Ik zit op mijn werk voor me uit te staren. Er is een storing op de server, dus ik kan niks anders doen dan wachten. Het is vrijdagmiddag, buiten lijkt het eindelijk zomer te worden. Weliswaar schijnt de zon niet, maar het is warm. Benauwd, drukkend. In gedachten verzonken staar ik uit het raam. Mijn telefoon trilt en ik schrik op. Verbaasd lees ik het appje: ‘Drie aanslagen. Frankrijk,Tunesië en Koeweit’. Ik staar naar mijn telefoon. Aanslagen? Toch niet alweer? Op dat moment worden de servers weer opgestart en springt het nieuws ook gelijk op mijn scherm. Inderdaad. Aanslagen. 19 Doden. 27 Doden. Onthoofding. IS. Ik kijk om me heen. Het kantoor is leeg. Mijn collega’s zijn nog weg. Een blokje om lopen. Ik ben alleen. En heb de neiging heel hard te vloeken. Een half jaar geleden schreef ik over het bloedbad in Parijs bij Charlie Hebdo. Kan ik dan nu weer overnieuw beginnen? Blijkbaar wel.
Sommige mensen kijken niet naar het nieuws. Lezen geen krant. Soms zou ik willen dat ik ook zo iemand was. Want misschien is niet weten eigenlijk wel beter. Ik begin me namelijk echt af te vragen waar het heen moet met de wereld. Hoezo moet ik op een vrijdagmiddag lezen dat er een hoofd op een hek is geprikt? Dat er een stel gekken in een rubberboot een strand op is komen varen en de eerste rij vakantiegangers zonder blikken of blozen heeft geëxecuteerd? Waarom is het überhaupt mogelijk dat zulke dingen gebeuren? Misselijk word ik ervan. Is dit het dan? Is dit de wereld? De mensheid? Is dit de realiteit van het leven dat wij leiden? Dat je op vakantie kunt gaan en terugkomt in een bodybag? Gatverdamme. Ik word hier zo verdrietig van.
Ik ben een realist, geloof niet in rozengeur en maneschijn. De wereld en het leven zijn nou eenmaal hard en, om het maar even plat te zeggen: shit happens. Ik geloof niet in wereldvrede. In dat dat kan bestaan. De wereld, de mensheid houdt op te bestaan als er overal harmonie en consensus is. Want de economie draait op oorlog. Op gewin en vooral op armoede. Op corruptie. En op ongelijkheid. Helaas. Ellende fluctueert en verschuift. Van werelddeel naar werelddeel. Van bevolkingsgroep naar bevolkingsgroep. De hang naar geld, macht, overwinning, het zit intrinsiek verweven in de mens. Want, hoe je het ook wendt of keert, ook de mens blijft simpelweg een ordinair dier. En dus zullen we altijd blijven doen aan Darwinisme. Survival of the fittest.
In principe ben ik niet zo van het panikeren. Maar, dat het zo ver zou gaan, dat had ik niet gedacht. Zo langzamerhand kijk ik om me heen en begin me zorgen te maken. Aanslag na aanslag. De lijken stapelen zich op. Kalashnikovs in paraplu’s, bomgordels om bange schoolmeisjes, ik kan dit niet meer relativeren. Echt niet. Ik heb kinderen. En ik ben bang. Want hoe moeten zij opgroeien in een wereld waarin dit soort dingen gebeuren, gewoon zomaar, op een vrijdagmiddag? Hoe moet ik mijn kinderen naar school sturen, als ik kort geleden op het nieuws hoor dat er voor een schoolplein iemand door zijn kop is geschoten? Voor het oog van een peloton kinderen die de term ‘afrekening’ helemaal nog niet zouden moeten kennen? Wat is er in hemelsnaam met ons aan de hand? Zijn we gek aan het worden? Ik denk het eigenlijk wel.
Soms vraag ik me af waar ik naartoe moet met mijn kinderen, als die Derde Wereld Oorlog uitbreekt. Maar hoe erg is het, dat zulke dingen door mijn hoofd gaan? Ik vraag me af of dat erbij hoort, of het van alle tijden is. Dat je je als ouder afvraagt waar het heen moet met de wereld. Ik kan het me eigenlijk niet voorstellen. Omdat het vroeger niet zo was. Want toen ik klein was vlogen er geen vliegtuigen in gebouwen. Werden er geen hoofden op een hek gespiest. Dus wat is het dan, dat dat soort dingen nu bijna normaal zijn? Dat de wereld zo verhard heeft? Ik weet het niet, maar eng vind ik het wel. En hoe verantwoord ik het naar mijn kinderen? Hoe leg ik uit dat ze in een wereld leven, waarin op je hoede zijn blijkbaar een must is? Mij voort te planten in onveiligheid, misschien dat ik dat beter niet had kunnen doen.
Soms zou ik willen dat ik de wereld uit kon zetten, Buiten kon sluiten en me terug kon trekken in mijn eigen cocon. Met mijn kindjes en anderen die ik lief heb en nog lang en gelukkig zou kunnen leven. In onschuld en naïviteit, zonder terrorisme, bloed en wapens. Ignorance is bliss, ja, dat denk ik zo langzamerhand echt weleens. Want in deze wereld word ik paranoia, ga over mijn schouder kijken naar de nooduitgang. Wat ontzettend jammer dat het nodig is. De wereld huilt, na opnieuw onnodig bloed vergieten. En zo langzamerhand huil ik steeds harder mee.