mei 2014

Zoete wraak

Ik heb twee buitenkinderen gebaard. Het is me een raadsel hoe dat kan, want ik was zelf als kind zielsgelukkig met een boekje op de bank, of achter een bak Lego. Af en toe namen mijn ouders me op zondag mee naar het Amsterdamse Bos en dan had ik weer voor een maand genoeg frisse lucht gehad. Ook manlief heeft z’n kinderjaren voornamelijk binnen doorgebracht. Deels uit zelfbescherming, want hij groeide op in de Bijlmer en daar is naar buiten gaan sowieso een risico. Je weet als kind tenslotte maar nooit of je niet van je driewieler getrokken wordt door de regerende kleuterbende van dat moment.

May31_2014_2Je zou dus zeggen dat wij samen nageslacht produceren dat binnenshuis floreert. Maar blijkbaar slaat die kwaliteit een generatie over. De Terroristen zijn een soort hyperactieve stuiterballen, het energieniveau is nimmer aflatend. Duracell konijnen zijn er niks bij. Terrorist nr. 1 is 3.5 jaar oud en inmiddels hebben we hem, middels dreigementen, smeekbedes en verscheidene trainingswekkers, zover dat hij tot 07.00 uur ‘s ochtends in zijn bed blijft liggen. Dit ervaren wij als een monsterzege, aangezien hij tot voor kort iedere ochtend vanaf 05.00 uur luid zingend liet weten dat wat hem betreft de dag begonnen was. Terrorist nummer 2 verblijdt ons echter nog steeds iedere ochtend voor dag en dauw met het commando dat het slapen “Nu klaar!” is. Op dagen dat ze een erg goed humeur heeft brengt ze rond 05.30 uur door de babyfoon op vol volume ‘Schaapje schaapje, heb je witte wol’ ten gehore.

Ze houden het binnenshuis maximaal tot 08.00 uur vol. Daarna neemt de onrust bezit van mijn kinderen. Energie borrelt op in hun kleine lijfjes, het komt nog nét niet hun porieën uitgesijpeld. Duplo vliegt door de kamer, boekjes worden aan flarden gescheurd en als er niks meer te vernielen valt, vallen ze elkaar aan. Er moet namelijk gerend, gefietst, gestept, gegraven en in de modder gerold worden. En dus zit ik al bij het krieken van de dag in mijn pyjama in de tuin, met een thermoskan koffie en een dekbed om me heen geslagen.

May17_2014_7Er zijn van die ouders die in een appartement wonen, met alleen een balkon. Zij hebben kinderen die je op een kleedje zet en die daar dan drie uur blijven zitten met een boekje, of een doos kleurpotloden. Die ouders lezen nog weleens een boek, of ze kunnen vanuit huis werken, met hun laptop aan de keukentafel terwijl hun kroost vredig naast hen speelt. In het weekend gaan ze uren uit lunchen in een café met hun vrienden en ze nemen hun kinderen gewoon mee. Die geven ze dan een tosti en ze hebben er de rest van de middag geen omkijken naar. Ik ben gruwelijk jaloers op die ouders.Het is namelijk de schuld van de Terroristen dat wij de bewoonde wereld hebben moeten verlaten. Mijn nageslacht kan niet functioneren op een gangbaar aantal vierkante meters woonoppervlak. Als ik hun actieradius niet aanzienlijk vergroot, denk ik dat ze binnen een jaar doorgedraaid zijn. Manlief en ik zelf ook trouwens. Het is tenslotte niet fijn om je eigen kinderen uit frustratie aan de stoelpoten te zien knagen, omdat ze te weinig ruimte hebben om een halve marathon te rennen. Normale kinderen zijn tevreden als ze een elektrische trein van hun ouders krijgen, of de nieuwste Barbie. Mijn kinderen doen het echter voor niet minder dan een boerderij met een aanzienlijke lap grond er omheen. Baas boven baas.

Maar voor wat hoort wat natuurlijk. Ik koop twee kleine handaangedreven grasmaaiertjes en ‘s Ochtends om 07.30 uur gooi ik de Terroristen de tuin in. Na een week zijn ze waarschijnlijk zo moe dat ik eindelijk de Duplo weer van zolder kan halen. Ja, mijn wraak zal zoet zijn. Een beetje kinderarbeid kan nog best op het platteland. Wat zal ik de komende jaren in alle rust een hoop boeken kunnen lezen!

Share

Kweken voor je kroost

Jaren geleden, toen ik nog jong, stads en kinderloos was, stond ik eens met een bos radijsjes in de rij voor de kassa bij de supermarkt. De cassière, die de puberteit duidelijk nog niet ontgroeid was, keek enigszins verwilderd naar de bos radijzen op de band. Peinzend draaide ze de groenten rond in haar handen, op de kassa zoekend naar een naam die paste bij dit vreemde product. De opluchting was van haar gezicht af te lezen toen ze zich plotseling realiseerde waar ze mee te maken had. “Hey!” riep ze naar haar collega-cassière naast zich: “Dit zijn bessen, toch?”. Op dat moment nam ik me voor mijn kinderen nooit in de stad op te voeden.

Ik ben zelf niet echt biologisch-dynamisch onderlegd. De meeste van mijn vriendinnen zijn al jarenlang op de verantwoorde toer als het gaat om eten, terwijl ik mij zonder enige gewetenswroeging nog te buiten ging aan zwaar bespoten groenten en plofkip. Bijna 2 jaar geleden baarde ik echter een dochter die al eczeem krijgt als ze alleen maar langs een supermarkt lóópt, dus tegenwoordig kom ik met zulke voedsel-struisvogelpolitiek niet meer weg. Tegenwoordig zijn wij glutenvrij, zuivelvrij en meester in het ontcijferen van etiketten.

Bovendien vind ik het belangrijk dat de Terroristen weten dat wat ze in hun mond stoppen uit de natuur komt en niet op magische wijze in de winkel verschijnt. Het schijnt namelijk dat kinderen van tegenwoordig denken dat melk in de fabriek gemaakt wordt. Die koeien in het weiland zijn in hun optiek blijkbaar puur decoratief. Ik mag dan wel stads zijn en als kind nauwelijks mijn tuinier-brevet hebben gehaald tijdens het wekelijkse uurtje schooltuinen, ik zou het toch op prijs stellen als mijn kroost het verschil weet tussen een radijs en een rode bes.

May16_2014_1En dus leggen wij op ons Achterhoekse landgoed een moestuin aan. Sowieso is het tegenwoordig heel bon ton om zelfvoorzienend te zijn en ook op het platteland moet je natuurlijk wel een beetje bij blijven. Bovendien hebben we door al het verbouwen geen geld meer om naar de supermarkt te gaan. Het lijkt dus alsof we bijzonder hip bezig zijn, maar eigenlijk is het pure armoede.

De moestuin is nu nog een braakliggend stuk grond. In mijn gedachten oogst ik er de lekkerste dingen. Sappige tomaten, glimmend groene doperwtjes en zoet geurende aardbeien zet ik in mijn fantasie op tafel. Ik moet alleen nog wel even moed verzamelen om er daadwerkelijk aan te beginnen. Ik ben namelijk nog nooit in staat geweest om ook maar een geranium in leven te houden. En het zou toch zonde zijn als mijn gezin de eerste winter op het platteland al om komt van de honger.

May17_2014_6Gelukkig heeft Terrorist nr. 1 een aangeboren gevoel voor al het natuurlijke. Van wie hij het heeft weet ik niet, want ook manlief beschikt niet bepaald over groene vingers. Regelmatig treffen we hem buiten aan, kauwend op één of ander ondefinieerbaar blaadje, waarop wij als bezorgde ouders paniekerig de laptop open klappen om de online Gifwijzer te raadplegen. Om er altijd achter te komen dat wat hij in zijn mond stopt inderdaad gewoon een blaadje munt, of een stengeltje bieslook is. “Dat zei ik toch al” verzucht Terrorist nr. 1 dan vermoeid.

Terrorist nr. 2 is net zo’n hopeloos geval als ik. Als je die haar gang laat gaan eet ze stenen, slakken en stokrozen dat het een lieve lust is. Ze mag op de boerderij dus ook nooit zonder haar grote broer naar buiten, zodat die kan ingrijpen als ze zichzelf weer eens dreigt te vergiftigen. Ik doe wel alsof ik als ouder heel verantwoord bezig ben door zelf te kweken voor mijn kinderen. Maar de realiteit is dat we maar blij mogen zijn dat onze zoon er is om ons bij te staan. Zonder hem zouden we jammerlijk verhongeren, of op z’n minst op de EHBO terecht komen met een maagperforatie. Ik denk dat ik hem maar thuis houd van school. Hij heeft wel wat beters te doen.

Share

Van het grootstedelijke voetstuk

Hierbij wil ik graag alle stedelingen oproepen te stoppen met discrimineren. Ja, je leest het goed: discrimineren. Namens alle minderheden in Nederland verzoek ik jullie dringend de vooroordelen aan de kant te schuiven. Ik voel mij tegenwoordig namelijk persoonlijk aangevallen. Sinds ik een provinciaal ben, vliegen de stereotyperingen me om de oren. Schijnbaar doet het er niet toe dat ik 28 jaar lang een Amsterdammer ben geweest. Geboren en getogen in hartje centrum, grachtengordel-elite zelfs, progressief en ruimdenkend. Met het verlaten van de stad, is ook mijn status me ontnomen. Ik woon nu in de Achterhoek, dus ben ik een boer. Een op zijn zachtst gezegd pijnlijke degradatie.

ReflectieKort geleden zat ik met twee vriendinnen op een terras in Amsterdam. “Dusse…” begon de ene vriendin, toen de munt-thee geserveerd was, “Je hebt dus een soort van boerderij gekocht? In Drenthe?”. De vertwijfeling droop van haar gezicht. “Een echte boerderij” antwoordde ik, “in de Achterhoek”. “Ja, dat zeg ik: in Drenthe”. De geografische kennis van de Amsterdammer gaat niet verder dan de ring natuurlijk.

Ik heb me de rest van de middag moeten verdedigen. Want hoe moest ik nou boodschappen doen, als er geen winkels in de buurt waren? Hoe ver wonen de buren dan weg? Een héle kilometer? Maar hoe moet dat dan als er ‘s nachts iets gebeurt? En eigenlijk is het ook zielig voor de Terroristen, want dan kunnen ze straks in de puberteit alleen maar naar één of andere ranzige bierschuur als ze uit willen gaan.

Een hectare grond? Hoezo alleen kippen? Dan kun je toch net zo goed meteen koeien nemen? Want een hectare is toch genoeg voor intensieve veeteelt? En het is dan misschien wel net zo makkelijk als ik mijn verzameling hoge hakken weg doe, want daar kom je toch niet ver mee tussen de mesthopen. Een grootstedelijk kruisverhoor en drie (overigens biologische) muntthee later, staat het huilen me nader dan het lachen en ben ik wel toe aan een glas wijn.

Toegegeven, niet zo lang geleden maakte ik me zélf nog schuldig aan dergelijke uitspraken. Op Koninginnedag schudde ik meewarig het hoofd als ik weer eens een uitgelaten Tukker met oranje klomp op zijn hoofd over het Waterlooplein zag stuiteren. Toen bleek dat ik in Zwolle moest gaan studeren ben ik dagenlang in tranen geweest van afschuw. En voor een vakantie in de Limburgse bossen nam ik voor de zekerheid maar gewoon al onze kleren mee, want ik kon er tenslotte niet zeker van zijn dat we ooit nog onze weg terug naar Amsterdam zouden vinden.

June1_2014_21Overigens zijn de stedelijke provincialen net zo erg. “Zo mevrouwtje” galmde de glaszetter uit de kosmopolitische metropool Doetinchem gisteren, “dat is nogal wat ruimte die u hier hebt! U hebt zeker wel een hele sloot kinderen?”. Op mijn antwoord dat ik twee terroristen wel genoeg vond, volgde de onsterfelijke opmerking: “Nou, dan gaat u hier zeker wel een camping beginnen?”. Ik heb maar niet gezegd dat ik met de koop van dit huis juist probeerde zo weinig mogelijk mensen om me heen te hebben. Voor je het weet sta je bekend als xenofobe kluizenaar.

Bij deze bied ik iedereen van buiten de stad mijn nederige excuses aan. Ik heb het niet zo bedoeld. Ik was jong, arrogant en Amsterdams. Wij weten gewoon niet dat er ook nog leven is achter de ArenA. Eigenlijk zijn stedelingen net boeren. En wat de boer niet kent, dat vreet ‘ie niet. Ik heb mijn vooroordelen laten varen, zal waardig integreren en voortaan het platteland met hand en tand verdedigen. Maar mag ik dan wel mijn stiletto’s houden? Dan loop ik er alleen op in mijn eigen tuin. Dan ziet toch niemand het.

Share

Beam me up, Scotty

De ene dag zit je nog rustig onder een boom op je net verworven Achterhoekse landgoed, de volgende dag ben je weer in het ziekenhuis, onder de MRI scanner. Het kan tenslotte niet alle dagen feest zijn, dus als je de vorige dag bij de notaris officieel grootgrondbezitter bent geworden, dan moet daar natuurlijk wel wat tegenover staan. Voor wat, hoort wat, zullen we maar zeggen.

In de afgelopen 1.5 jaar hebben wij als gezin een medische reputatie opgebouwd waar je u tegen zegt. Een kleurrijk palet van medici is ons al ten deel gevallen: van kinderartsen, maag-lever-darm-specialisten tot neurologen. Weinig medisch instrument is ons vreemd, van röntgenapparaat tot rectum-canule is ondertussen de revue gepasseerd. Een spoedcursus medicijnen is er niks bij.

In de wondere wereld van de MRI hadden wij tot voor kort echter nog geen stap gezet. Het is belangrijk om je altijd te blijven ontwikkelen, dus in die zin is het maar goed dat ikzelf net zo gebrekkig blijk te zijn als de rest van mijn gezin. Het was toch jammer geweest als er opeens abrupt een einde was gekomen aan onze onvrijwillige medische opleiding. En je weet tenslotte maar nooit hoe wij de medische wereld nog van dienst kunnen zijn met ons falend genenpatroon. Vooral manlief heeft het gevoel dat hij echt wat terug doet voor de wetenschap door met mij in het huwelijk te treden.

MRI_1Alhoewel ik mij met liefde ten dienste stel van de maatschappij, ben ik van mening dat mijn taak nu volbracht is. Ik ben bereid te praten over het op de wereld zetten van nog meer gemankeerde kinderen, als ik maar niet meer de MRI scanner in hoef. Het gevoel in Space Mountain gelanceerd en daarna levend begraven te worden is wat mij betreft genoeg om mijn wetenschappelijke taak als volbracht te beschouwen.

Ik ben niet bijzonder claustrofobisch aangelegd. In kleine ruimtes functioneer ik prima en ook in de lift zet ik het niet op een hyperventileren. Maar in mijn onderbroek vastgelegd in een zoemende metalen buis vind ik het toch wat minder goed toeven. Vooral ook als ze je daarbij nog een soort Hannibal Lecter-achtige contrapsie op je hoofd zetten en ze in een koptelefoon een krakende radiozender met Gangster-rap aanzetten. Het zou me niets verbazen als er op de scan allemaal grote vlekken op mijn hersens te zien zijn. Dat is geen Multiple Sclerose, dat is pure doodsangst.“Ja, we spuiten nu even wat contrastvloeistof in uw arm, hoor! Voelt u niks van” riep halverwege de procedure opeens een mysterieuze stem. Voor ik vanuit de drie luchtgaatjes in mijn horrormasker een persoon had kunnen ontwaren drong een naald mijn arm binnen en begon het in mijn mond te smaken alsof ik een 2 euro munt had ingeslikt. “Sommige mensen krijgen een metalige smaak in de mond, maar meestal merk je er niks van, hoor” meldde de stem nog voordat zelfs het gescheld van 50 Cent weer werd overstemd door het oorverdovende geraas van het apparaat.Na 45 angstige minuten, waarin mijn verkrampte lichaam van al het gedwongen stil liggen spontaan spasmen was gaan vertonen, was er licht aan het eind van de tunnel. Tot mijn grote opluchting bleek ik toch niet omhoog gestraald te zijn door een vijandig ruimteschip. Blijkbaar ga je ook nog hallucineren van die contrastvloeistof. Wat mij betreft is hiermee mijn bijdrage geleverd. Als de dames en heren medici het goed vinden, ga ik dan nu weer onder mijn boom zitten, op mijn eigen zorgboerderij. Ik vind dat ik inmiddels wel cum laude geslaagd ben als medisch autodidact.

Share

Eén voor allen, allen voor één

Wij zijn een gemankeerd gezin. Ik kan er maar beter voor uitkomen. Terrorist nr. 1 is autistisch. Dat vermoedden wij zelf al heel lang, maar sinds kort wordt dat ook onderschreven door een peloton aan kinderpsychiaters en hulpverleners. Terrorist nr. 2 is al vanaf haar geboorte ziek. Chronische darmproblemen, die de artsen voor een raadsel doen staan. Binnenkort mag het derde kinderziekenhuis zich over de situatie het hoofd breken. Ikzelf heb recent te horen gekregen dat ik Multiple Sclerose heb. En manlief is natuurkundige, wat natuurlijk al een kwaal op zichzelf is.

Het kopen van een woonboerderij in the middle of nowhere, samen met mijn ouders, is dan ook een noodzakelijk kwaad. Op deze manier kunnen we elkaar een beetje helpen en zijn we bovendien niemand tot last. Vroeger werden de melaatsen verbannen naar een inrichting in de bossen, tegenwoordig hebben we de zogenaamde ‘participatiemaatschappij’. Eigenlijk is er sinds de middeleeuwen helemaal niet zoveel veranderd.

HandsOmdat wij brave burgers zijn, voldoen wij graag aan onze plicht om de maatschappij niet op te zadelen met onze gebreken. We kopen een lap grond zodat onze zoon de normale kinderen in de speeltuin niet afschrikt met zijn autisme, gaan onze eigen groenten verbouwen zodat de arme boeren in de Derde Wereld zelf ook nog te eten hebben, pimpen een ingezakte boerderij op zodat mijn ouders straks niet de verzorgingstehuizen hoeven overbevolken en bakken ons eigen glutenvrije brood zodat mijn dochter niet steeds een bed in het ziekenhuis bezet houdt. Participatie ten top. Aan ons heeft het niet gelegen.

Wij begrijpen dan ook niet helemaal waar nu opeens de zogenaamde ‘Mantelzorgboete’ vandaan komt. Schijnbaar vinden de dames en heren politici het wel logisch om gepensioneerden die bij hun kinderen in huis wonen vanaf Juli 2015 300 euro afhandig te maken. Want het is zo lekker voordelig om voor elkaar te zorgen. Toch? Tja, ik weet het niet, hoor. Ik was me er niet van bewust dat mensen minder gaan eten als ze in hetzelfde huis wonen. Of minder vaak onder douche gaan, minder licht nodig hebben, minder vaak een pannetje piepers op het vuur zetten. Zo wordt het begrip ‘samen zullen we alles delen’ wel erg opgerekt.

Een beetje eigen verantwoordelijkheid nemen, zelf de lasten van je eigen leven dragen, niet per definitie leunen op de steun en de financiën van de overheid, daar is nog wel wat voor te zeggen. Ik wil best een bijdrage leveren aan de karrenvracht medicijnen die mijn dochter nodig heeft. We vragen géén PGB aan voor onze zoon, want de uitwassen van het combineren van onze gebrekkige genen willen we best zelf bekostigen. En als mijn ouders straks niet meer eigenhandig hun soep naar binnen kunnen lepelen, dan trek ik zelf wel een verpleegstersuniformpje aan. Echt, de hand in eigen boezem steken, daar doen wij niet moeilijk over.

Maar participeren zonder geld wordt lastig. Zorgen voor een ander is niet gratis. En naast geld kost het ook tijd en energie. Als maatschappij zouden we voor elkaar moeten zorgen. Omdat we met z’n allen dit land delen. Omdat niet iedereen evenveel geluk heeft in het leven. Omdat we het met elkaar moeten doen. Samen sta je sterker. Althans, dat dacht ik. Ik snap dat ik het rariteitenkabinet dat mijn gezin is, zelf heb gecreëerd. Daarvoor mijn nederige excuses aan het kabinet. We zullen zorgen dat we nooit meer van ons erf afkomen. Dan heeft u er zo weinig mogelijk last van. Ik heb alleen nog één klein verzoekje: betaalt u dan voortaan mijn hypotheek?

Share

1 2 3