Zondagochtend, negen uur. Ik zat achter mijn laptop, staarde uit het raam. Buiten een doodstille gracht, kale bomen langs de verlaten Hermitage. Amsterdam op een koude februari-morgen. Drie dagen was ik in de hoofdstad. Drie dagen, twee nachten. Ik ben nog nooit zo lang alleen weg geweest, zonder mijn gezin. De diepe stilte is als een zware deken over me heen gevallen de afgelopen dagen. Het is vreemd, wakker worden zonder kleine armpjes om mijn nek, zonder ijle stemmetjes die fluisteren: “Mama, doe je ogen open. Mama, gaan we opstaan?”. Koffie drinken zonder jezelf voor de zoveelste keer de avonturen van Pluk van de Petteflet te horen voorlezen. In je pyjama achter je laptop te kruipen, met in je hoofd alleen maar het zachte kraken van je eigen hersens. Bevreemdend, maar ook: oh zo heerlijk.
Soms ga ik daarom heel vroeg ‘s ochtends in de moestuin staan, om te luisteren naar de stilte. Het zachte fluisteren van de wind in de bomen, het getsjirp van een eenzame vogel op het grasveld. Pas als je kinderen krijgt weet je namelijk hoe het heerlijk het is om af en toe te leven zonder geluid. De eerste keer dat mijn ouders allebei de Terroristen meenamen voor een paar uur spelen bij opa en oma en ik alleen achterbleef in huis, heb ik even gehuild. De stilte was zo oorverdovend dat ik ervan uit het veld geslagen was. Voor het eerst in ruim drie jaar hoorde ik de keukenklok tikken, de verwarmingsbuizen suizen. Kon ik mezelf weer horen denken. Met een kop thee ben ik op de bank gaan zitten en heb me laten overspoelen door de stilte. Ik denk dat menig moeder het kan beamen als ik zeg: een orgasme is er niks bij.
Ik houd van mijn kinderen. Van mijn gezin. Van het rumoer dat daarmee gepaard gaat. Maar ik houd ook van stilte. Van alleen zijn met mijn gedachten. Van dromerig voor me uit staren. Verdwijnen in mijn eigen wereld. Dat is altijd al zo geweest. Het is dan ook een dilemma dat mijn twee grote liefdes, die voor mijn kinderen en die voor de stilte, nogal moeilijk te verenigen zijn. Kinderen maken altijd geluid. Als ze niet huilen, dan praten ze. Als ze niet praten, dan zingen ze. En als ze niet zingen, dan is er wel speelgoed dat dat wel doet. Kinderen produceren een nimmer aflatende stroom van geluid en mijn kinderen al helemaal. Manlief en ik hebben namelijk ongelooflijk verbale kinderen. Manlief geeft mij daar de schuld van en ik vrees dat ik niet anders kan dan toegeven dat hij daar gelijk in heeft. Het lijkt erop dat ik mijn talenknobbel aan allebei mijn kinderen heb meegegeven en dientengevolge spraken ze in volzinnen toen ze nog maar nauwelijks twee jaar oud waren. Het nadeel is alleen dat ze nog niet kunnen schrijven en dus alles wat in hen opkomt ook daadwerkelijk over hun lippen laten rollen, in plaats van, zoals hun moeder, hun hoofd te legen op papier.
Eigenlijk denk ik dat ik stilte zelfs erger mis dan slaap. Natuurlijk, vier jaar chronisch slaaptekort is ook niet om over naar huis te schrijven, maar na zo’n twee jaar nachtbraken bereik je een soort staat waarin je gewoon geen slaap meer nodig hebt. Steve Jobs en Winston Churchill redden het tenslotte ook met drie uur per nacht en die konden ondertussen nog gewoon veel te dure telefoons ontwikkelen en oorlogen winnen. Kun je nagaan wat er zou kunnen gebeuren als je een vermoeide moeder in de Apple Store neerzet. Maar het gebrek aan stilte is iets waar ik, ook na ruim vier jaar moederschap, maar niet aan kan wennen. Manlief snapt dat niet zo goed, hij vindt de hele dag geklets, muziek en zelfs een wagenpark aan loeiende Toet Toet auto’s een bron van gezelligheid. Ik heb echter na een paar uur constant geluid de neiging mezelf in mijn eigen waterput te verdrinken.
Ik houd van stilte, ik heb stilte nodig. Niks heerlijker dan voor het raam zitten en naar buiten staren, je eigen gedachten over je heen laten komen, te luisteren naar wat er in je hoofd zit. Niks te zeggen, niks te doen, alleen maar te zijn. De energie die ik krijg van alleen maar luisteren naar de stilte is ongekend. Ik houd van mijn kinderen, van hun kwetterende stemmetjes achter de doos met Duplo, hun zelfverzonnen liedjes door de babyfoon, ‘s ochtends hun zachte gefluister in mijn oor “Mama, word nou wakker. Mama, ik vind je lief”. Maar oh, een dag, of zelfs maar een paar uur zonder geluid, ik ben in staat er een moord voor te doen.
En dus sta ik af en toe in mijn moestuin, ‘s ochtends in mijn pyjama, in de bittere kou. En luister naar het niks. Luister naar de zon die langzaam opkomt, de natuur die voorzichtig wakker wordt. Sluit mijn ogen en laat me meevoeren op de ruisende golven in mijn eigen hoofd, zodat ik heel eventjes mezelf kan horen. Heel even alles en iedereen kan buitensluiten en in de krochten van mijn ziel kan kijken. Want spreken is zilver, maar zwijgen is goud. The sound of silence. Wat een schitterend geluid.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.