Ik heb twee buitenkinderen gebaard. Het is me een raadsel hoe dat kan, want ik was zelf als kind zielsgelukkig met een boekje op de bank, of achter een bak Lego. Af en toe namen mijn ouders me op zondag mee naar het Amsterdamse Bos en dan had ik weer voor een maand genoeg frisse lucht gehad. Ook manlief heeft z’n kinderjaren voornamelijk binnen doorgebracht. Deels uit zelfbescherming, want hij groeide op in de Bijlmer en daar is naar buiten gaan sowieso een risico. Je weet als kind tenslotte maar nooit of je niet van je driewieler getrokken wordt door de regerende kleuterbende van dat moment.
Je zou dus zeggen dat wij samen nageslacht produceren dat binnenshuis floreert. Maar blijkbaar slaat die kwaliteit een generatie over. De Terroristen zijn een soort hyperactieve stuiterballen, het energieniveau is nimmer aflatend. Duracell konijnen zijn er niks bij. Terrorist nr. 1 is 3.5 jaar oud en inmiddels hebben we hem, middels dreigementen, smeekbedes en verscheidene trainingswekkers, zover dat hij tot 07.00 uur ‘s ochtends in zijn bed blijft liggen. Dit ervaren wij als een monsterzege, aangezien hij tot voor kort iedere ochtend vanaf 05.00 uur luid zingend liet weten dat wat hem betreft de dag begonnen was. Terrorist nummer 2 verblijdt ons echter nog steeds iedere ochtend voor dag en dauw met het commando dat het slapen “Nu klaar!” is. Op dagen dat ze een erg goed humeur heeft brengt ze rond 05.30 uur door de babyfoon op vol volume ‘Schaapje schaapje, heb je witte wol’ ten gehore.
Ze houden het binnenshuis maximaal tot 08.00 uur vol. Daarna neemt de onrust bezit van mijn kinderen. Energie borrelt op in hun kleine lijfjes, het komt nog nét niet hun porieën uitgesijpeld. Duplo vliegt door de kamer, boekjes worden aan flarden gescheurd en als er niks meer te vernielen valt, vallen ze elkaar aan. Er moet namelijk gerend, gefietst, gestept, gegraven en in de modder gerold worden. En dus zit ik al bij het krieken van de dag in mijn pyjama in de tuin, met een thermoskan koffie en een dekbed om me heen geslagen.
Er zijn van die ouders die in een appartement wonen, met alleen een balkon. Zij hebben kinderen die je op een kleedje zet en die daar dan drie uur blijven zitten met een boekje, of een doos kleurpotloden. Die ouders lezen nog weleens een boek, of ze kunnen vanuit huis werken, met hun laptop aan de keukentafel terwijl hun kroost vredig naast hen speelt. In het weekend gaan ze uren uit lunchen in een café met hun vrienden en ze nemen hun kinderen gewoon mee. Die geven ze dan een tosti en ze hebben er de rest van de middag geen omkijken naar. Ik ben gruwelijk jaloers op die ouders.Het is namelijk de schuld van de Terroristen dat wij de bewoonde wereld hebben moeten verlaten. Mijn nageslacht kan niet functioneren op een gangbaar aantal vierkante meters woonoppervlak. Als ik hun actieradius niet aanzienlijk vergroot, denk ik dat ze binnen een jaar doorgedraaid zijn. Manlief en ik zelf ook trouwens. Het is tenslotte niet fijn om je eigen kinderen uit frustratie aan de stoelpoten te zien knagen, omdat ze te weinig ruimte hebben om een halve marathon te rennen. Normale kinderen zijn tevreden als ze een elektrische trein van hun ouders krijgen, of de nieuwste Barbie. Mijn kinderen doen het echter voor niet minder dan een boerderij met een aanzienlijke lap grond er omheen. Baas boven baas.
Maar voor wat hoort wat natuurlijk. Ik koop twee kleine handaangedreven grasmaaiertjes en ‘s Ochtends om 07.30 uur gooi ik de Terroristen de tuin in. Na een week zijn ze waarschijnlijk zo moe dat ik eindelijk de Duplo weer van zolder kan halen. Ja, mijn wraak zal zoet zijn. Een beetje kinderarbeid kan nog best op het platteland. Wat zal ik de komende jaren in alle rust een hoop boeken kunnen lezen!