De ene dag zit je nog rustig onder een boom op je net verworven Achterhoekse landgoed, de volgende dag ben je weer in het ziekenhuis, onder de MRI scanner. Het kan tenslotte niet alle dagen feest zijn, dus als je de vorige dag bij de notaris officieel grootgrondbezitter bent geworden, dan moet daar natuurlijk wel wat tegenover staan. Voor wat, hoort wat, zullen we maar zeggen.
In de afgelopen 1.5 jaar hebben wij als gezin een medische reputatie opgebouwd waar je u tegen zegt. Een kleurrijk palet van medici is ons al ten deel gevallen: van kinderartsen, maag-lever-darm-specialisten tot neurologen. Weinig medisch instrument is ons vreemd, van röntgenapparaat tot rectum-canule is ondertussen de revue gepasseerd. Een spoedcursus medicijnen is er niks bij.
In de wondere wereld van de MRI hadden wij tot voor kort echter nog geen stap gezet. Het is belangrijk om je altijd te blijven ontwikkelen, dus in die zin is het maar goed dat ikzelf net zo gebrekkig blijk te zijn als de rest van mijn gezin. Het was toch jammer geweest als er opeens abrupt een einde was gekomen aan onze onvrijwillige medische opleiding. En je weet tenslotte maar nooit hoe wij de medische wereld nog van dienst kunnen zijn met ons falend genenpatroon. Vooral manlief heeft het gevoel dat hij echt wat terug doet voor de wetenschap door met mij in het huwelijk te treden.
Alhoewel ik mij met liefde ten dienste stel van de maatschappij, ben ik van mening dat mijn taak nu volbracht is. Ik ben bereid te praten over het op de wereld zetten van nog meer gemankeerde kinderen, als ik maar niet meer de MRI scanner in hoef. Het gevoel in Space Mountain gelanceerd en daarna levend begraven te worden is wat mij betreft genoeg om mijn wetenschappelijke taak als volbracht te beschouwen.
Ik ben niet bijzonder claustrofobisch aangelegd. In kleine ruimtes functioneer ik prima en ook in de lift zet ik het niet op een hyperventileren. Maar in mijn onderbroek vastgelegd in een zoemende metalen buis vind ik het toch wat minder goed toeven. Vooral ook als ze je daarbij nog een soort Hannibal Lecter-achtige contrapsie op je hoofd zetten en ze in een koptelefoon een krakende radiozender met Gangster-rap aanzetten. Het zou me niets verbazen als er op de scan allemaal grote vlekken op mijn hersens te zien zijn. Dat is geen Multiple Sclerose, dat is pure doodsangst.“Ja, we spuiten nu even wat contrastvloeistof in uw arm, hoor! Voelt u niks van” riep halverwege de procedure opeens een mysterieuze stem. Voor ik vanuit de drie luchtgaatjes in mijn horrormasker een persoon had kunnen ontwaren drong een naald mijn arm binnen en begon het in mijn mond te smaken alsof ik een 2 euro munt had ingeslikt. “Sommige mensen krijgen een metalige smaak in de mond, maar meestal merk je er niks van, hoor” meldde de stem nog voordat zelfs het gescheld van 50 Cent weer werd overstemd door het oorverdovende geraas van het apparaat.Na 45 angstige minuten, waarin mijn verkrampte lichaam van al het gedwongen stil liggen spontaan spasmen was gaan vertonen, was er licht aan het eind van de tunnel. Tot mijn grote opluchting bleek ik toch niet omhoog gestraald te zijn door een vijandig ruimteschip. Blijkbaar ga je ook nog hallucineren van die contrastvloeistof. Wat mij betreft is hiermee mijn bijdrage geleverd. Als de dames en heren medici het goed vinden, ga ik dan nu weer onder mijn boom zitten, op mijn eigen zorgboerderij. Ik vind dat ik inmiddels wel cum laude geslaagd ben als medisch autodidact.