augustus 2017

Hou eens op met dat gelul: kinderen worden niet autistisch van tv kijken!

Ik kreeg het doorgestuurd van een collega, het ‘nieuws’ dat de oorzaak voor de om zich grijpende autistenepidemie gevonden was. En dat het, uiteraard, weer aan de opvoeding lag. Om de zoveel tijd wordt er weer zoiets de wereld in geholpen en ik word er altijd zo verdrietig van. En boos. Dat ook vooral. Want daar ga je dan weer, als autistenouder. Kun je wéér aan iedereen gaan uitleggen dat, néé, jij je kind echt niet autistisch hebt gemaakt. Niet dat het zin heeft overigens, want het is alsof je tegen een blinde muur staat te lullen. Het is namelijk sowieso al moeilijk genoeg om mensen aan hun verstand te peuteren dat autisme niet een soort zelfverzonnen, modernistisch excuus is om het gedrag van je onhandelbare kind en jouw, in hun ogen, overduidelijk falend ouderschap te vergoelijken, maar in combinatie met al die indianenverhalen die er constant door Jan en alleman en allerlei vage websites en ‘onderzoeken’ de wereld in geslingerd worden is het helemaal onbegonnen werk. En zo worden mijn zoon en ik, en al die andere kinderen en ouders die iedere dag weer zo hun best doen om gehoord, gezien en geaccepteerd te worden, iedere keer als we net één stap in de goede richting hebben gezet weer linea recta terug het verdomhoekje in geschopt.

Lees ook: Ivanka Trump, hou toch je mond. Moeders hoeven geen advies van jou.

Als je een kind hebt met een gedragsstoornis, zoals het mijne, krijg je te maken met heel veel vooroordelen.
Dat kinderen tegenwoordig ‘allemaal’ een etiket opgeplakt krijgen bijvoorbeeld. Dat het komt omdat ik hem heb laten vaccineren. Of dat ‘ie helemaal niet autistisch is, maar gewoon een irritant rotkind dat slecht is opgevoed. “Geef hem maar een weekje aan mij, dan zul je zien wat er gebeurt”, hoe vaak ik dat niet heb gehoord. Ik weet trouwens precies wat er dan gebeurt: helemaal niks. Een autist blijft namelijk een autist. Ook bij die zogenaamd perfecte ouder die die onzin er wel eens even uit zal disciplineren. Waarom? Omdat autisme niet iets is wat je kríjgt, maar wat je hébt. Het is inmiddels al een hele tijd onomstotelijk vastgesteld dat autisme een aangeboren afwijking is in de hersenen en dat er weliswaar een hoop verschillende varianten bestaan, je veel kunt doen om er adequaat mee om te gaan en de symptomen minder heftig te maken, maar dat je het niet kunt genezen. Dus nee, ook niet door je kind ipv een tablet een houten trek-eend te geven, zoals op dit moment blijkbaar opeens de opvatting du jour is.

Want, wordt er geroepen, kinderen van o tot 4 jaar zitten veel te vaak en te lang achter beeldschermen. Dit zou de hersenontwikkeling belemmeren en ervoor zorgen dat ze geen normaal sociaal leven opbouwen. Ze zijn, zo luidt de conclusie, autistisch ‘geworden’. Virtueel autistisch. Maar, laat je die kinderen een maand lang niet met beeldschermen in aanraking komen dan verdwijnt het autisme als sneeuw voor de zon. Conclusie: de meeste kinderen met een autisme diagnose zijn helemaal niet autistisch, die hebben gewoon luie ontaarde ouders die van hun kinderen autisten hebben gemaakt. En tja, boontje komt nou eenmaal om z’n loontje. Dat jullie het even weten, stelletje etiketten-geile ouders met jullie zogenaamd gedragsgestoorde kinderen. Sluit Netflix af en ga die kinderen godverdomme gewoon eens opvoeden! Zo. BAM.

Als autistenmoeder zeg ik: fuck you. Want: wat een bullshit. Kinderen worden nergens autistisch van, ze zijn het gewoon. Waren het altijd al. En zullen het ook altijd blijven. Mijn zoon kwam zo autistisch als een deur uit mijn baarmoeder rollen en de eerste 3.5 jaar van zijn leven heb ik een strikt non-beeldschermenbeleid gevoerd. En weet je wat? Hij werd niet ‘beter’. Zo gek, hoeveel houten treinen en verantwoorde voorleesboeken ik er ook tegenaan smeet, dat autisme verdween gewoon niet. Hij is meermaals door verschillende doorgewinterde kinderpsychiaters door de mangel gehaald en het enige wat die steeds maar zeiden was: “Tja, hartstikke autistisch. Niks aan te doen, mevrouw.” Er was er op een gegeven moment zelfs eentje die mij aanraadde mijn zoon een tablet cadeau te doen voor zijn verjaardag, nadat ik haar vertelde dat ‘ie, ondanks al mijn verantwoorde vormenstoven, vingerverfmiddagen en ellenlange buitenspeelsessies, nog steeds fladderend en sociaal gemankeerd door het leven ging. Want van een uurtje Minecraften zou mijn ‘Leipe Loetje’ echt niet leiper worden, verzekerde ze me. Rustiger wel trouwens, dus was haar dringende advies dat ik misschien eens op moest houden mijn prikkelgevoelige kind met mijn verantwoorde ouderschap zo hysterisch te maken door de hele tijd van alles van hem te willen dat ‘ie helemaal niet kon. De volgende dag kocht ik een tablet voor mijn zoon. Inmiddels is hij bijna 7 jaar en zit hij nog steeds niet in een gesticht. En na een hele zomervakantie bijna alleen maar buiten spelen is hij nog net zo autistisch als hij altijd al was. Terwijl hij vrijwel geen beeldscherm heeft gezien.

Onzinnige bevindingen zoals deze beeldschermtheorie zijn niet alleen dom en ongefundeerd, ze zijn ook nog eens gevaarlijk. Omdat kinderen, mensen, zoals mijn zoon daardoor tegen vooroordelen, onbegrip en stigma’s aan zullen blijven lopen. Want: het staat op internet, dus het is waar. Omdat ze door dit soort dingen niet het respect, de acceptatie en de hulp krijgen die ze zo hard nodig hebben en bovendien verdienen. Als een kind dat een maand een beeldschermverbod krijgt opeens op wonderbaarlijke wijze geneest van zijn autisme dan is er maar één juiste conclusie: het kind was niet autistisch. En dus mag je hetgeen er met dat kind dan wel aan de hand was, ook niet scharen onder die noemer. Want autisme is niet aangeleerd en niet te genezen. En ‘virtueel autisme’, zoals het wordt genoemd, bestaat niet. Suggereren dat dat wel zo is, is heel erg verkeerd. Omdat het de schuld van het gedrag van autistische kinderen bij de ouders legt en bovendien geen recht doet aan kinderen die echt autistisch zijn en de problematiek die zij ervaren. Er ís helemaal geen plotselinge ‘autistenepidemie’. Autisten waren er altijd al. Alleen wisten tot we tot voor kort niet wat autisme was. Kinderen zoals mijn zoon waren toen gewoon ‘raar’, of ‘gek’ en werden weggezet als een stelletje randdebielen waar je weinig mee kon. Maar het mooie van evolutie is dat we als mensheid steeds meer te weten komen, steeds meer leren. Over de wereld, maar ook over onszelf. En dus is er de laatste jaren een enorme slag gemaakt in het herkennen en behandelen van aandoeningen, zowel fysiek als psychologisch. Er zijn, helaas, steeds meer mensen met kanker. Steeds meer mensen zoals ik met Multiple Sclerose, mensen met reuma of mensen met migraine. En er zijn dus ook meer kinderen met autisme, ADHD en andere stoornissen. Op papier in ieder geval. Alleen hadden we vroeger geen psychiaters om ze te diagnosticeren, geen namen voor hun ‘gektes’ en geen internetfora om je totaal ongefundeerde mening over ze te geven. Maar echt, toen waren ze er ook al, hoor. We negeerden ze alleen gewoon.

Het idee dat de jeugd van tegenwoordig ‘allemaal’ zomaar, hatseflats, een etiket krijgt is zeer kwalijk en moet met geweld de kop worden ingedrukt. Er heerst in onze maatschappij de hardnekkige gedachte dat je een ontwikkelingsstoornis cadeau krijgt bij een pakje boter (of bij een VTech Storio blijkbaar). En dat het voor ouders die de kantjes er vanaf lopen een makkelijke manier is om de verantwoordelijkheid voor het gedrag van hun kind op anderen af te schuiven door zich te verschuilen achter een diagnose. De suggestie dat autisme gemáákt wordt draagt bij aan dat zeer verkeerde beeld en moet daarom in de kiem gesmoord worden. Van tv kijken of computerspelletjes spelen worden kinderen niet autistisch. En een ‘stempel’ krijg je echt niet zomaar. Als ouders gun je je kind geen etiket. Want alhoewel het meestal nodig is om adequate hulp te krijgen, hulp die je met een autistisch kind vaak echt nodig hebt, is het ergens ook een degradatie van de menselijkheid van je kind. En bovendien is de weg die leidt naar dat etiket meestal lang en pijnlijk. Je hele doopceel wordt gelicht, wekenlang word je ondervraagd door een bataljon aan psychiaters, Jeugdzorg staat bij je op de stoep en er vallen termen als ‘opvoedondersteuning’ en ‘video hometraining’. Op z’n zachtst gezegd loopt het ouderlijk zelfvertrouwen daarvan een flinke deuk op. Ondanks het hardnekkige idee dat kinderen zelfs door de groenteman gediagnosticeerd kunnen worden, gaat het plakken van psychologische etiketten niet zonder slag of stoot. Daar zijn regels en richtlijnen voor en niet iedereen die een foldertje over psychiatrie heeft gelezen mag aan het diagnosticeren slaan. Maar een kind dat misschien wat lastig vriendjes maakt en daarnaast misschien toevallig graag Minecraft speelt, kan niet zomaar, pats boem, als autist bestempeld worden. Dat causale verband is er namelijk gewoon niet. Daarmee wil ik niet zeggen dat kinderen dus maar de hele dag achter een beeldscherm moeten kunnen zitten, want zoals dat gaat met eigenlijk alles: er is altijd zoiets als teveel van het goede. En het zal Teuntje z’n social skills waarschijnlijk inderdaad niet ten goede komen als ‘ie fulltime zit te gamen. Maar zelfs als Teuntje dat zou doen (en dan wil ik zijn ouders graag ontmoeten, want ik ben ze nog nooit tegen gekomen, die gemakzuchtige types die ‘s morgens de iPad onder de kamerdeur van hun kind doorschuiven in de hoop dat ze de rest van de dag geen last meer van ‘m hebben), dan wordt ‘ie daar nog steeds niet autistisch van. Ook niet virtueel autistisch. En de ‘arts’ die die diagnose stelt, zou per direct voor het medisch tuchtcollege gesleept en uit z’n ambt ontzet moeten worden. Want wie ‘virtueel autisme’ diagnosticeert, die kan zich duidelijk beter zélf even psychologisch laten doorlichten.

Zitten kinderen teveel achter beeldschermen, spelen kinderen te weinig buiten, voeden we een sociaal gemankeerde kijkbuisgeneratie op? Wellicht (overigens betwijfel ik dat, maar goed, wie ben ik). En misschien moeten we daar wat mee. Maar in vredesnaam, kunnen we nou eens ophouden dat soort issues aan te kaarten over de ruggen van kinderen zoals mijn zoon? Autisme is een daadwerkelijke aandoening. Autisme is geen kattenpis. Dingen die dat niet zijn bestempelen als autisme zorgen ervoor dat de kinderen die daadwerkelijk te kampen hebben met autisme onrecht wordt aangedaan. Dat ze nog minder gezien en gehoord worden dan nu al het geval is. En geloof me, deze kinderen hebben het al moeilijk genoeg. Maar écht dus. Mijn kind en al die andere kinderen zoals hij zijn écht autistisch. En dat gaat écht nooit meer over. Ook niet als hun ouders hun abonnement op Netflix opzeggen.

(Bron: Psychology Today).

Lees ook: Kleine kinderen, kleine zorgen? Fuck dat.

Share