december 2014

Ode aan de Achterhoek

Er is mij ter ore gekomen dat de lokale bevolking hier niet gecharmeerd is van dit blog. Ik wist niet eens dat ik hier in de regio gelezen werd (waarvoor dank, overigens), maar blijkbaar heb ik geen vrienden gemaakt. Volgens de Achterhoekers zou ik mij namelijk alleen maar negatief uitlaten over hun habitat en daarbij ook nog eens de bewoners ervan belachelijk maken. Kennelijk rijst de vraag waarom ik hier überhaupt ben neergestreken, als ik het allemaal zo vreselijk vind. Want waarom ben ik dan niet gewoon op mijn arrogante Amsterdamse kont in de hoofdstad blijven zitten? Nog even en ik heb me met mijn geblog de toorn van de hele Achterhoek op de hals gehaald. Om te voorkomen dat de boerderij straks met kakelverse eitjes bekogeld wordt, lijkt het me dus verstandig om even het één en ander recht te zetten.

OdeaandeAchterhoekLang leve de Achterhoek! En dat meen ik serieus. Er is niemand die mij aan mijn haren uit Amsterdam heeft weg gesleept en onder dwang hier heeft neergezet. Ik heb geheel vrijwillig mijn handtekening gezet onder het koopcontract van deze boerderij. De eerste keer dat manlief en ik het erf op reden om op het landgoed te gaan kijken, was ik al verkocht. We waren nog niet eens de auto uit, toen ik manlief aankeek en zei: “Welkom thuis”. Manlief was zeker niet gelijk overtuigd, maar voor mij was het liefde op het eerste gezicht. Verliefd op het huis, met al die krakkemikkige rare kamertjes, schimmelige kozijnen en enkel glas met grote kieren, maar ook op de omgeving, de oogverblindend groene weilanden, heerlijk stille bossen en schattige kleine dorpjes. Ja, ik hou van de stad, van de grachten en de drukte. Maar een goede koe in een knisperend groen weiland is ook zeker niet te versmaden.

In de Achterhoek heb ik een tuin ter grootte van een klein park. In Amsterdam had ik een balkon ter grootte van een postzegel, versierd met duivenpoep. In de Achterhoek raak ik mijn gezin soms kwijt in mijn eigen huis. In Amsterdam moesten manlief ik permanent bij elkaar op schoot zitten, ook als we net een echtelijke ruzie hadden gehad. En dat voor dezelfde prijs als we nu voor het landgoed betalen. In Amsterdam zeggen mensen je alleen gedag als ze geld van je willen, of niet kunnen kaartlezen. In de Achterhoek word je door iedereen gegroet, gewoon omdat de mensen aardig zijn. In Amsterdam is al minstens zes keer mijn fiets gestolen. In de Achterhoek vergeet ik hem tegenwoordig gewoon op slot te zetten als ik boodschappen ga doen. En dat is heel wat waard, want na dertig jaar in Amsterdam ben ik aan de aanschaf van al die nieuwe fietsen bijna failliet gegaan.

Ik kan mijn Terroristen geven wat ik zelf nooit heb gehad: een jeugd van buitenspelen, hutten bouwen, niet hoeven kijken voor je oversteekt. Blozende wangetjes, modderige handjes, appeltjes eten uit eigen tuin. Terrorist nr. 1 vindt rust in de Achterhoek, waar hij stress heeft in Amsterdam. Van een piekerig, onrustig jongetje, naar een vrolijk, ontspannen kind. Iedere dag een stukje meer. Met dank aan de Achterhoek. Door de rust, de vogeltjes, het bos. Door zijn school, zijn juffen die nog de mogelijkheid hebben om veel tijd en aandacht aan hem te besteden. Omdat de klassen klein zijn, de betrokkenheid groot. Terrorist nr. 2 eet groenten uit eigen tuin, wat zo goed is voor haar kwetsbare darmen. Ik maak lange boswandelingen met mijn moeder, omdat buitenlucht en beweging mijn MS de kop indrukken. Manlief bouwt konijnenhokken en picknicktafels dat het een lieve lust is en heeft spontaan een nieuwe hobby. En mijn vader is weer een klein beetje terug op zijn boerderij in Frankrijk, waar mijn ouders bijna tien jaar hebben gewoond. En zo is iedereen gelukkig. In de Achterhoek.

Nov23_2014_4Ja, ik mis de stad. Mijn Amsterdam. Ik mis de grachten en hun verlichte bruggetjes, de restaurants en bioscopen, de boetiekjes in de Jordaan met hun mooie vintage jurkjes. Ik houd van het rumoer, de onfatsoenlijke mensen, de anonimiteit. Van het ordinaire Rembrandtplein en zelfs een beetje van de stadse viezigheid. Maar inmiddels houd ik ook van de Achterhoek. Van hoe onwaarschijnlijk groen het hier is, zelfs nog in December. Van hoe het licht bijna magisch tussen de bomen weerkaatst als ik door het bos loop. Van de oorverdovende stilte als ik ‘s ochtends mijn eigen erf op stap. En van de mensen, die zo aardig en beleefd zijn. Van de groentenman die Terrorist nr. 2 tegenwoordig zomaar gratis stukjes gedroogd fruit geeft, omdat hij weet dat ze geen koekjes mag hebben. En van de juf van Terrorist nr. 1 die een potje met me mee huilt op school, als ik af en toe instort wanneer we het zwaar hebben met het autisme van onze zoon. En natuurlijk, van onze eigen boerderij, waar ik de rest van mijn leven hoop te slijten.

Dus vergeef mij, beste regio-genoten, als ik jullie met mijn schrijfsels recht in het Achterhoeks hart geraakt hebt. Mijn intenties waren, eerlijk waar, niet slecht. Misschien dat ik mij schuldig hebt gemaakt aan wat grootstedelijke arrogantie, maar ik vrees dat dat de aard van het beestje is. Ik ben tenslotte maar een onfatsoenlijk stadsmens, Dertig jaar Amsterdam kruipt nou eenmaal onder je huid. Maar toch wil ik u vragen, lees ook eens tussen de regels door. Want daar is ook heus de lofzang wel te vinden. En van een beetje sarcasme is een echte Achterhoeker tenslotte toch niet vies? Ruwe bolster, blanke pit, dat zou men juist hier toch wel moeten kunnen waarderen. Ik ben gelukkig in de Achterhoek, maar ik blijf ook een Amsterdamse. Ook al wil ik er dan niet meer wonen. Laten we de gulden middenweg bewandelen: als ik nou af en toe een sarcastisch stukje over het platteland mag schrijven, dan mogen jullie ook mijn hautaine stadsgedrag bespotten. En dan zal ik niet beledigd zijn. Afgesproken?

Share

1 2 3