staan aarzelend in de woonkamer en vragen bedremmeld: “Mama, waarom is het geen dag?”. Ik heb opeens weer sokken en een vest aan en het landgoed staat vol met paddenstoelen. Nou krijg ik sowieso direct last van een ernstig vitamine D. gebrek en dus een depressie als ik een dag geen zon heb gezien, maar nu ga ik er ook nog van hyperventileren. We zien de eerste winter op de boerderij namelijk met angst en beven tegemoet.

August30_2014_1In mijn appartement in Amsterdam-Oost heb ik zeven barre winters doorgemaakt. Het huis was krakkemikkig, ik had geen dubbele beglazing en geen centrale verwarming. ‘s Winters stonden iedere morgen de ijsbloemen op de ruiten en ik sliep met een trainingspak en dikke sokken aan, onder twee dekbedden. Er is een jaar geweest dat het dak lekte en de regen letterlijk langs de muren naar beneden liep. Ik durf dus wel te beweren dat ik enig afzien gewend ben. Een naderende winter in een drie eeuwen oude boerderij, midden in het open veld, is echter, zélfs voor een ervaren overlever zoals ik, reden om ‘s nachts wakker te liggen.

Dit huis is oud. De pannen liggen scheef op het dak. Er zitten zulke grote kieren tussen de ramen dat Terrorist nr. 2 er met een beetje proppen waarschijnlijk tussen zou passen. De vloeren zijn niet geïsoleerd. Hartstikke mooi hoor, die eikenhouten planken. Maar ze liggen wel recht op de koude Achterhoekse klei. Eigenlijk ben ik tegen het dragen van echt bont, maar soms moet je je principes overboord gooien. Een paar gevoerde sloffen aanschaffen is namelijk waarschijnlijk geen overbodige luxe. De meeste bomen in de tuin zijn net zo bejaard als het huis, dus het is afwachten of we bij de eerste herfststorm geen plataan in de huiskamer hebben liggen. Ik denk erover om de Terroristen het komende half jaar permanent een helmpje te laten dragen.

Toen manlief en ik elkaar net leerden kennen wilde hij alleen verkering met mij als ik akkoord ging met de eis dat hij nooit bij mij in Oost hoefde te slapen. Hij was bijzonder op me gesteld, maar wat hem betreft was dusdanig afzien het gewoon niet waard. Je kunt heel veel van iemand houden, maar in sommige omstandigheden is dat simpelweg niet genoeg. Ik ga er dan ook vanuit dat hij binnenkort naar een hotel vertrekt en dat we hem ergens in April weer zullen zien. Ondertussen denk ik dat ik mijzelf de kunst van het breien moet gaan aanleren, zodat ik de Terroristen van thermisch ondergoed kan voorzien. Ik heb tijdens mijn studie een winter in Moskou doorgebracht en ik weet uit eigen ervaring dat dat in ieder geval de ergste pijn van chronische onderkoeling iets verlicht.

August23_2014_1Mijn vader gaat landbouwplastic kopen, om over het dak te spannen. We hopen maar dat dat de onvermijdelijke lekkages enigszins binnen de perken houdt. Ik denk wel dat het wat broeierig wordt en we dus last krijgen van schimmel, maar dat is alleen maar goed voor het versterken van ons immuunsysteem. Dat zullen we met al die tocht en vochtigheid waarschijnlijk wel nodig hebben. En omdat we een aantal weken geleden het grootste deel van ons bos hebben omgehakt, hebben we ook een behoorlijke voorraad hout om op te branden. Misschien dat we dan aan het eind van de winter niet failliet zijn gegaan aan de energierekeningen. Het is natuurlijk wel een risico om de vuurkorf midden in de woonkamer te zetten, maar in penibele situaties moet je nou eenmaal keuzes maken.

Als er over een tijdje opeens geen nieuwe blogjes meer op deze website verschijnen, dan is de oorzaak daarvoor te vinden op de thermometer. Ik heb dan door de kou waarschijnlijk Arthritis in mijn handen ontwikkeld en kan niet meer typen. Of ik heb het te druk met hout sprokkelen voor het kampvuur. De Terroristen hebben hun survivalgids inmiddels bijna uit, dus ik ga ervan uit dat ze weten waar ze dekking moeten zoeken als de pannen van het dak waaien.

Het is weer voorbij, die mooie zomer. Zij die lijden gaan, groeten u.

Share

De gelukkige huisvrouw

Toen wij naar Amerika verhuisden, bleek dat ik daar niet mocht werken. Dat was enigszins een domper, aangezien ik dus voor niets een halve dag had zitten wachten bij de Kamer van Koophandel om mijn eigen tekstschrijversbureau te laten registreren. Maar om dan maar, geheel volgens de Amerikaanse traditie, positief te blijven, besloot ik van de nood een deugd te maken. Ik zou ‘s werelds beste ‘stay at home mom’ worden. Dat is in de VS namelijk bijna een officieel beroep en bovendien heel hip, dus destijds in mijn optiek een prima carrièremove. Gewapend met een stapel kookboeken en een dozijn gebloemde schorten ging ik achter manlief aan het vliegtuig in. Martha Stewart, eat your heart out.

BeslagHelaas ben ik de slechtste huisvrouw ooit. Het is nog een geluk dat ik een beetje smetvrees heb en dus aan de dwangneurose om te poetsen móet toegeven, maar die kookboeken liggen al ruim vier jaar te verstoffen ergens onderin een doos. Vooral voor manlief moet het een enorme deceptie zijn, aangezien ik hem zes jaar geleden, tijdens onze eerste date, verleid heb met de belofte dat ik zalige appeltaarten kon bakken. Eén keer heb ik in Amerika een dappere poging gedaan om te bakken. Er kwamen vrienden eten en in een vlaag van verstandsverbijstering heb ik mij gestort op het maken van een zogenaamde ‘Banoffee pie’. In principe hoef je daar niks anders voor te doen dan 30 bananen snijden en daar slagroom overheen gieten, maar toch heb ik het gepresteerd om er vijf uur over te doen. Nadat de gasten vertrokken waren heeft manlief zijn hoop op een ambachtelijk stuk appeltaart voorgoed aan de wilgen gehangen.

Toen ik in mijn vriendenkring aankondigde een Achterhoekse boerderij met moestuin gekocht te hebben, was de hilariteit dan ook groot. Grinnikend kwamen mijn vriendinnen de boerderij bezoeken met boekjes over zelf jam maken en de techniek van het moderne wecken. Ondanks hun stadse bestaan kweken zij namelijk zelf vlierbloesem op hun minuscule balkonnetjes en toveren ze, zonder kookboek, na een dag carrière maken de heerlijkste gerechten op tafel. Manlief ziet met lede ogen aan hoe hun partners uitgerust en goed gevoed door het leven gaan. Daar steek ik als echtgenote natuurlijk magertjes bij af. “Zeker wel zwaar, hè?” riepen ze tegen manlief terwijl ze hem troostende schouderklopjes gaven, “Iedere dag zo ver moeten rijden en dan ook nog koken als je thuis komt. Want aan haar heb je niks”. Manlief zuchtte dan maar en verdween met hangende schouders naar de keuken om koffie te zetten. Was hij zes jaar geleden maar niet zo goedgelovig geweest.

Taart_kokosMaar, ik gooi het roer om. De Achterhoek haalt het beste in mij naar boven. Ik ben namelijk tot de conclusie gekomen dat het wonen op een afgelegen boerderij het summum van efficiency is. Niet alleen kan ik in de avonduren vanuit huis mijn zelfstandig ondernemerschap weer nieuw leven in blazen terwijl mijn eigen eten onder mijn neus in de moestuin opkomt, ik kan ook nog mijn kinderen de appels voor de taart laten plukken en dan, gehuld in bloemenschort, de heerlijkste baksels in de oven schuiven. Manlief heeft afgelopen weekend met starre verbijstering aangezien hoe ik een halve kilo kip stond te marineren en het huis zich vulde met de geur van knapperig taart-deeg, terwijl hij samen met de Terroristen op de bank zat. Aarzelend schoof Terrorist nr.1 ‘s avonds aan tafel terwijl ik zijn bord volschepte. Met grote ogen keek hij manlief aan en vroeg verwilderd: “Maar papa, dat heeft zíj toch niet zélf gemaakt?”, waarna hij even nadacht en de onsterfelijke woorden sprak: “Nou, ik vind dit wel héél lief van jou, hoor mama”.

Let op mijn woorden, volgend jaar heb ik schuur vol geweckte groenten op mijn land staan. Ik ga vergeten groenten kweken en mijn stadse vriendinnen verbazen met mijn pastinaakschotels en schorsenerensoep. Misschien houd ik het tekstschrijven wel voor gezien en ga ik kookboeken publiceren. Ik denk dat manlief ook blij zal zijn dat hij mijn huwelijkse belofte eindelijk verzilverd ziet. Als hij eerder had geweten dat hij me kon domesticeren door naar het platteland te verhuizen, had hij me vast niet eerst meegenomen naar Amerika. Je hebt Martha Stewart namelijk helemaal niet nodig om van een stadsmeisje een multifunctionele carrière-huisvrouw te maken. Je zet haar gewoon in de Achterhoek neer.

Share

Eerste Hulp Bij Onkunde

Toen manlief en ik afgelopen week weer eens in het holst van de nacht op de EHBO zaten, begon ik me toch af te vragen wat er in vredesnaam mis is met de gezondheidszorg in Nederland. In de anderhalf jaar dat we nu weer terug zijn op Hollandse bodem hebben we bijna net zoveel slapeloze nachten gehad door nachtelijk bezoek aan de spoedeisende hulp, als door de Terroristen die in bed de boel op stelten zetten. En zonder uitzondering zijn deze medische uitstapjes het gevolg geweest van twijfelachtig handelen door iemand die schijnbaar 20 jaar heeft gestudeerd om een witte jas aan te mogen trekken. Zo langzamerhand begin ik me af te vragen hoe saai die opleiding medicijnen eigenlijk is, want kennelijk hebben de meesten artsen in de schoolbanken zitten slapen.

Ziekenhuis_Liesbreuk_1Deze keer was het Terrorist nr. 1 die de eer ten deel viel om zich ver na zijn bedtijd te onderwerpen aan de dames en heren medici. Hij was namelijk diezelfde ochtend geopereerd aan een liesbreuk, waarna ons verzekerd was dat alles helemaal leeg gezogen, dichtgenaaid en opgelapt was en we hem mee naar huis konden nemen. Na een paar uur terug op de boerderij begon hij echter enigszins gepijnigde gezichten te trekken en te lopen alsof hij zichzelf ernstig bevuild had. Aangezien hij toch al enige tijd zindelijk is besloten manlief en ik een blik te werpen op het rampgebied. En wat we aantroffen was een waar slagveld. Dik, blauw, paars en alle andere kleuren van de regenboog schitterden ons tegemoet. Waar de liesbreuk was hersteld zat nu een, nog veel grotere, bult. Dat Terrorist nr.1 nog niet was omgevallen wegens verstoring van de balans in zijn lichaam vind ik een ware prestatie.

Bijna 39 graden koorts later bevonden we ons met een bekertje hele vieze koffie in een onderzoekskamer van de spoedeisende hulp. Drie artsen moesten eraan te pas komen, waarna er een kinderchirurg van huis werd opgepiept. “Tja” zei die weifelend, “Misschien gaat het vanzelf weg. Maar er kan ook iets geknakt zijn. Dat zou niet best zijn. Maar goed, hij loopt nog wel een beetje, dus ga maar naar huis”. En dus stonden we vier uur later in het pikdonker, met een half slapende Terrorist over onze schouder en een flesje Sinaspril kinderparacetamol op zak, op het parkeerterrein van het ziekenhuis. Inmiddels zijn we twee dagen verder en is het aangedane gebied ondertussen donkerblauw. Toch maakt het blijkbaar geen enkele indruk als je met een peuter met blauwe ballen op de stoep staat. Ja, het is 2014, maar dat Calvinisme sla je er in Nederland gewoon niet uit.

Wat is dat toch, dat Hollandse artsen zo zweren bij het ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’ principe? Dat ze nou bedenkelijk beginnen te kijken als je een MRI scan eist voor een ingegroeide teennagel, daar is nog wat voor te zeggen. Of dat je geen stootkuur antibiotica mee krijgt bij een snotneus, daar kan ik ook nog inkomen. Maar als je een dochter aan de hartbewaking, een zoon met een olifantenscrotum en zelf een hele grote naald in je zenuwbanen de revue hebt moeten zien passeren, alleen maar omdat de professionals van mening waren dat je best wel met een aspirientje naar huis kon, dan is dat niet zo heel goed voor je vertrouwen in de medische wetenschap.

July14_2014_10In principe ben ik heel erg voor het geloof in en de autoriteit van de gevestigde orde. Dat kan ook bijna niet anders als je met een wetenschapper getrouwd bent, want als iets niet empirisch bewezen is, weigert manlief het te geloven of het er überhaupt over te hebben. Het woord ‘homeopathie’ of de term ‘alternatieve geneeswijzen’ zijn dan ook taboe in ons huishouden. Als er geen officiële internationaal erkende grafieken over te vinden zijn, komt het er op onze boerderij niet in. Maar ik overweeg toch om stiekem een hoekje geneeskrachtige kruiden in de moestuin te planten. Misschien dat we voortaan het ziekenhuis kunnen vermijden als we iedere dag een kopje eigen gekweekte saliethee drinken, of ons wekelijks insmeren met een papje van vingerhoedskruid en smeerwortel. Baat het niet, dan schaadt het ook het niet. En het is vast ook goedkoper dan iedere keer al je eigen risico op de stoep van de EHBO te moeten neerleggen.

Share

Feestvreugde

Al eerder schreef ik dat manlief en ik enigszins mensenschuw zijn. Manlief omdat hij erg verlegen is en uit pure paniek in grote groepen alleen nog maar over de Maagdenburger Halve Bollen kan praten en ikzelf omdat ik eigenlijk gewoon niet zo heel erg van mensen houd. Daarom is het ook goed dat we in de Achterhoek zijn gaan wonen. Manlief wordt slechts geconfronteerd met een zeer beperkt aantal personen en is dus steeds meer in staat om dingen te zeggen die mensen ook daadwerkelijk begrijpen en het aantal mensen dat ik kan schofferen blijft redelijk binnen de perken. Zowel voor onszelf als de maatschappij in het algemeen kun je dus wel spreken van een win-win situatie.

Het is mij, achteraf gezien, dan ook een raadsel waarom we een aantal weken geleden het onzalige plan opvatten om een housewarming te organiseren. Nou was het wel zo dat ik toen nog zwaar aan de antibiotica zat, dus wellicht dat mijn realiteitszin daar enigszins door beïnvloed was. Als ik nog eens aan de medicijnen moet, zal ik manlief vragen om een tijdelijk wachtwoord op mijn computer te zetten, zodat ik ook digitaal geen contact meer met de buitenwereld kan zoeken. Want voor ik door mijn kuur heen was, waren er 60 e-mails de wereld in gestuurd en tot onze grote schrik bleek vrijwel iedereen graag van de uitnodiging gebruik te willen maken. Pas toen manlief in een Excell sheet had berekend hoeveel minuten hij per gast nodig zou hebben om op het feest met iedereen te kunnen praten, kon hij weer enigszins rustig slapen.

TaartIk niet, want als je 60 mensen uitnodigt, betekent dat doorgaans ook dat die ervan uitgaan dat ze niet op een houtje hoeven te bijten. Maar ik kan niet koken. Of beter gezegd, ik wíl niet koken. Dat komt omdat ik op het culinaire vlak bijzonder verwend en bovendien feministisch ben opgevoed. Mijn moeder kookte vroeger niet, het was mijn vader die iedere avond in de keuken stond. En aangezien mijn moeder het belangrijker vond dat ik de Opzij uitlas dan dat ik leerde om een ei te bakken, vermijd ik het aanrecht tot op de dag van vandaag zoveel mogelijk. Maar als er een colonne mensen op bezoek komt en je vent zit van pure nervositeit alleen maar grafieken te maken, dan moet je toch wat.

En dus stond ik afgelopen weekend zwetend in de keuken, terwijl de ene na de andere auto vol mensen ons landgoed opreed. Het schijnt een geslaagd feestje te zijn geweest, althans dat heb ik achteraf van verschillende mensen begrepen. Ik heb er alleen zelf weinig van mee gekregen. Een constructief gesprek voeren met iemand terwijl je ook 30 paprika’s in blokjes moet snijden blijkt toch wat lastig voor me. Als feminist heb je daar namelijk al je aandacht bij nodig. In de wandelgangen heb ik vernomen dat manlief op een gegeven moment een deel van het grasveld in de fik heeft gestoken door de barbeque om te laten vallen, maar de paniek is volledig aan mij voorbij gegaan. Ik was namelijk verwoed bezig mijn allereerste zelfgebakken taart met eigenhandig gefabriceerd glazuur te besmeren. Dat de bloemperkjes nog zachtjes nasmeulden, toen ik met mijn geglazuurde pièce de résistance naar buiten kwam, is me niet eens opgevallen.

Vooralsnog hebben zich geen gevallen van voedselvergiftiging gemeld, dus ik geloof dat ik de voorzichtige conclusie kan trekken dat ons feestje in ieder geval geen gevaar voor de volksgezondheid heeft opgeleverd. Of het eten ook ergens naar smáákte is een ander verhaal, maar je moet niet teveel vragen van een beginnend keukenprinses. Alle gasten in leven houden was dit jaar het streven, volgend jaar kunnen we misschien werken aan de smaakbeleving. Geen van de aanwezige kinderen is verdwenen in het koolzaad, de kippen hebben geen slachtoffers gemaakt en er is ook niemand verdwaald op hun weg terug naar de bewoonde wereld. Voor twee sociaal gemankeerde mensen die een feestje geven is dat zo ongeveer het hoogst haalbare.

Misschien dat we er maar een jaarlijkse traditie van maken. Want hoe ironisch zou het zijn als onze poging tot het leiden van een kluizenaarsbestaan juist een beroep doet op onze sociale capaciteiten? Over een paar jaar geven we de beroemdste schuurfeesten in de Achterhoek. Met zelfgemaakte pattiserie en haute cuisine uit eigen tuin. Daar kunnen die Amsterdammers nog wat van leren.

Share

Volksvermaak

In mijn tienerjaren heb ik eens Carnaval gevierd in Eindhoven. Ik had verkering met een jongen die daar vandaan kwam en uit solidariteit voor zijn, in mijn ogen zeer achtergestelde, cultuur heb ik me laten meevoeren naar het PSV stadion voor de meest ontluisterende ervaring van mijn leven. Dreunende hoempapa-muziek, hossende volwassenen in idiote kostuums en waterig evenementenbier uit plastic glazen. Toen er een dronken man in een luier die, oordelend naar zijn grijze baard, Abraham al lang gezien had, lallend kwam vragen waarom ik niet meeliep in de polonaise, heb ik het uitgemaakt met mijn vriendje. Vier jaar vaste verkering of niet, tegen dit soort taferelen was zelfs ware liefde niet bestand. Eindhoven mag dan te boek staan als een stad, wat mij betreft was het duidelijk: buiten Amsterdam is de bevolking zwaar onderontwikkeld.

In de jaren daarna heb ik mij steeds vaker buiten Amsterdam vervoegd en ben dientengevolge tot de conclusie gekomen dat dergelijk vermaak gemeengoed is buiten de randstad. Zeker nadat ik vier jaar gestudeerd had in Zwolle en daar dus een aanzienlijke vriendenkring van mensen uit kleine dorpen had opgebouwd, bleek dat de ‘kermis’ een jaarlijks terugkerend fenomeen is, waar menig dorpsbewoner het hele jaar reikhalzend naar uitkijkt. ‘Kermis’ is eigenlijk gewoon hetzelfde als Carnaval: ongegeneerd met een boerenkiel aan en een trog bier in je hand rondspringen onder een paar partytenten op het dorpsplein. Als welopgevoed stadsmeisje ben ik zulks niet gewend. In Amsterdam heb je zomers de Uitmarkt, waar je je dan onder het genot van een glaasje wijn kunt laven aan een voorproefje van het nieuwe culturele seizoen. Of het Prinsengrachtconcert, waarbij je langs de kade luistert naar prachtige klassieke stukken. En natuurlijk De Parade, hét theaterfestival voor de artistieke liefhebber. Dan is het best even slikken als je opeens moet hossen tussen de koeien.

Volksfeest_1Nu, bijna 20 jaar na mijn kermis-ontgroening in het Brabantse, lijkt het erop dat ik die boerenkiel beter niet in Eindhoven had kunnen achterlaten. Het is namelijk ‘Volksfeest’ in het naburige dorp. Al weken staan er overal in de regio manshoge borden met aanplakbiljetten. ‘Vier dagen lang zuipen en hossen’ staat er in grote letters op. Nou ja, niet letterlijk natuurlijk, maar dat is wel de verborgen boodschap. Alleen de naam al roept bij mij aanzienlijke weerstand op. Volksfeest. Alsof je in de middeleeuwen bij Gods gratie één keer per jaar met het gepeupel bij elkaar mag komen op het dorpsplein om, onder toezicht van de regerende kasteelheer, een zwijn te braden en de horlepiep te dansen. Ik geloof niet dat ik mijzelf onder ‘het volk’ wil scharen. Dat zal wel heel erg elitair zijn, maar ik blijf nou eenmaal een stadse snob. Ik wil niet hossen. Ik wil Mozart en Sauvignon Blanc.

Gisteren ging ik voor het eerst naar de kapper in het dorp. “Nou, het is bijna zover, hè!” kwetterde de kapster terwijl ik plaatsnam in de stoel. Toen ik haar via de spiegel schaapachtig aanstaarde, riep ze verontwaardigd: “De kermis! Jij bent zeker niet van hier dan?”. Toen ik hooghartig meedeelde dat ik uit Amsterdam kom en dat wij daar niet aan zoiets banaals als ‘kermis’ doen, zette ze meewarig hoofdschuddend de schaar in mijn haar. In rap tempo vielen de lokken langs mijn gezicht naar beneden. Paniekerig realiseerde ik me dat een Achterhoekse kapster beledigen op haar eigen territorium waarschijnlijk niet de meest verstandige zet was. Zeker niet aangezien de kapsalon uitkeek op het dorpsplein, waar een peloton dorpelingen driftig bezig was alles van vlaggetjes te voorzien.

Volksfeest_2Het Volksfeest is groter dan Kerstmis. Alles ligt stil. Parkeren en boodschappen doen kan niet meer, want alles is afgezet of gewoon gesloten. Normaliter kun je hier op zondag boodschappen doen, wat best progressief is voor een klein Christelijk dorp, maar dit weekend valt er nergens een droge boterham te krijgen. God heeft het nakijken op zijn eigen rustdag, maar voor een litertje lauw bier lassen de Achterhoekers graag de zondagsrust in. Ik lust geen bier, maar ik vrees dat we één dezer dagen toch ons gezicht moeten laten zien in het feestgedruis. Als we niet gaan, denk ik dat we voorgoed geëxcommuniceerd worden. En ik moet toch érgens mijn haar laten knippen. Misschien als ik eerst thuis indrink, dat het hossen dan makkelijker gaat.

Vanmiddag is het feest losgebarsten. Af en toe dreunen de hertjes in de tuin gestaag mee met de hoempapageluiden in de verte. Ik verwacht de dronken boeren ieder moment in het koolzaadveld. Ik heb geprobeerd moed te verzamelen, maar mijn Eindhovens Carnavals-trauma is te groot. Manliefs boerenkiel ligt dus gestreken klaar. Hij mag dit keer de honneurs waarnemen. Ik hoop maar dat de mannen op leeftijd in luiers hem bespaard blijven. De Sauvignon Blanc staat in ieder geval klaar om zijn leed te verzachten.

Share

1 27 28 29 30 31 35