Verhuizen staat hoog in de top-10 van stressveroorzakers. Het liefst slaan we ergens kamp op en schieten daar de rest van ons leven wortel. Als we iets minder geëvolueerd zouden zijn, zouden we bij het betrekken van een huis er een rondje omheen plassen om ons territorium af te bakenen. De mens is een honkvast wezen. In de afgelopen vijf jaar ben ik zes keer verhuisd. Dat kan twee dingen betekenen: of ik ben buitengewoon stressbestendig, of ik ben een beetje gek.
Het zou logisch zijn als ik op dit moment helemaal stijf zou staan van de stress. Ik heb namelijk nog nooit een hamer vastgehouden, laat staan een boerderij verbouwd. Alle planten die ik ooit heb bezeten, zijn een tragische dood gestorven en nu moet ik een hele hectare aan flora en fauna levend zien te houden. Bovendien heb ik een grondige hekel aan troep en viezigheid, maar zit ik waarschijnlijk de komende 10 jaar tot aan mijn nek in het stof en de rotzooi. Een zenuwinzinking is vooralsnog echter uitgebleven.
Daarentegen heeft mijn omgeving plaatsvervangend last van verhuisstress. Een goede vriendin, die trouw vier van de zes verhuizingen plafonds geschilderd, Ikea meubels in elkaar geschroefd en vloeren gelegd heeft, voelt zich genoodzaakt om nu een Greenwheels abonnement te nemen. “Omdat jij weer zo nodig zo ver weg moet wonen” verzuchtte ze wanhopig. Een andere vriendin wordt momenteel geterroriseerd door mijn katten, die zij liefdevol heeft opgenomen om ze te beschermen tegen het verbouwingsgeweld. “Ze maken me iedere ochtend om 05.30 uur wakker…” klonk het gisteren enigszins vermoeid door de telefoon. En weer een andere vriendin liet weten dat zij al mijn spullen wel zou inpakken, want dat het anders ongetwijfeld een chaos zou worden.
Iedere verhuizing wordt ook steeds een stukje erger. In Amsterdam-Oost werden mijn vrienden aangevallen door een kolonie agressieve duiven op mijn balkon. Toen ik naar Amerika verhuisde moesten ze al mijn spullen in twee koffers zien te proppen. Eenmaal terug in Nederland moesten er een wasmachine en een droger drie trappen opgesjouwd worden en nog geen 1.5 jaar later ook weer naar beneden. En nu wacht hen dan de woonboerderij, mijn absolute pièce de résistance, de grande finale. Schilderen, vloeren leggen, spullen sjouwen, ongedierte verdelgen, het kan niet op. Hier hebben ze al die jaren voor getraind.
Het is een wonder dat ik na vijf jaar verhuizen überhaupt nog vrienden heb. Zelf was ik er na twee keer laminaat leggen echt wel klaar mee geweest. Dat is natuurlijk meten met twee maten en dus neem ik dit keer mijn verantwoordelijkheid. Ik bestijg zélf de verfladder, scheur vloerkleed los en pak de dozen uit. Maar stressbestendig zijn blijkt toch wat lastiger dan gedacht, als je bij het witten van de plafonds een plens verf in je gezicht krijgt. Of als je al je nagels breekt tijdens het lospeuteren van restjes behang.
Als ik nou toegeef dat ik niet stressbestendig ben, maar inderdaad gewoon een beetje gek. En beloof dat dit écht, heus, mijn allerlaatste verhuizing is. Dat ik straks in therapie zal gaan, om te leren mijn verhuisdrang te bedwingen. Wil er dan misschien toch nog iemand een vloertje komen schuren?
Judith
6 april 2016 at 07:44 (9 jaar ago)Leuk geschreven! Dat je dat aan kan zeg. Ik ben het na 1 verhuizing voor de komende 100 jaar spuugzat. Ik denk zelf ook dat mijn omgeving gek zou worden, alhoewel het daar echte vrienden voor zijn, toch?