Moederschuld

MoederemancipatieBijna vier jaar lang ben ik vrijwel werkeloos geweest. Niet helemaal vrijwillig, aangezien ik van dat stelletje xenofobe Amerikanen in hun beloofde land de arbeidsmarkt niet onveilig mocht maken, maar ook zeker niet geheel tegen mijn zin. Weliswaar is het totaal tegen de geldende norm van tegenwoordig, aangezien je het als hoogopgeleide vrouw eigenlijk gewoon niet meer kunt verantwoorden als je na het baren fulltime met je kroost gaat knuffelen, maar ik zal er maar eerlijk voor uit komen: ik had er niet zoveel problemen mee. Babies zijn hard werken en ik had eerlijk gezegd niet geweten hoe ik de slapeloze nachten, de ontplofte luiers en het gehuil met een baan buitenshuis had moeten combineren. Waarschijnlijk ben ik gewoon een mietje, maar daar heb ik vrede mee. Inmiddels in ieder geval, want de buitenwereld was minder vergevingsgezind en dat was weleens lastig. Menig wenkbrauw schoot omhoog toen ik vertelde dat ik me de komende tijd ging richten op het afvegen van de billen van mijn zoon en dus bekroop mij met enige regelmaat toch een vlaag van feministisch schuldgevoel, wanneer ik op een doordeweekse dag weer eens met mijn wolk van een baby in de zon in het park zat, terwijl mijn vriendinnen in Nederland heen en weer renden tussen kinderdagverblijf en kantoor.

Ik had nooit gedacht dat ik zou stoppen met werken als ik moeder werd. Sowieso had ik eigenlijk niet gedacht dat ik kinderen zou krijgen, aangezien ik helemaal niet van kinderen houd. Opgegroeid met een feministische moeder, die eigenlijk ook geen kinderen wilde maar halverwege de dertig opeens een aanval van klepperende eierstokken kreeg, leek het me niet meer dan logisch dat ik mijn leven zou wijden aan het beklimmen van de carrièreladder. Maar goed, het bloed kruipt waar het niet gaan kan en als die stokken eenmaal aan het rammelen slaan, is er geen houden meer aan. In retrospect heb ik zeker geen spijt van mijn hormonale beslissing om mij voort te planten, ondanks het feit dat het mijn carrièreverloop op een bijzonder laag pitje heeft gezet. Waar ik wél spijt van heb, is het schuldgevoel dat ik mezelf lang heb aan gepraat, omdat ik tijdens het flesjes geven door niet mijn best heb gedaan om ergens een directeurstitel te bemachtigen. Want: had de generatie vrouwen voor mij hiervoor dan hun bh’s verbrandt? De afkeurende ogen van de huidige maatschappij prikten in mijn rug als ik met de kinderwagen over straat ging.

Ondertussen zijn de Terroristen zover dat ze het kunnen stellen zonder intensieve, maternale 24-uurs bewaking en heb ik alles uit de poepluiers gehaald wat erin zit. Terwijl mijn kinderen langzaam onder moeders vleugels vandaan komen, krijg ik weer wat meer tijd om diezelfde vleugels uit te slaan. Langzaam klim ik weer in het carrièrezadel als freelance tekstschrijver, wat, tot mijn grote vreugde en dankbaarheid, redelijk goed gaat. Op de werkkamer die manlief voor me heeft gemaakt, zit ik achter mijn laptop en ben ineens een werkende moeder. Terrorist nr. 1 is op school, Terrorist nr. 2 heeft de grootste lol met opa en oma. En hoewel ik ontzettend geniet van het feit dat ik na al die jaren nu iets anders kan doen dan snoeten poetsen en Duplo bouwen, bekruipt mij opnieuw dat knagende gevoel. Dat schuldgevoel. Want: is het wel eerlijk dat mijn zoon zijn moeder vier jaar om zich heen heeft gehad en mijn dochter het moet doen met een schamele twee jaar? Krijgt Terrorist nr. 2 geen diepgewortelde verlatingsangst als niet mama, maar oma haar uit bed komt halen na haar middagslaapje? En als ik, in plaats van na schooltijd klaar te zitten met thee en koekjes, Terrorist nr. 1 alleen vlug een kus kan geven omdat ik anders mijn deadline niet haal, ben ik dan een ontaarde moeder?

Dec3_2014_5Waarom kun je het als moeder gewoon nooit goed doen? Of je nou je zuurverdiende Master diploma verzilvert met een kalfslederen bureaustoel in je eigen kantoor, of je dagen wijdt aan kleien met je kinderen, het is per definitie fout. Je móet kiezen en toch maak je wat de buitenwereld betreft altijd de verkeerde keuze. Als je fulltime werkt, had je geen kinderen moeten nemen, want de hele tijd naar de opvang is toch zielig? Besluit je je laptop aan de wilgen te hangen en je volledig te richten op de verzorging van je kroost, dan verkwansel je het feministisch gedachtengoed en de verworvenheden die onze moeders hun dochters gegeven hebben. Er wordt om het hardst geroepen om zoveel mogelijk emancipatie van de vrouw en op zich zijn we daarmee best een heel eind op weg. Niemand kijkt tenslotte meer op van een vrouw in een powersuit die een belangrijke vergadering voorzit. Maar, wat is eigenlijk de plaats van de móeders in de samenleving?

Kinderen krijgen, kinderen verzorgen, kinderen opvoeden, het kost tijd en energie. En iedere vrouw, want dat zijn moeders nou eenmaal, doet dat op haar eigen manier. De één wil na het werpen alleen nog maar thuis zijn, de ander heeft het nodig om 40 uur per week te blijven werken. En weer een andere moeder prefereert de gulden middenweg en schroeft het aantal mantelpakjes met de hélft terug en ruimt de andere helft van haar kledingkast in voor spuug,- en poepbestande huispakken. En eigenlijk zou geen van allen daar gewetenswroeging over hoeven hebben. Want betekent emancipatie ook niet vooral dat vrouwen het recht hebben om hun eigen keuze te maken, zonder er door de maatschappij om veroordeeld te worden? Veel meer nog dan dat we er hardnekkig naar moeten streven evenveel betaald te krijgen en net zoveel topposities te bekleden als onze mannelijke collega’s, zouden we ervoor moeten vechten baas te mogen zijn over ons eigen leven en de invulling daarvan.

Sowieso is het op z’n minst opmerkelijk te noemen dat geen enkele vader te maken krijgt met scheve ogen als hij fulltime blijft werken, of dat het bij de meeste mannen niet eens in hun hoofd opkomt hun baan op te zeggen als er zich nageslacht heeft aangediend. Terwijl menig moeder worstelt met een soort constante identiteitscrisis omdat de rollen van vrouwelijke opvoeder en moderne professional gewoonweg niet verenigbaar lijken te zijn, lijkt dergelijk, nogal pijnlijk maatschappelijk zelfverwijt gewoon aan de vaders voorbij te gaan. Ik ben mijn moeder en haar generatiegenoten dankbaar voor de mogelijkheid om als vrouw tegenwoordig niet alleen successen te behalen achter het aanrecht, maar het emancipatorisch werk is duidelijk nog niet geheel gedaan. Nu het glazen plafond langzaam maar zeker begint te barsten, wordt het misschien tijd om opnieuw wat lingerie te verbranden. Want de ouder-emancipatie kan duidelijk nog wel wat Dolle Mina’s gebruiken.

Share

Moderne tijden

Modernetijden_4Wie dit blog vanaf het begin gevolgd heeft, kan zich misschien de Slag om het Internet nog wel herinneren. Het heeft ons bijna twee maanden gekost om de boerderij digitaal op de rest van de wereld aangesloten te krijgen. Een barre tijd, want verkassen naar een landgoed in the middle of nowhere is één ding, maar vervolgens ook niet meer kunnen Facebooken is wel gelijk heel erg back to basic. Je kunt het tenslotte ook overdrijven. Gelukkig hebben we middels huilen, smeken, dreigen en zelfs een tijdelijke illegale oplossing uiteindelijk toegang tot het wereldwijde web verkregen. Echt up to date is het echter allemaal niet. We hoeven nog net niet in te bellen, maar het modem valt met enige regelmaat zonder aanwijsbare reden uit, als het stormt begint het kastje zachtjes te roken en van downloaden en streamen raakt het Achterhoeks internet op z’n zachtst gezegd in een existentiële crisis. Manlief en ik hebben het laatste seizoen van True Blood moeten missen, omdat tijdens het binnenhalen van de afleveringen mijn laptop zo warm werd, dat we de machine een nacht in de schuur hebben moeten leggen omdat we bang waren voor ontploffingsgevaar. Maar goed, in de Achterhoek heeft waarschijnlijk niemand van HBO gehoord, dus we zullen wel de enigen zijn die zich afvragen hoe het afgelopen is met Sookie Stackhouse en consorten.

Maar, er gloort hoop aan de digitale horizon, zo lazen wij in maar liefst drie verschillende kranten. “Heb je het gehoord, heb je het gehoord?” kwam mijn moeder afgelopen weekend met de deur in huis vallen. Mijn laptop was op dat moment al zo’n half uur zuchtend en steunend bezig de treintijden van de NS te laden, dus ik had wel even tijd voor het artikel dat ze opgewonden op mijn toetsenbord wierp. ‘Provincie helpt Achterhoek aan snel internet’ kopte Trouw. Mijn hart sloeg een paar slagen over. In 2015 slaan tien Achterhoekse gemeenten de handen in elkaar en zullen de bewoners van de buitengebieden verblijden met glasvezel. Ik heb even een traantje weg gepinkt. Blijkbaar ben ik toch niet de enige die een verhuizing overweegt vanwege het prehistorisch internet. Ons landgoed en veel meer andere boerderijen in de buitengebieden bevinden zich namelijk in de zogenaamde ‘witte vlekken’, een soort aardse zwarte gaten, waartoe de vooruitgang nog niet is doorgedrongen. Onderzoek heeft nu uitgewezen dat mensen massaal de boerderijen vaarwel zeggen, omdat ze zich digitaal in een hoekje gedrukt voelen. En dat moet natuurlijk in de kiem gesmoord worden, want voor je het weet migreren we met z’n allen naar de Randstad, om daar de bronnen op te souperen. Een soort Independence Day, met ons Achterhoekers als parasiterende aliens.

Dec8_2014_4‘Beglazing’ van het buitengebied is van levensbelang, zegt de lokale politiek en ik sluit mij bij dat standpunt volledig aan. Iedere dag dat ik er langer dan een minuut over doe om Google te laden, sterf ik van binnen tenslotte een klein beetje. En het is niet alleen stadse import zoals wij die ervoor pleiten de Achterhoek naar de tegenwoordige tijd te halen. Zelfs de doorgewinterde boeren kunnen niet meer zonder breedband. Tenslotte draaien de melkrobot en tal van andere agrarische machines op snel internet en ook de leerlingen van de dorpsschooltjes hebben tegenwoordig van Wikipedia gehoord. Als we niet uitkijken komt er straks niemand in de Achterhoek meer van de basisschool af, omdat de kinderen het vertikken de bronnen voor hun werkstukken nog langer uit de stoffige dorpsbibliotheek te halen. In 2015 wordt er daarom een Achterhoeks breedbandbedrijf opgericht, dat het platteland van haar witte vlekken moet bevrijden. Ik kan het bijna niet geloven: moderne tijden op het platteland!

Voorwaarde voor deze opwelling van progressie is echter wel dat, per gemeente, 50% van de woningen in het buitengebied zich wil laten voorzien van glasvezel. Dat betekent dus dat minstens 20.000 huishoudens in onze gemeente zich moeten willen laven aan de geneugten van het breedband. Binnenkort begint de gemeente met inventariseren wie er allemaal interesse heeft. Hierbij bied ik mij aan als Ambassadeur voor het Snel Achterhoeks Internet. Ik denk dat ik een actiegroep begin om iedereen in de buurt te mobiliseren. Als het moet, ga ik zelf alvast aan het scheppen in mijn tuin om ruimte te maken voor de bekabeling. Voor het faciliteren van de vooruitgang is werkelijk geen brug mij te ver. Nadenken over mijn goede voornemens voor 2015 hoeft niet meer, mijn doel voor komend jaar lijkt me duidelijk: de Achterhoek de 21e eeuw in helpen.

Ik heb al eens eerder een internetmonteur bedreigd met eenzame opsluiting in ons kippenhok en ik zal niet schromen opnieuw met grof geschut te komen. Wie het Achterhoeks breedbrand een strobreed in de weg legt, krijgt met mij te maken. True Blood’s Eric Northman wordt mij tenslotte geen twee keer door de neus geboord.

Share

Allergisch geïntegreerd

Ik ben gezegend met een ijzeren maag. Maakt niet uit wat ik eet, ik heb nooit ergens last van. Melk, noten, gluten, soja, schelpdieren, ik vind het zeker niet allemaal smakelijk, maar ze hoeven in het ziekenhuis in ieder geval mijn maag niet leeg te pompen als ik een keer per ongeluk een mossel naar binnen werk. Nog niet zo lang geleden was ik dan ook zo arrogant om te denken dat al die mensen die tegenwoordig beweren voor van alles en nog wat een allergie te hebben, gewoon een stelletje zeurderige voedselmietjes zijn. Je kunt heden ten dage met goed fatsoen de deur niet meer open doen met Sint Maarten, als je niet hebt gezorgd voor hypoallergeen snoep. Iedereen heeft namelijk wel een kind dat ergens pulserende bulten van krijgt. Modernistisch gelul, was mijn ongezouten mening, terwijl ik Terrorist nr. 1 dagelijks twee dikke boterhammen vol gluten en kaas voorzette. Totdat Terrorist nr. 2 ten tonele verscheen, het meest allergische kind ter wereld. Dat krijg je ervan als je zo hoog van de toren blaast, niet God, maar de gluten straffen meteen.

Inmiddels behoren manlief en ik dus tot de vereniging van vervelende zanik-ouders, die een paniekaanval krijgen als iemand met een koekje aanstalten maakt bij onze dochter in de buurt te komen. We staan al klaar met het vlugzout als tijdens een visite blijkt dat de gastvrouw een pak melk in de koelkast heeft staan. Want stel je voor dat Terrorist nr. 2 het ruikt en er spontaan een eczeem-aanval van krijgt. De aardbeien in de moestuin zijn afgezet met schrikdraad met hoog voltage. Liever een elektrische schok, dan dagenlang een peuter vol jeukende korsten. Kosten-baten analyse. Ja, wij hebben een allergisch kind. Het duurde even voor we door hadden dat onze dochter in principe niet melaats was, maar dat die afbladderende huid veroorzaakt werd door een heftige koemelkallergie. Dat er keiharde, groene, met bloed dooraderde stenen in haar luiers zaten, omdat haar darmen langzaam werden opgevreten door de gluten in de boterhammetjes die we haar gaven. Ze mag dan uiterlijk wel erg op mij lijken, maar het was misschien beter geweest als ik voornamelijk mijn intern genetisch profiel had doorgegeven.

Allergischge-C3-AFntegreerd_2En dus zijn wij tegenwoordig koemelk, gluten,- en sojavrij. Dat betekent dat onze kinderen inmiddels al zo’n anderhalf jaar leven op rijstwafels en komkommer. Het smakenpalet is wat eenzijdig te noemen, maar er zit weinig anders op. Met één allergie valt namelijk nog wel te leven, maar als je gewoon óveral allergisch voor bent, blijkt gevarieerd eten best een ingewikkelde opgave. Vooral ook omdat ik nogal gecharmeerd ben van rijke spijzen, aangemaakt met veel room, en smeuïg makende gluten. Maar, omdat het belang van je kroost nou eenmaal voor je eigen behoefte aan melkvet en allerhande tarwesoorten gaat, lepel ik tegenwoordig dapper zuurkoolstamppot met kokosmelk naar binnen. Of een bordje boekweitspaghetti met groentensaus. Terrorist nr. 1 neemt mopperend een trommeltje zelfgebakken brood van rijstmeel mee naar school en vlucht af en toe stiekem naar oma om daar een authentiek Verkade biscuitje te eten. Vervolgens is hij nog drie dagen high van alle gluten. Je kunt dus wel zeggen dat wij inmiddels een allergisch geïntegreerd gezin zijn.

Wij waren dan ook verheugd laatst in de krant te lezen dat vanaf half december restaurants in Nederland verplicht zijn te vermelden welke allergenen er in hun gerechten zitten. Uit eten gaan met een allergisch kind is namelijk alsof je een iemand met diabetes meeneemt naar de snoepwinkel: niet handig. Niet alleen moet Terrorist nr. 2 het doen met een zielig bakje van thuis meegebrachte prak die in het restaurant moet worden opgewarmd, daarnaast moet ze ook nog toezien hoe de rest van haar familie zich tegoed doet aan de heerlijkste dingen, waar zij alleen maar van kan dromen. Terwijl Terrorist. nr 1 gretig zijn tanden zet in een dikke kaaspannenkoek en manlief een immens bord pasta met roomsaus naar binnen werkt, probeer ik onze dochter ervan te overtuigen dat zij straks in ieder geval de enige binnen het gezin is die niet vroegtijdig komt te overlijden aan hart en vaatziekten. Maar dat is natuurlijk een schrale troost als je de hele avond op een stengel selderij moet knagen, terwijl naast je de kaaskorsten in de mondhoeken van je broer staan.

Het horecapersoneel is niet onverdeeld blij met de nieuwe eisen. En terecht. Koken voor allergische mensen is hels. Stel je voor dat je kok bent en je restaurant de hele avond vol zit met mensen die van al jouw heerlijkheden spontaan een anafylactische shock krijgen. Dan sta je voortaan echt niet relaxed meer souflé’s te flamberen. Ik vind het zelf al irritant dat ik tegenwoordig geen lekkere meergranenbol met oude kaas meer kan eten, zonder dat ik mijn dochter in quarantaine in de bijkeuken moet zetten en na mijn lunch eerst het huis drie keer minutieus moet stofzuigen voordat ik haar weer binnen laat. Laat staan dat je na ieder gerecht dat je hebt klaargemaakt eerst je werkplek moet laten ontsmetten door de gemeente reinigingsdienst, zodat je zeker weet dat je de volgende gasten van een steriele maaltijd kan voorzien. Dat wordt dan met recht lang tafelen.

Toch hoop ik dat de restauranthouders en chefs over hun gastronomische hart willen strijken en voortaan de allergische gemeenschap tegemoet willen komen. Als ik dan mijn dochter een keer een lekker bordje patat wil gunnen tijdens een avondje uit, weet ik tenminste zeker dat er niet stiekem eerst bitterballen in het frituurvet zijn gebakken. Want als ik vervolgens de hele nacht met een huilend kind zit dat niet kan slapen van de buikpijn, kook ik liever thuis een pannetje glutenvrije pasta. Een goede spaghetti carbonara is me veel waard, maar ik heb mijn nachtrust (en vooruit, de gezondheid van mijn kind ook) toch net iets hoger in het vaandel staan. Als ik nou beloof voortaan royaal te zijn met de fooien, misschien dat mijn allergenengezeur dan iets minder knaagt aan het culinair gemoed?

Hoe kan het toch dat steeds meer mensen tegenwoordig nergens meer tegen kunnen? Is dit het beginnende einde van de mensheid? Ik zie in ieder geval niet in hoe we het als soort gaan overleven als we straks allemáál alleen nog maar maïscrackers en amandelmelk kunnen verdragen. Ikzelf zou er in ieder geval terplekke aan overlijden. Al was het alleen maar van pure ellende. Ik bied hierbij mijn welgemeende excuses aan aan iedereen die te kampen heeft met voedselallergieën. Mijn arrogantie is inmiddels keihard afgestraft. Maar misschien is het juist een vorm van menselijke ontwikkeling, is mijn soort ten dode opgeschreven en heeft mijn dochter de toekomst. Moeten we plaatsmaken voor een nieuwe generatie lichamelijk hoog-efficiënte mensen, die rijstwafels omzetten in energie. Inmiddels eet ik mijn volkoren boterhammen en stukjes brie alleen nog helemaal achter in de tuin en daarna haal ik de stofzuiger over het gras. Want als de evolutie mij heeft ingehaald, kan ik mijn lot tenslotte maar beter accepteren.

Share

Ode aan de Achterhoek

Er is mij ter ore gekomen dat de lokale bevolking hier niet gecharmeerd is van dit blog. Ik wist niet eens dat ik hier in de regio gelezen werd (waarvoor dank, overigens), maar blijkbaar heb ik geen vrienden gemaakt. Volgens de Achterhoekers zou ik mij namelijk alleen maar negatief uitlaten over hun habitat en daarbij ook nog eens de bewoners ervan belachelijk maken. Kennelijk rijst de vraag waarom ik hier überhaupt ben neergestreken, als ik het allemaal zo vreselijk vind. Want waarom ben ik dan niet gewoon op mijn arrogante Amsterdamse kont in de hoofdstad blijven zitten? Nog even en ik heb me met mijn geblog de toorn van de hele Achterhoek op de hals gehaald. Om te voorkomen dat de boerderij straks met kakelverse eitjes bekogeld wordt, lijkt het me dus verstandig om even het één en ander recht te zetten.

OdeaandeAchterhoekLang leve de Achterhoek! En dat meen ik serieus. Er is niemand die mij aan mijn haren uit Amsterdam heeft weg gesleept en onder dwang hier heeft neergezet. Ik heb geheel vrijwillig mijn handtekening gezet onder het koopcontract van deze boerderij. De eerste keer dat manlief en ik het erf op reden om op het landgoed te gaan kijken, was ik al verkocht. We waren nog niet eens de auto uit, toen ik manlief aankeek en zei: “Welkom thuis”. Manlief was zeker niet gelijk overtuigd, maar voor mij was het liefde op het eerste gezicht. Verliefd op het huis, met al die krakkemikkige rare kamertjes, schimmelige kozijnen en enkel glas met grote kieren, maar ook op de omgeving, de oogverblindend groene weilanden, heerlijk stille bossen en schattige kleine dorpjes. Ja, ik hou van de stad, van de grachten en de drukte. Maar een goede koe in een knisperend groen weiland is ook zeker niet te versmaden.

In de Achterhoek heb ik een tuin ter grootte van een klein park. In Amsterdam had ik een balkon ter grootte van een postzegel, versierd met duivenpoep. In de Achterhoek raak ik mijn gezin soms kwijt in mijn eigen huis. In Amsterdam moesten manlief ik permanent bij elkaar op schoot zitten, ook als we net een echtelijke ruzie hadden gehad. En dat voor dezelfde prijs als we nu voor het landgoed betalen. In Amsterdam zeggen mensen je alleen gedag als ze geld van je willen, of niet kunnen kaartlezen. In de Achterhoek word je door iedereen gegroet, gewoon omdat de mensen aardig zijn. In Amsterdam is al minstens zes keer mijn fiets gestolen. In de Achterhoek vergeet ik hem tegenwoordig gewoon op slot te zetten als ik boodschappen ga doen. En dat is heel wat waard, want na dertig jaar in Amsterdam ben ik aan de aanschaf van al die nieuwe fietsen bijna failliet gegaan.

Ik kan mijn Terroristen geven wat ik zelf nooit heb gehad: een jeugd van buitenspelen, hutten bouwen, niet hoeven kijken voor je oversteekt. Blozende wangetjes, modderige handjes, appeltjes eten uit eigen tuin. Terrorist nr. 1 vindt rust in de Achterhoek, waar hij stress heeft in Amsterdam. Van een piekerig, onrustig jongetje, naar een vrolijk, ontspannen kind. Iedere dag een stukje meer. Met dank aan de Achterhoek. Door de rust, de vogeltjes, het bos. Door zijn school, zijn juffen die nog de mogelijkheid hebben om veel tijd en aandacht aan hem te besteden. Omdat de klassen klein zijn, de betrokkenheid groot. Terrorist nr. 2 eet groenten uit eigen tuin, wat zo goed is voor haar kwetsbare darmen. Ik maak lange boswandelingen met mijn moeder, omdat buitenlucht en beweging mijn MS de kop indrukken. Manlief bouwt konijnenhokken en picknicktafels dat het een lieve lust is en heeft spontaan een nieuwe hobby. En mijn vader is weer een klein beetje terug op zijn boerderij in Frankrijk, waar mijn ouders bijna tien jaar hebben gewoond. En zo is iedereen gelukkig. In de Achterhoek.

Nov23_2014_4Ja, ik mis de stad. Mijn Amsterdam. Ik mis de grachten en hun verlichte bruggetjes, de restaurants en bioscopen, de boetiekjes in de Jordaan met hun mooie vintage jurkjes. Ik houd van het rumoer, de onfatsoenlijke mensen, de anonimiteit. Van het ordinaire Rembrandtplein en zelfs een beetje van de stadse viezigheid. Maar inmiddels houd ik ook van de Achterhoek. Van hoe onwaarschijnlijk groen het hier is, zelfs nog in December. Van hoe het licht bijna magisch tussen de bomen weerkaatst als ik door het bos loop. Van de oorverdovende stilte als ik ‘s ochtends mijn eigen erf op stap. En van de mensen, die zo aardig en beleefd zijn. Van de groentenman die Terrorist nr. 2 tegenwoordig zomaar gratis stukjes gedroogd fruit geeft, omdat hij weet dat ze geen koekjes mag hebben. En van de juf van Terrorist nr. 1 die een potje met me mee huilt op school, als ik af en toe instort wanneer we het zwaar hebben met het autisme van onze zoon. En natuurlijk, van onze eigen boerderij, waar ik de rest van mijn leven hoop te slijten.

Dus vergeef mij, beste regio-genoten, als ik jullie met mijn schrijfsels recht in het Achterhoeks hart geraakt hebt. Mijn intenties waren, eerlijk waar, niet slecht. Misschien dat ik mij schuldig hebt gemaakt aan wat grootstedelijke arrogantie, maar ik vrees dat dat de aard van het beestje is. Ik ben tenslotte maar een onfatsoenlijk stadsmens, Dertig jaar Amsterdam kruipt nou eenmaal onder je huid. Maar toch wil ik u vragen, lees ook eens tussen de regels door. Want daar is ook heus de lofzang wel te vinden. En van een beetje sarcasme is een echte Achterhoeker tenslotte toch niet vies? Ruwe bolster, blanke pit, dat zou men juist hier toch wel moeten kunnen waarderen. Ik ben gelukkig in de Achterhoek, maar ik blijf ook een Amsterdamse. Ook al wil ik er dan niet meer wonen. Laten we de gulden middenweg bewandelen: als ik nou af en toe een sarcastisch stukje over het platteland mag schrijven, dan mogen jullie ook mijn hautaine stadsgedrag bespotten. En dan zal ik niet beledigd zijn. Afgesproken?

Share

In het duister

“Helaas is er nog vrijwel niks bekend”. Manlief en ik kijken de ambtenaar zwijgend aan. Ze vouwt haar handen wat nerveus in en uit elkaar en probeert geruststellend te glimlachen. “Ik begrijp dat jullie duidelijkheid willen”. We zitten in een vergaderkamertje op de school van Terrorist nr. 1. Tegenover ons een ambtenaar van de gemeente, één van de tien, die vanaf Januari 2015 alle veranderingen in de nieuwe Jeugdwet en het Passend Onderwijs in goede banen moeten gaan leiden. Over krap vijf weken is het zover, dan verandert alles. De avond voorafgaand aan dit gesprek zaten we een paar meter verderop in hetzelfde gebouw, op de ouderavond. Om ons heen een groep bezorgde en angstige ouders. Want: niemand weet wat er gaat gebeuren. Hoe moet dat straks met onze kinderen, die groep ontzettend kwetsbare persoontjes, waaraan binnenkort opeens veel minder geld en tijd besteed mag worden? “Ik denk wel dat het goed komt”, zegt de manager van de school, die ons te woord staat. Verontwaardiging gonst door de groep ouders. Wij denken namelijk van niet.

InhetduisterEr moet 30% bezuinigd worden. Dat is veel. Heel veel. Maar heus, het gaat niet ten koste van de kinderen, wordt ons verzekerd. Ik zie de radartjes in manliefs rekenkundig hoofd op volle toeren draaien en zelfs bij mij valt het kwartje snel. Hoe kun je wél miljoenen moeten inleveren, maar toch al deze kinderen hetzelfde blijven bieden? Voordat we die vraag kunnen stellen, wordt er gauw gerept over het elimineren van de ‘uitwassen van het zorgsysteem’. Blijkbaar zijn er namelijk heel veel ouders die met het PGB van hun gedragsgestoorde kind naar de Mercedesdealer gaan om een nieuwe bolide uit te zoeken. Dat lijkt ons onwaarschijnlijk, maar blijkbaar is ons vertrouwen in de goedheid van de mens bijzonder achterhaald. Weer zo’n typisch socialistische uitwas, waarschijnlijk. En als men het schoolkrantje dat twee keer per jaar uitkomt afschaft, dan zijn in die hoek zéker fortuinen weg te slepen, krijgen we te horen. Want daar zijn ze werkelijk avonden mee bezig. En realiseren wij ons wel hoeveel overuren er dan uitbetaald moeten worden? Ik frons mijn wenkbrauwen. Wij hebben dit zo gewraakte krantje nu één keer mogen ontvangen en als het elimineren van die zes pagina’s gekopieerde knutselwerkjes daadwerkelijk het gat in de zorgbegroting gaat dichten, is dat een steek recht in mijn journalistieke hart. Had dan gewoon aan mij gevraagd of ik een regionale eenmansredactie wilde vormen om alle scholen van hun jaarlijkse publicatie te voorzien. Een middagje schrijven en als dank mijn naam in het colofon en alle Achterhoekse autisten behouden hun rugzak. Is dit rurale naïviteit, of worden wij hier dom gehouden?

Op onze vraag waarom wij als ouders nog niet geïnformeerd zijn over alle naderende veranderingen, krijgen we een vermoeid schouder ophalen. “Dat heeft helemaal geen zin” is het antwoord, “Mensen zijn toch alleen maar geïnteresseerd als het om henzelf gaat”. Ik bijt hard op mijn tong om te voorkomen dat ik eruit flap dat ze niet helemaal goed bij haar hoofd is. De onrust onder de ouders is voelbaar, iedereen wil weten waar hij aan toe is. Waar wij, als ouders van zorgintensieve kinderen, samen aan toe zijn. Omdat we allemaal weten hoe het voelt, de zorgen om een kwetsbaar kind. En omdat we wél om elkaar geven, met elkaar begaan zijn. In tegenstelling tot het egocentrisme waarvan we hier opeens beticht worden. Wie gaat bepalen welk kind waar naar toe gaat? Welk kind kan nog rekenen op financiële ondersteuning voor de zorg die het nodig heeft en welk kind valt straks tussen wal en schip? En wat zijn daar eigenlijk de criteria voor? Wordt onze Terrorist nr. 1 straks voor de leeuwen gegooid in een klas met 35 kinderen op een reguliere basisschool, alleen maar omdat hij, naast zijn autisme, ook een IQ van 130 heeft? Wordt het feit dat hij, naast intelligent, ook autistisch is, dan voor het gemak maar even vergeten, zodat de gemeente de centen lekker in haar zak kan houden? Wij hebben ons lieve jongetje en zijn klasgenootjes de afgelopen maanden zien opbloeien. Zien groeien, sterker zien worden, dankzij de speciale zorg die hen gegeven is. Die ze zo hard nodig hebben. Sinds kort heb ik mijn zoon weer terug, maar we kunnen onze kinderen beter nog maar even heel stevig vasthouden. We zijn ze namelijk alweer bijna kwijt.

Volgend jaar moeten wij met onze zoon langs de deuren. De deuren van de scholen. Om te zien wie hem wil hebben. Want autisme, daar zit nou eenmaal niet iedereen op te wachten. Maar wees niet bang, want het ‘zorgloket’ bemiddelt. Ja, die ambtenaren vinden heus wel een school die Terrorist nr. 1 ergens achterin de klas wil zetten. Zodat niemand hem ziet, niemand last heeft van zijn stoornis. Als we heel sterk lobbyen mag hij misschien zelfs wel mee op schoolreisje. Of hij ook wat leert, of überhaupt maar gelukkig wordt, is de vraag. Maar je kunt nou eenmaal niet alles hebben. En het kan altijd erger, wij hebben eigenlijk nog geluk met ons ‘zorgloket’. Er is hier in de Achterhoek namelijk schijnbaar ook een gemeente die haar zorgenkindjes aanbesteedt. Met een beschrijving van hun problematiek komen deze kinderen als casus op het internet te staan. Daar mogen de gecontracteerde zorgaanbieders dan op intekenen en de laagste bieder gaat met de prijs naar huis. Een soort Marktplaats voor gemankeerden dus. Ik was in de veronderstelling dat mensenhandel in Nederland verboden was, maar blijkbaar is het toch lastig om los te komen van het koloniaal gedachtegoed.

Wat krijg je, als je mensen opzadelt met een taak waarvan ze geen verstand hebben? Chaos. Alhoewel de dames en heren gemeenteambtenaren zonder twijfel het hart op de goede plaats hebben, worden er besluiten genomen waar de honden geen brood van lusten. Het is alsof je een blinde een Boeing 747 laat besturen: levensgevaarlijk en onverantwoordelijk. Onze kinderen worden als vee verhandeld, omdat de beleidsmakers zijn aangenomen op hun zuinigheid. En intensieve veelteelt is nou eenmaal goedkoper dan duurzaam ondernemen. Dat er op de lange termijn problemen ontstaan, we straks met weilanden vol gekke koeien komen te zitten, dat is van later zorg. Ik vrees alleen dat we het geld dat dat gaat kosten, niet meer bij elkaar gespaard krijgen met het afschaffen van de schoolmelk en bij al die zorgtrekkers valt dan helaas ook niks meer te halen. Die hebben hun nieuwe Mercedes tenslotte al moeten verpatsen om zelf de gedragstherapie van hun kind te kunnen betalen.

De klok tikt door. De deadline is in zicht, 2015 is niet ver weg meer. Toch tasten we nog steeds volledig in het duister. Ik verbaas me over het gemak waarmee er voorbij gegaan wordt aan de behoeften en de zorgen van zoveel mensen in de samenleving. De achteloosheid waarmee er ingrijpende besluiten worden genomen, zonder daarin de mensen om wie het gaat te betrekken of zelfs maar te informeren. Hebben we dan daadwerkelijk geen stem, of wil men ons gewoon het liefst monddood maken? Wat is er geworden van het land waarin er naar elkaar geluisterd werd? Ik kijk naar mijn zoon, naar de enorme ontwikkeling die hij de afgelopen tijd heeft doorgemaakt en vrees dat straks alles voor niets is geweest. Vrees voor het moment dat ik zijn autisme moet proberen te verkopen aan de scholen in de buurt. Als een louche vertegenwoordiger, die mensen iets probeert aan te smeren dat ze helemaal niet willen hebben. Terwijl ik mijn verkooppraatje alvast oefen, rouw ik om het verlies van weer een stukje sociaal gevoel. Laten we met Oud & Nieuw het glas heffen op alle zorgenkindjes in Nederland en hopen dat het in de toekomst goed met ze komt. Want meer kunnen we tegenwoordig blijkbaar niet meer doen.

Lieve mensen, beste ouders. Hierbij roep ik jullie op om, samen met mij, die barricade te bestijgen. Alleen samen worden we gehoord. Omdat ik zeker weet dat we dus níet alleen geïnteresseerd zijn als het onszelf betreft. Ik geef om mijn eigen kind, om mijn lieve, mooie, slimme, Terrorist nr. 1. Maar ik geef ook om uw kinderen. Om de ouderen in onze samenleving, die straks net zo goed moeten gaan inleveren. Om de zwakken, zieken, minder bedeelden. Echt waar. Om onze maatschappij. Zo hoeft het niet te gaan. We zijn niet alleen. Als we maar samen opstaan.

Share

1 21 22 23 24 25 35