Bloedbad

2015 Is nauwelijks een week oud of het eerste bloedbad is alweer een feit. Vandaag werd de redactie van het Franse satirische weekblad Charlie Hebdo aangevallen door drie mannen met machinegeweren. Twaalf mensen kwamen om. Ik lees het bericht op internet en staar uit het raam. Twaalf mensen dood. Twaalf mensen die vanmorgen gewoon op stonden, naar hun werk gingen en nooit gedacht hadden dat ze vanavond niet meer thuis zouden komen. De eerste week van het nieuwe jaar sluiten we af met een dozijn mensen in een bodybag. Wat is er in hemelsnaam aan de hand met de wereld?

Of het heel handig, of überhaupt nodig, is om met enige regelmaat spotprenten van de profeet Mohammed te publiceren of grappen te maken over welke religie dan ook en mensen daarmee op hun hart te trappen, daar zal ik het nu niet over hebben. Vrijheid van meningsuiting, respect voor elkaars religie en denkbeelden, het recht op vrije persvoering, het zijn allemaal legitieme onderwerpen in een situatie zoals deze, maar komt het niet vooral neer op die ene belangrijke basisregel, zowel in religie als in de grondwet: gij zult niet moorden.

BloedbadHoe is het zover gekomen dat we in een wereld leven dat mensen zomaar met een arsenaal aan wapens een gebouw kunnen binnendringen en daar mensen om zeep kunnen helpen? Kinderen worden zonder pardon afgeknald op scholen, omdat een klasgenoot die het zat is om als buitenbeentje door het leven te gaan, met een mitrailleur het lokaal in stapt. Tekenaars krijgen tijdens een redactievergadering een kogel door hun kop omdat ze iets op papier hebben gezet dat een aantal mensen niet zo erg beviel. Wat is er gebeurd met praten over je meningsverschillen? Accepteren dat niet iedereen overal hetzelfde over denkt? Je schouders ophalen en gewoon weglopen?

Zijn we zo gewetenloos geworden? Zo gewetenloos dat we denken dat we zonder of blikken of blozen kunnen beschikken over elkaars leven? Ik geloof niet in God, Allah, Jahwe, of welke grootheid dan ook, en ben dan ook van mening dat mijn leven me niet door de religie geschonken is, maar slechts door de natuur. Maar desondanks geloof ik dat ik nooit kan nemen wat ik niet gegeven heb. Andermans leven is niet voor mij om over te beslissen, of ik nou een bloedhekel aan die ander heb of niet. Mijn mening is niet meer waard dan die van een ander, mijn waarheid niet beter dan die van jou. Ik kan je bespotten, verachten, misschien zelfs haten, maar boven God en iedereen verheven ben ik nooit.

Het duister daalt neer over de eerste week van januari en wat doet het mij verdriet. Verdriet dat we het het zelfs niet één week kunnen redden zonder bloedvergieten. Niet één week zonder elkaar naar het leven te staan. Godverdomme mensen, kan het nou eens afgelopen zijn? Zijn er vorig jaar dan niet genoeg doden gevallen? De wereld is gek geworden. Gelukkig nieuwjaar? Niet op deze aardkloot.

Share

Fashionista

Onlangs werd mij door Nieuwsvallei, een Gelders journalistiek platform, gevraagd om wat te zeggen over mode op het platteland en mode in de stad. Zijn er verschillen en zo ja, welke dan? Wat zie je in de stad wel en in de Achterhoek niet? Lopen ze op het platteland echt nog steeds op klompen en in klederdracht? En vooral, wat blijft er over van je eigen fashion sense, als je je garderobe meesleept van Amsterdam naar een boerderij in de klei? Klederdracht heb ik nog niet gezien, maar klompen hangen pontificaal aan de gevel van mijn hoeve. En die fashion sense, tja, dat is wel een pijnlijk punt. Want met killer heels in de modder, dat gaat nou eenmaal niet.

FashionistaIk heb een zwak voor mode. Kleding, schoenen, tassen, ik ben er gek op. Dat is niet altijd zo geweest, ik ben zeker niet als fashionista geboren. Als puber moest ik het vooral hebben van mijn vermogen binnen een uur een geschiedenisboek uit mijn hoofd te kunnen leren en het feit dat ik goed kon luisteren als mijn, veel hippere en populairdere, vriendinnen een schouder nodig hadden om op uit te huilen. Bovendien had ik de pech zowel een bril áls een beugel én een voorliefde voor baggy skaterbroeken te hebben, dus die schoonheidsprijs zat er voor mij niet in. Alhoewel er met een paar lenzen en een torenhoge factuur van een orthodontist in Amsterdam-Zuid wel een stijgende lijn in zat, heeft het nog een tijd geduurd voor ik de met fleece gevoerde capuchontruien voorgoed aan de wilgen hing.

Zo’n tien jaar geleden ontmoette ik op mijn werk een Italiaanse stijlkoningin, die met één blik over haar bureau zag dat er drastisch werk aan de winkel was. Daarna vulde mijn kast zich in rap tempo met vintage rokjes, kokette fifties jurken en hoge hakken. En sindsdien ben ik mijn hart verloren aan Chanel, Ted Baker en andere designers waarvoor ik qua salaris eigenlijk op de ministers-norm zou moeten zitten. Ik heb de afgelopen jaren dan ook bijzonder weinig gegeten. Van eens per maand een nieuwe Karen Millen raakte ik namelijk meer verzadigd dan van iedere avond een warme maaltijd, dus dan ga je prioriteiten stellen. Toen ik manlief ontmoette was hij in eerste instantie verheugd door mijn hoge hakken collectie, maar toen we eenmaal een en/of rekening hadden geopend vond hij het minder leuk worden. Al eerder zei ik dat ik vermoed dat hij zo verguld is met ons nieuwe boerenleven, omdat hij onze salarissen nu niet meer direct aan de verschillende winkeliers in de Amsterdamse negen straatjes hoeft te laten uitbetalen.

Inmiddels zijn mijn spijkerbroeken en ik weer bijna net zo onafscheidelijk als tien jaar geleden. Toen we de boerderij net gekocht hadden, heb ik nog even een dappere poging gedaan iedere morgen op stiletto’s de kippen te voeren, maar daar ben ik gauw van terug gekomen. Dagelijks dikke plakken zwarte modder van je roze Marc Jacobs strappy sandals af moeten schrapen is gewoon niet zo goed voor je humeur. En naast het feit dat rennen op palen van 6 cm niet bevorderlijk is voor het in stand houden van je enkelbanden, vinden de lokale hulpverleners je behoefte aan stijl geen geweldig excuus als je kinderen geschept worden door een tractor omdat jij ze niet bij kon houden. Dat begrijpen ze gewoon niet op het platteland. Ik koop dus voortaan kaplaarzen bij de Boerenbont, in plaats van laklaarzen bij de Bijenkorf.

FashionistaManlief is blij dat we nu geld over hebben om een goede fles wijn te kopen, of een nieuwe klopboor. Met ieder nieuw stuk gereedschap wordt hij complimenteuzer. Inmiddels beweert hij dat hij me net zo mooi vindt in een trainingsbroek, als in Chanel. Mijn Italiaanse vriendin stuurt me echter zeker drie keer per maand dreigberichten via WhatsApp, omdat ze op Facebook heeft gezien dat ik alweer hetzelfde fleecevest aan heb. En ikzelf ben verscheurd door de noodzaak om praktisch gekleed te gaan om het op mijn eigen landgoed te overleven, en het brandend verlangen stiekem kaartjes te kopen voor de New York Fashion Week. Het is een lastige spagaat: habitueren tussen de koeien en toch niet gezien willen worden in een katoenen overall. Ik lees op de wc stiekem huilend de Vogue en reis met met enige regelmaat af naar Amsterdam om bij de Bijenkorf met de Jimmy Choo’s te knuffelen. Daarna koop ik toch weer een nieuw rokje en hang dat in de kast naast de vele outfits die ook niet plattelandsproof zijn, zodat ik er af en toe liefkozend overheen kan strijken. Weinig bevredigend, maar soms moet je je hoogtepunten nou eenmaal faken.

Het zal dus wel de eerste en de laatste keer zijn dat mij gevraagd wordt mijn licht te laten schijnen op iets dat met mode te maken heeft. Nog een paar maanden en manlief heeft al mijn stadse outfits op de composthoop gegooid, waar ze langzaam zullen vergaan, samen met mijn modebewustzijn. De volgende keer dat ik naar Amsterdam ga, trek ik gewoon mijn fleecevest aan. Misschien als ik het combineer met mijn laatste paar schone stiletto’s, dat ik er nog mee weg kom.

Share

Out with the old, in the with the new

1 Januari, de eerste dag van het nieuwe jaar. Inmiddels is onze kater en de rook van het carbid schieten bijna opgetrokken. Hoe zeer ik ook van de feestdagen houd, ergens ben ik toch ook altijd blij als het hele circus weer voorbij is. Als de kerstlampjes weer naar zolder verdwijnen, de kippen elkaar de hersens in kunnen pikken om de laatste oude oliebol en er weer gewoon bloed in plaats van prosecco door mijn aderen stroomt. Hartstikke gezellig, al die feestjes, maar wat een uitputtingsslag. Doe mij nu maar weer het oer-Hollandse ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’. Ik zal wel oud worden.

OutwiththeoldMaar ik heb een goed excuus voor mijn Calvinistische instelling. Ik moet namelijk altijd feestvieren met een autist, een reldiva en een natuurkundige. Terrorist nr. 1 is gek op feestjes, maar kan tegelijkertijd niet tegen alle spanning en sensatie. Afgelopen jaar hebben we weliswaar de Sinterklaas-inzinking weten te vermijden door op een plek te gaan wonen die de goedheiligman gewoon niet kon vinden, maar ook Kerst en Oud & Nieuw zonder kleerscheuren doorstaan, dat was wel een beetje veel gevraagd. En dus hadden we tijdens de donkere dagen een hyperactief jongetje huis, dat de suiker in de overvloedige stroom van kerstkansjes niet eens nodig had om dagenlang door het huis te stuiteren, vervolgens van pure opwinding twee keer ziek werd en nog ruim voordat we de champagne ook maar koud hadden gezet informeerde of het nu niet eens afgelopen kon zijn met al die drukte. Snikkend nam hij vanmorgen afscheid van de kerstboom, maar de opluchting droop stiekem van zijn gezicht. Ik zal hem maar niet vertellen dat er nog een pak kerstkransjes in de kast ligt, want dan krijgt hij waarschijnlijk alsnog een zenuwinzinking.

Manlief had anderhalve week vakantie en hoewel hij zich zeer had verheugd op zijn vrije tijd, vergeet hij gemakshalve altijd dat hij eigenlijk helemaal niet van vakantie houdt. Manlief kan namelijk niet stil zitten. Verloren zat hij dan ook na twee vrije dagen al duimen draaiend op de bank, keek me geërgerd aan en vroeg of er soms niet iets te klussen was. Inmiddels is vrijwel al het struikgewas op het landgoed rigoureus weg gekapt, zijn alle ramen voorzien van tochtstrips en hebben de muren in de voorraadkast een hip antracietgrijs kleurtje. Hij probeert me nu al een paar dagen zover te krijgen om hem te vergezellen naar Ikea, zodat hij een pak laminaat kan kopen. Boven in het rommelkamertje ontbreekt namelijk nog één plint en manlief ligt er al zijn hele kerstvakantie wakker van. Dat we desbetreffend kamertje nooit gebruiken en er dus werkelijk niemand hinder ondervindt van een kier in de vloer, is wat manlief betreft ondergeschikt aan het risico dat hij in zijn vakantie geveld wordt door een aanval van verveling. Daar raakt hij namelijk spontaan burn-out van en hij moet tenslotte maandag weer naar zijn werk.

Terrorist nr. 2 is inmiddels zo gewend geraakt aan de overdadige hoeveelheid snoep en koek die de feestdagen met zich meebrengen, dat ze spontaan in hongerstaking is gegaan en weigert nog enige vorm van gezond voedsel tot zich te nemen. Onze dochter heeft deze Kerst namelijk kennis gemaakt met het fenomeen ‘chips’ en ik vrees dat we haar niet meer uit de knisperige klauwen van Lays kunnen redden. “Mag ik sjippies?” vraagt ze tegenwoordig al vanaf 09.00 uur ‘s morgens en de krijspartijen die ons ten deel vallen als we dan met een verantwoorde beker melk en een glutenvrije boterham aan komen zetten, zijn drie weilanden verder nog te horen. Helemaal kwalijk nemen kun je het haar natuurlijk niet, aangezien het arme kind al twee jaar alle tulbanden en musketkransen langs zich heen heeft moeten laten gaan en de zakken naturel chips zijn dan ook niet aan te slepen. Het zou me niet verbazen als ze binnenkort, naast alle andere medicijnen, ook nog aan de bloeddrukpillen moet door de enorme hoeveelheden zout die ze de afgelopen twee weken geconsumeerd heeft, of op z’n minst een aanval van scheurbuik krijgt.

Outwiththeold_2Mijn lieve Amsterdamse vriendin vertrouwde mij gisteren toe dat ze eigenlijk een hekel heeft aan Oud & Nieuw. Melancholisch wordt van het eindigen van zo’n jaar, moe wordt bij de gedachte weer helemaal opnieuw te moeten beginnen. Want het is niet alsof je na het knallen van de kurken tijd krijgt om langzaam aan het nieuwe jaar te wennen, het leven gaat nou eenmaal gewoon door. Ook als je al die oliebollen nog niet eens verteerd hebt en nog een week zit met zure oprispingen van dat ene glaasje champagne teveel. Maar ik zie het toch anders. Een nieuw jaar, een nieuw begin. Sluit af wat klaar is en open wat nog moet beginnen. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Ik tuig dan ook glimlachend de kerstboom af terwijl op de achtergrond de Wiener Philharmoniker de Radetzky Mars inzet in Wenen, veeg de naalden van de vloer en snuif op mijn erf de koude januarilucht op. Manlief weer aan het werk, Terrorist nr. 1 weer naar school en Terrorist nr. 2 weer op Spartaans dieet. De gedachte aan zoveel rust is wat mij betreft bijna een feestje waard.

Out with the old, in with the new. Weer een heel nieuw jaar om vol te maken. De eerste dag is al voorbij, de kop is er weer af. In de Achterhoek begon het in ieder geval mooi, met zon en wit berijpte velden, een mooie boswandeling en twee Terroristen met roze winterwangen. Ik heb er zin in, laten we er wat van maken. Dit jaar geen neerstortende vliegtuigen, geen oorlog en ellende. Geen ziekte en geen tranen. Dat lijkt mij een mooi streven. Een schone lei, een onbeschreven blad. Laten we er een prachtig verhaal op schrijven. Welkom in 2015.

Share

Reflectie

Reflectie_2Vandaag is het 31 December. De laatste dag van het jaar. Net zoals ieder jaar, vind ik het ongelooflijk hoe snel het voorbij is gegaan. Als je er midden in zit, lijkt het eindeloos, maar voor je het weet zetten we de champagne alweer koud en kunnen we gaan aftellen. Toen de klok vorig jaar twaalf uur sloeg en 2013 overging in 2014, heb ik even stil gehuild. 2013 Was voor ons namelijk een legendarisch kutjaar. Het was het jaar dat in het teken stond van ziekenhuizen, angst en ellende. Het jaar waarin manlief en ik nachtenlang op zaten met een gillende baby. Het jaar waarin we ‘s ochtends vroeg met onze dochter in een slaapzak vol bloed naar de Eerste Hulp reden. Het jaar waarin we ons kleine meisje aan de hartbewaking achter moesten laten. Het jaar waarin we dachten dat ons kind haar eerste verjaardag niet zou halen. Het was het jaar dat we met de handen in het haar zaten wat betreft onze zoon. Het jaar van driftbuien, strijd en onbegrip. En dus waren we blij dat het achter de rug was toen de kurken eindelijk knalden. Want 2014 zou ons geluksjaar worden. Nu heffen we vanavond weer het glas en is het tijd om de balans op te maken. Daarom: een terugblik.

In 2014 vonden wij, na maanden zoeken, een klein stukje hemel op aarde. Een pareltje in de Achterhoekse klei. Op 1 Mei 2014 werden wij de trotse eigenaren van onze eigen boerenhoeve op het platteland en mochten wij ons voortaan grootgrondbezitter noemen. Mijn eerste eigen huis, mijn laatste eigen huis. Want een landgoed koop je voor het leven. Meer dan 1 hectare van geluk aan de rand van het bos. Met kippen in de tuin en minstens tien jaar verbouwing in het verschiet. Wat wil een mens nog meer?

In 2014 werd Terrorist nr. 1 officieel een autist. Na weken van observaties, gesprekken met kinderpsychiaters en pijnlijke bureaucratische procedures kreeg onze lieve jongen levenslang. Want zo voelde het. Verdriet, boosheid, opluchting, onzekerheid, de emotionele achtbaan denderde lang door, ook nog na het plakken van het etiket. Ons kind is niet meer ‘normaal’, maar blijft desondanks de mooiste en de liefste. Ons kind is een autist. Maar toch vooral gewoon onze eigen Terrorist.

In 2014 zag mijn ‘alter ego’ Stadsmeisje het levenslicht. Op 2 Mei publiceerde ik mijn eerste blog, een vrolijk stukje over onze Achterhoekse aankoop, de gedroomde moestuin en de verbouwingsnachtmerries. Inmiddels telt deze website ruim 75 blogs en is het stiekem een online dagboek geworden. Ik giet niet alleen mijn vreugde, verwondering en vrolijkheid op dit digitale papier, maar ook mijn pijn, woede en verontwaardiging. Een hobby, een dagbesteding, maar vooral ook: een uitlaatklep. Die, tot mijn grote verbazing en dankbaarheid, ook nog door mensen gelezen en gevolgd wordt.

In 2014 begon het beter te gaan met Terrorist nr. 2. Het was het jaar zonder ziekenhuisopnames. Zonder biopten, bloed en naalden. Het jaar waarin een klein grijs babietje, een grote blozende peuter werd. Weliswaar met heel veel medicijnen en diëten, maar het doel heiligt de middelen. Het jaar waarin ik langzamerhand ‘s nachts niet meer wakker lag, als de babyfoon een keertje stil was. Waarin ik ‘s ochtends niet meer bang was voor wat ik aan zou treffen in haar kamer als de wekker ging. Het jaar waarin het vertrouwen langzaam groeide. In onze dochter, haar lijf, haar kracht om terug te veren.

In 2014 had ik opeens MS. Wat begon met een oogontsteking en de coördinatie van een student op zaterdagavond, eindigde als een chronische ziekte. MRI’s, lumbaalpunctie, helaas kon ik nu zelf de ziekenhuisdeuren plat lopen. Drie aanvallen en een veranderd levensperspectief verder begin ik langzaam te accepteren dat ik niet meer ben wie ik altijd was. Ik baal, ik vloek, ik ben soms bang. Maar ik tel ook mijn zegeningen. Want ik sta nog steeds.

In 2014 kregen wij onze zoon weer terug. Omdat we hem in handen gaven van een aantal Achterhoekse engelen op een klein schooltje, die van onze autist weer een jongetje hebben gemaakt. Een opgewekt, ontspannen, ongelooflijk slim jongetje dat langzaam de chaos in zijn hoofd lijkt te overwinnen. Met vallen en opstaan, met pieken en dalen, maar toch voornamelijk met vrolijkheid en iedere dag een klein beetje meer rust.

ReflectieEn natuurlijk: in 2014 leerde ik grasmaaien, bouwde manlief een konijnenhok, probeerde mijn moeder mijn vader ervan te overtuigen een geit en een schaap te kopen (de onderhandelingen zijn nog steeds gaande), maakte ik de provinciale wegen onveilig door rijles te nemen (mijn rij-instructeur heeft voor het eerst in jaren ruim drie weken vakantie genomen), stond manlief iedere dag drie uur vloekend in de file omdat zijn vrouw zo nodig op het platteland wilde wonen, kweekten de Terroristen permanent zwarte randen onder hun nagels van al het rollen door de modder, werden we allemaal meerdere malen aangevallen door de kippen, hielden we ons dapper staande op ons allereerste Achterhoekse buurtfeest en hebben we enorm genoten van onze eerste half jaar op het platteland.

Waar blijft de tijd, dit was het dan, 2014 is alweer voorbij. Helemaal een geluksjaar kunnen we het misschien niet noemen, maar wat was het ontzettend veel mooier dan vorig jaar. Als dit de opmars is voor komend jaar, dan komt het met 2015 vast helemaal goed. Vanuit Zinderend Sinderen wens ik iedereen: gelukkig nieuwjaar!

Share

Sneeuwpret

Er blijft toch iets magisch aan het moment dat je ‘s morgens de gordijnen open trekt en ziet dat de wereld ineens wit is geworden. Ieder jaar hoop ik weer op een witte Kerst, maar mijn wens gaat helaas maar zelden in vervulling. Dit jaar sloten we de Kerst zelfs bijna lente-achtig af, na een middag wandelen in de stralende zon, door knisperend groene Achterhoekse weilanden. Geen wolkje aan de lucht, de sneeuw was ver te zoeken. ‘s Avonds brachten we de kinderen naar bed. “Mama” fluisterde Terrorist nr. 1, “geen zorgen, hoor. Morgen als we wakker worden, ligt er sneeuw”. Glimlachend kuste ik mijn zoon welterusten, trok de gordijnen dicht en sloot de wereld buiten. Een wereld boven nul.

LetitsnowIk denk dat Terrorist nr. 1 een lijntje met de weergoden heeft, of hij is op z’n minst helderziend. Want toen we vanmorgen opstonden was de Achterhoek bedekt door een witte deken. Weliswaar een dag te laat, maar ik beschouw mijn wens dit jaar als vervuld: een witte Kerst. De boom staat tenslotte nog, dus een beetje smokkelen mag best. Terrorist nr. 1 stond stralend in de woonkamer. “Ik zei het toch, mama?!”. Nu hij de elementen eenmaal in zijn zak heeft, denk ik dat het niet lang meer duurt voor hij een gooi doet naar heerschappij over de wereld, want met dergelijke superkrachten is mondiale dominantie natuurlijk nog maar een kleine stap.

Maar alhoewel de boerderij er zo mogelijk nog idyllischer bij ligt in het wit, blijkt een berg sneeuw op je eigen landgoed toch niet zo praktisch. Want na een ochtendje sneeuwballen gooien en sleeën in je eigen tuin, moeten er toch ook boodschappen gedaan worden. Terwijl de Terroristen stonden te klappertanden op de oprijlaan, probeerde manlief de auto uit een kledderige kuil te rijden, waar hij inmiddels in stond vastgevroren. “Papaaa, schiet nou op, ik heb het koud” gilde Terrorist nr. 2 stampvoetend. Het is onze dochters eerste echte kennismaking met sneeuw en aangezien ze geboren is onder de Californische zon, kan de Hollandse vrieskou haar goedkeuring duidelijk niet helemaal wegdragen. Slippend zag ik mijn gezin uiteindelijk over het ondergesneeuwde zandpad wegrijden, op weg naar de winkels om proviand in te slaan voordat we echt het erf niet meer af komen.

De hond van mijn ouders had inmiddels bijna een attaque gekregen, aangezien het arme beest van Franse makelij is en het grootste deel van haar leven op een zonnige berg ergens vlakbij Toulouse heeft doorgebracht. Rillend schuifelde onze bejaarde Berner Sennen over het landgoed, af en toe droevig naar mij opkijkend. Ik geloof niet dat ze blij is dat ze haar oude dag moet slijten in de Achterhoek. En ook de konijnen hebben het zwaar. Manliefs eigenhandig getimmerde hok bleek volgeblazen te zijn met stuifsneeuw en dientengevolge drijfnat en dus vonden we de twee knaagdieren dicht tegen elkaar aan gedrukt in een hoekje, alwaar ze ons verontwaardigd aan staarden, met piepkleine ijspegeltjes aan hun oortjes. Wellicht dat we ze de afgelopen twee dagen beter soldaat hadden kunnen maken, want ik acht de kans groot dat ze binnen nu en een paar dagen toch wel het loodje leggen als gevolg van een dubbele longontsteking.

Dec27_2014_1Inmiddels hebben we al meerdere grote plakkaten sneeuw van het dak af zien storten. Het feit dat er een aantal pannen scheef liggen en dat voor een paar aanzienlijke gaten in het dak zorgt, stemt ons niet heel vrolijk. “Heb jij die scheur weleens gezien?” vroeg manlief vanmorgen, turend naar het plafond. Ik haalde mijn schouders op en schudde mijn hoofd. Zenuwachtig keek mijn echtgenoot me aan. “Wat denk jij, zou het huis in elkaar storten?”. “Vast niet” was mijn antwoord en ik probeerde hem niet recht aan te kijken. Dat er sinds een aantal dagen ook een barst in de vloer van het toilet zit, heb ik voor de zekerheid maar in het midden gelaten. Als we dan toch onze eerste Achterhoekse winter al ten onder gaan, kunnen we maar beter gewoon nog even genieten van de kerstvakantie.

Morgen moet ik naar Amsterdam. Het is echter de vraag of ik de grenzen van het erf wel haal, als de sneeuw om het huis blijft zwiepen. En als dat al lukt, wil dat nog niet zeggen dat ik ook de Achterhoek uit kom, want het schijnt dat de treinen inmiddels al niet meer rijden. Het zou me dus niet verbazen als we de komende vier maanden afgesloten zijn van de bewoonde wereld. Hopelijk blijven de temperaturen niet al te lang onder het vriespunt hangen, anders vrees ik dat we geen tweede Achterhoekse lente meer zullen meemaken. De moestuin heeft tenslotte nog niet zoveel opgeleverd dat we ons de winter door kunnen wecken en die zes kippen zijn inmiddels zo gespierd van het al het scharrelen, dat we er alleen nog maar soep van kunnen trekken. Onze allereerste winter al verslagen door het platteland. Achterhoek versus Amsterdammers: 1-0.

Share

1 19 20 21 22 23 35