Archief ‘blogt over’

Zoet bloed

Sinds we onze intrek hebben genomen op het platteland, ben ik doelwit geworden van de bloedzuigers uit de insectenwereld. Al twee weken lang word ik helemaal opgevreten door allerhande vliegende en kruipende beestjes, die zich gretig laven aan mijn lijf. Iedere avond bij het naar bed gaan ben ik weer een dozijn bulten rijker en zo langzamerhand begin ik eruit te zien als een krentenbol. Dit is dus wat je krijgt als je verhuist naar de Achterhoek: digitale verbanning en veel jeuk.

Het is wel enigszins een deceptie, aangezien ik er vroeger prat op ging nooit gestoken te worden door wat voor beest dan ook. Ik kwam elke zomer fluitend en bultvrij door, terwijl manlief zich gillend van de jeuk ‘s nachts in een klamboe moest wikkelen om nog enigszins te kunnen slapen. Ik ben weleens in het holst van de nacht wakker geworden van een donderend geraas, waarna bleek dat manlief poedelnaakt op een bureau was geklommen om in blinde woede een mug te vermoorden die zich al uren tegoed deed aan zijn bloed. Hoofdschuddend om zoveel kleinzerigheid heb ik me omgedraaid en ben weer gaan slapen.

June6_2014_3Nu voel ik echter met terugwerkende kracht diepgaande empathie. Ik kan geen stap in het gras zetten of ik voel een legioen krioelende beestjes aan mijn kuiten knabbelen. Ondertussen strijken hun gevleugelde familieleden op mijn schouders neer om hun angels, tanden, voelsprieten of welk ander moordwapen dan ook, in mijn vlees te drukken. Om me heen slaand spring ik de hele dag door de tuin, terwijl de Terroristen me meewarig aanstaren, zich duidelijk afvragend of mama nu toch eindelijk echt gek is geworden.

Waarschijnlijk ben ik een soort uitstapje voor al die beesten. Mijn stadse bloed zal wel anders smaken dan dat van de doorsnee Achterhoeker. Minder naar kunstmest, meer naar prosecco, denk ik. Vanmiddag ontdekte ik een verse bult op mijn been, dik, rood en van een omvang waar een stevige bij moeite voor zou moeten doen. Ik begin te vermoeden dat het nieuws van mijn aanwezigheid zich inmiddels verspreid heeft tot over de Duitse grens, waar de nog veel grotere en agressievere steekbeesten wonen. Ik ben het beste restaurant in de omgeving. Nog even en ik ga ook ‘s nachts in mijn blote kont op oorlogspad. Manlief verkneukelt zich nu al.

Maar ik sta niet alleen, inmiddels toont Terrorist nr. 1 zich solidair in de strijd. Hij had namelijk laatst een teek. Was drie seconden door een bosje gelopen en het bloedzuigende kreng had zijn kans schoon gezien. Gillend heb ik de tekentang ter hand genomen en het arme kind verlost van zijn ongewenste bezoeker. Sindsdien voelt hij zich beroofd van zijn lichaamssappen. Hij eist zijn bloed terug. En gelijk heeft hij. Dus heeft hij nu zijn eigen vliegenmepper. We zijn op jacht en gaan door tot we bult en beetvrij zijn. Al breng ik de hele zomer meppend door. Ik eis mijn lijf en mijn landgoed terug.

Share

Incommunicado

Inmiddels zitten we al twee weken op onze boerderij. Zonder internet. Dat is net alsof je een klein beetje dood gaat. Fysiek afgesloten van de wereld is nog tot daaraan toe, maar ook digitaal niet meer onder levenden verkeren is toch wat veel van het goede. Een dag of twee red ik nog wel, misschien zelfs een lang weekend. Dan is het nog leuk, verfrissend, je hoort de vogels weer fluiten enzo. Een soort van vakantiegevoel. Maar daarna begin ik toch zenuwachtig te worden. Geen mailtjes, geen enkel teken van leven via WhatsApp, nog een paar dagen langer en ik kan mezelf officieel kluizenaar noemen.

June1_2014_3Er zijn twee monteurs langs geweest. Beiden begonnen al bedenkelijk te kijken toen ze het zandpad naar de boerderij opreden. “Zooo, nou dit is me het plekje wel, hoor” riep de eerste, “Lekker eh…rustig wel”. “Nou mevrouwtje, dat gaat hem niet worden” zei nummer twee, terwijl hij nog half in z’n auto zat. “Ik krijg die schotel nooit hoog genoeg”. Ik ben maar even in de moestuin gaan staan om een potje te vloeken. Twee ochtenden verder schelden aan de telefoon met KPN had ook al geen resultaat. En ondertussen worden de ontwenningsverschijnselen steeds heftiger.

Toegegeven, het leven krijgt wel een heel andere dimensie als je niet meer online bent. Ineens heb je zeeën van tijd. Het is ook goed voor je vitamine D. gehalte, want uit pure verveling ga je maar de hele dag naar buiten. Binnen word je tenslotte toch alleen maar aangestaard door je laptop, die werkeloos staat te verstoffen in een hoek. De aanblik is gewoon te pijnlijk. Ik heb het natuurlijk ook wel mobiel geprobeerd, maar van 3G hebben ze in de Achterhoek blijkbaar nog nooit gehoord. Ook als ik midden in de tuin bovenop de zandbak met mijn telefoon in de lucht ga staan zwaaien, vang ik bot. Het apparaat trilt wat, probeert zwoegend een pagina te laden en valt vervolgens gewoon uit. Ik verdenk de mensen hier ervan stiekem nog per postduif te communiceren.

Onlangs bereikte ons een brief van KPN (ik heb geen postbode gezien, wat mijn postduiven-theorie alleen maar sterkt), waarin stond dat ze over drie weken genoeg moed verzameld hebben om weer een monteur naar ons toe te sturen. Garanties kunnen ze echter niet geven. Dan hadden we maar niet van God en iedereen verlaten moeten gaan wonen. Ik heb dus nog drie weken om de schuur leeg te ruimen, zodat ik die monteur er daadwerkelijk in op kan sluiten. Manlief heeft dit weekend ook een kippenhok gebouwd (tja, als je niet kunt internetten moet je toch wat…), dus daar zou ik hem eventueel ook nog in kunnen gijzelen.

Maar misschien moet ik mijn lot accepteren en de consequenties van mijn woonkeuze dragen. Ik ben tenslotte willens en wetens naar de Middeleeuwen verhuisd. En trouwens, ik heb niet eens meer tijd voor internet. Ik moet grasmaaien. Dat kost een hele dag, hebben we dit weekend aan den lijve ondervonden. En daarna moet ik gras harken. Ook een dagtaak. Ik moet de moestuin schoffelen en daarna heb ik een dag nodig om mijn blaren te verzorgen. Ik heb nog 10 jaar aan verbouwingsklussen in de agenda staan. Tussendoor moet ik de Terroristen zoeken, want de tuin is zo groot, dat ik ze steeds kwijt raak. Misschien dat ik heel af en toe een gestolen uurtje heb. Dus dan klim ik wel op mijn paard en wagen en rijd naar het dichtstbijzijnde café met wifi. Want dat hebben ze dan nog net wél in de Achterhoek.

Share

Zoete wraak

Ik heb twee buitenkinderen gebaard. Het is me een raadsel hoe dat kan, want ik was zelf als kind zielsgelukkig met een boekje op de bank, of achter een bak Lego. Af en toe namen mijn ouders me op zondag mee naar het Amsterdamse Bos en dan had ik weer voor een maand genoeg frisse lucht gehad. Ook manlief heeft z’n kinderjaren voornamelijk binnen doorgebracht. Deels uit zelfbescherming, want hij groeide op in de Bijlmer en daar is naar buiten gaan sowieso een risico. Je weet als kind tenslotte maar nooit of je niet van je driewieler getrokken wordt door de regerende kleuterbende van dat moment.

May31_2014_2Je zou dus zeggen dat wij samen nageslacht produceren dat binnenshuis floreert. Maar blijkbaar slaat die kwaliteit een generatie over. De Terroristen zijn een soort hyperactieve stuiterballen, het energieniveau is nimmer aflatend. Duracell konijnen zijn er niks bij. Terrorist nr. 1 is 3.5 jaar oud en inmiddels hebben we hem, middels dreigementen, smeekbedes en verscheidene trainingswekkers, zover dat hij tot 07.00 uur ‘s ochtends in zijn bed blijft liggen. Dit ervaren wij als een monsterzege, aangezien hij tot voor kort iedere ochtend vanaf 05.00 uur luid zingend liet weten dat wat hem betreft de dag begonnen was. Terrorist nummer 2 verblijdt ons echter nog steeds iedere ochtend voor dag en dauw met het commando dat het slapen “Nu klaar!” is. Op dagen dat ze een erg goed humeur heeft brengt ze rond 05.30 uur door de babyfoon op vol volume ‘Schaapje schaapje, heb je witte wol’ ten gehore.

Ze houden het binnenshuis maximaal tot 08.00 uur vol. Daarna neemt de onrust bezit van mijn kinderen. Energie borrelt op in hun kleine lijfjes, het komt nog nét niet hun porieën uitgesijpeld. Duplo vliegt door de kamer, boekjes worden aan flarden gescheurd en als er niks meer te vernielen valt, vallen ze elkaar aan. Er moet namelijk gerend, gefietst, gestept, gegraven en in de modder gerold worden. En dus zit ik al bij het krieken van de dag in mijn pyjama in de tuin, met een thermoskan koffie en een dekbed om me heen geslagen.

May17_2014_7Er zijn van die ouders die in een appartement wonen, met alleen een balkon. Zij hebben kinderen die je op een kleedje zet en die daar dan drie uur blijven zitten met een boekje, of een doos kleurpotloden. Die ouders lezen nog weleens een boek, of ze kunnen vanuit huis werken, met hun laptop aan de keukentafel terwijl hun kroost vredig naast hen speelt. In het weekend gaan ze uren uit lunchen in een café met hun vrienden en ze nemen hun kinderen gewoon mee. Die geven ze dan een tosti en ze hebben er de rest van de middag geen omkijken naar. Ik ben gruwelijk jaloers op die ouders.Het is namelijk de schuld van de Terroristen dat wij de bewoonde wereld hebben moeten verlaten. Mijn nageslacht kan niet functioneren op een gangbaar aantal vierkante meters woonoppervlak. Als ik hun actieradius niet aanzienlijk vergroot, denk ik dat ze binnen een jaar doorgedraaid zijn. Manlief en ik zelf ook trouwens. Het is tenslotte niet fijn om je eigen kinderen uit frustratie aan de stoelpoten te zien knagen, omdat ze te weinig ruimte hebben om een halve marathon te rennen. Normale kinderen zijn tevreden als ze een elektrische trein van hun ouders krijgen, of de nieuwste Barbie. Mijn kinderen doen het echter voor niet minder dan een boerderij met een aanzienlijke lap grond er omheen. Baas boven baas.

Maar voor wat hoort wat natuurlijk. Ik koop twee kleine handaangedreven grasmaaiertjes en ‘s Ochtends om 07.30 uur gooi ik de Terroristen de tuin in. Na een week zijn ze waarschijnlijk zo moe dat ik eindelijk de Duplo weer van zolder kan halen. Ja, mijn wraak zal zoet zijn. Een beetje kinderarbeid kan nog best op het platteland. Wat zal ik de komende jaren in alle rust een hoop boeken kunnen lezen!

Share

Kweken voor je kroost

Jaren geleden, toen ik nog jong, stads en kinderloos was, stond ik eens met een bos radijsjes in de rij voor de kassa bij de supermarkt. De cassière, die de puberteit duidelijk nog niet ontgroeid was, keek enigszins verwilderd naar de bos radijzen op de band. Peinzend draaide ze de groenten rond in haar handen, op de kassa zoekend naar een naam die paste bij dit vreemde product. De opluchting was van haar gezicht af te lezen toen ze zich plotseling realiseerde waar ze mee te maken had. “Hey!” riep ze naar haar collega-cassière naast zich: “Dit zijn bessen, toch?”. Op dat moment nam ik me voor mijn kinderen nooit in de stad op te voeden.

Ik ben zelf niet echt biologisch-dynamisch onderlegd. De meeste van mijn vriendinnen zijn al jarenlang op de verantwoorde toer als het gaat om eten, terwijl ik mij zonder enige gewetenswroeging nog te buiten ging aan zwaar bespoten groenten en plofkip. Bijna 2 jaar geleden baarde ik echter een dochter die al eczeem krijgt als ze alleen maar langs een supermarkt lóópt, dus tegenwoordig kom ik met zulke voedsel-struisvogelpolitiek niet meer weg. Tegenwoordig zijn wij glutenvrij, zuivelvrij en meester in het ontcijferen van etiketten.

Bovendien vind ik het belangrijk dat de Terroristen weten dat wat ze in hun mond stoppen uit de natuur komt en niet op magische wijze in de winkel verschijnt. Het schijnt namelijk dat kinderen van tegenwoordig denken dat melk in de fabriek gemaakt wordt. Die koeien in het weiland zijn in hun optiek blijkbaar puur decoratief. Ik mag dan wel stads zijn en als kind nauwelijks mijn tuinier-brevet hebben gehaald tijdens het wekelijkse uurtje schooltuinen, ik zou het toch op prijs stellen als mijn kroost het verschil weet tussen een radijs en een rode bes.

May16_2014_1En dus leggen wij op ons Achterhoekse landgoed een moestuin aan. Sowieso is het tegenwoordig heel bon ton om zelfvoorzienend te zijn en ook op het platteland moet je natuurlijk wel een beetje bij blijven. Bovendien hebben we door al het verbouwen geen geld meer om naar de supermarkt te gaan. Het lijkt dus alsof we bijzonder hip bezig zijn, maar eigenlijk is het pure armoede.

De moestuin is nu nog een braakliggend stuk grond. In mijn gedachten oogst ik er de lekkerste dingen. Sappige tomaten, glimmend groene doperwtjes en zoet geurende aardbeien zet ik in mijn fantasie op tafel. Ik moet alleen nog wel even moed verzamelen om er daadwerkelijk aan te beginnen. Ik ben namelijk nog nooit in staat geweest om ook maar een geranium in leven te houden. En het zou toch zonde zijn als mijn gezin de eerste winter op het platteland al om komt van de honger.

May17_2014_6Gelukkig heeft Terrorist nr. 1 een aangeboren gevoel voor al het natuurlijke. Van wie hij het heeft weet ik niet, want ook manlief beschikt niet bepaald over groene vingers. Regelmatig treffen we hem buiten aan, kauwend op één of ander ondefinieerbaar blaadje, waarop wij als bezorgde ouders paniekerig de laptop open klappen om de online Gifwijzer te raadplegen. Om er altijd achter te komen dat wat hij in zijn mond stopt inderdaad gewoon een blaadje munt, of een stengeltje bieslook is. “Dat zei ik toch al” verzucht Terrorist nr. 1 dan vermoeid.

Terrorist nr. 2 is net zo’n hopeloos geval als ik. Als je die haar gang laat gaan eet ze stenen, slakken en stokrozen dat het een lieve lust is. Ze mag op de boerderij dus ook nooit zonder haar grote broer naar buiten, zodat die kan ingrijpen als ze zichzelf weer eens dreigt te vergiftigen. Ik doe wel alsof ik als ouder heel verantwoord bezig ben door zelf te kweken voor mijn kinderen. Maar de realiteit is dat we maar blij mogen zijn dat onze zoon er is om ons bij te staan. Zonder hem zouden we jammerlijk verhongeren, of op z’n minst op de EHBO terecht komen met een maagperforatie. Ik denk dat ik hem maar thuis houd van school. Hij heeft wel wat beters te doen.

Share

Van het grootstedelijke voetstuk

Hierbij wil ik graag alle stedelingen oproepen te stoppen met discrimineren. Ja, je leest het goed: discrimineren. Namens alle minderheden in Nederland verzoek ik jullie dringend de vooroordelen aan de kant te schuiven. Ik voel mij tegenwoordig namelijk persoonlijk aangevallen. Sinds ik een provinciaal ben, vliegen de stereotyperingen me om de oren. Schijnbaar doet het er niet toe dat ik 28 jaar lang een Amsterdammer ben geweest. Geboren en getogen in hartje centrum, grachtengordel-elite zelfs, progressief en ruimdenkend. Met het verlaten van de stad, is ook mijn status me ontnomen. Ik woon nu in de Achterhoek, dus ben ik een boer. Een op zijn zachtst gezegd pijnlijke degradatie.

ReflectieKort geleden zat ik met twee vriendinnen op een terras in Amsterdam. “Dusse…” begon de ene vriendin, toen de munt-thee geserveerd was, “Je hebt dus een soort van boerderij gekocht? In Drenthe?”. De vertwijfeling droop van haar gezicht. “Een echte boerderij” antwoordde ik, “in de Achterhoek”. “Ja, dat zeg ik: in Drenthe”. De geografische kennis van de Amsterdammer gaat niet verder dan de ring natuurlijk.

Ik heb me de rest van de middag moeten verdedigen. Want hoe moest ik nou boodschappen doen, als er geen winkels in de buurt waren? Hoe ver wonen de buren dan weg? Een héle kilometer? Maar hoe moet dat dan als er ‘s nachts iets gebeurt? En eigenlijk is het ook zielig voor de Terroristen, want dan kunnen ze straks in de puberteit alleen maar naar één of andere ranzige bierschuur als ze uit willen gaan.

Een hectare grond? Hoezo alleen kippen? Dan kun je toch net zo goed meteen koeien nemen? Want een hectare is toch genoeg voor intensieve veeteelt? En het is dan misschien wel net zo makkelijk als ik mijn verzameling hoge hakken weg doe, want daar kom je toch niet ver mee tussen de mesthopen. Een grootstedelijk kruisverhoor en drie (overigens biologische) muntthee later, staat het huilen me nader dan het lachen en ben ik wel toe aan een glas wijn.

Toegegeven, niet zo lang geleden maakte ik me zélf nog schuldig aan dergelijke uitspraken. Op Koninginnedag schudde ik meewarig het hoofd als ik weer eens een uitgelaten Tukker met oranje klomp op zijn hoofd over het Waterlooplein zag stuiteren. Toen bleek dat ik in Zwolle moest gaan studeren ben ik dagenlang in tranen geweest van afschuw. En voor een vakantie in de Limburgse bossen nam ik voor de zekerheid maar gewoon al onze kleren mee, want ik kon er tenslotte niet zeker van zijn dat we ooit nog onze weg terug naar Amsterdam zouden vinden.

June1_2014_21Overigens zijn de stedelijke provincialen net zo erg. “Zo mevrouwtje” galmde de glaszetter uit de kosmopolitische metropool Doetinchem gisteren, “dat is nogal wat ruimte die u hier hebt! U hebt zeker wel een hele sloot kinderen?”. Op mijn antwoord dat ik twee terroristen wel genoeg vond, volgde de onsterfelijke opmerking: “Nou, dan gaat u hier zeker wel een camping beginnen?”. Ik heb maar niet gezegd dat ik met de koop van dit huis juist probeerde zo weinig mogelijk mensen om me heen te hebben. Voor je het weet sta je bekend als xenofobe kluizenaar.

Bij deze bied ik iedereen van buiten de stad mijn nederige excuses aan. Ik heb het niet zo bedoeld. Ik was jong, arrogant en Amsterdams. Wij weten gewoon niet dat er ook nog leven is achter de ArenA. Eigenlijk zijn stedelingen net boeren. En wat de boer niet kent, dat vreet ‘ie niet. Ik heb mijn vooroordelen laten varen, zal waardig integreren en voortaan het platteland met hand en tand verdedigen. Maar mag ik dan wel mijn stiletto’s houden? Dan loop ik er alleen op in mijn eigen tuin. Dan ziet toch niemand het.

Share

1 31 32 33 34 35