juni 2014

Grazige weiden

Voordat we hier kwamen wonen, riep manlief al dat hij een zitmaaier wilde hebben. Zo’n grasmaaier waar je op kunt rijden dus, een soort mini-tractor. Het leek mij grote onzin en vooral voor mietjes. Hoeveel werk kon een beetje grasmaaien nou helemaal zijn? Stadse fratsen, zo’n zitmaaier. Manlief moest maar gewoon aan de bak. Iedere zaterdagmiddag achter de handmaaier met z’n luie kantoorkont. Van een beetje fysieke arbeid is tenslotte nog nooit een grootgrondbezitter slechter geworden.

June12_2014_7En dus keek ik grijnzend toe hoe manlief zich de eerste zaterdag zwetend door het torenhoge gras heen ploegde. Na drie uur begon hij lichtelijk wanhopig te kijken, aangezien toen nog niet eens een kwart van al het gras gemaaid was. Het leek me duidelijk: het was droevig gesteld met z’n conditie. Daarom leek het mij verstandig om vandaag zelf de maaier ter hand te nemen. Het kostte me een half uur om de enorme machine alleen maar de schuur uit gerold te krijgen. Eenmaal op het grasveld weigerde het ding op alle mogelijke manieren dienst. Na herhaaldelijk aan alle hendels getrokken te hebben, was er maar één conclusie mogelijk: hij was stuk. Hoofdschuddend kwam mijn vader aanzetten met een tankje benzine, goot het reservoir vol en zette de machine aan. Tja. Hoe moest ik nou weten dat grasmaaiers niet op gras zélf lopen…?

Ik ben niet erg groot. En ook niet erg gecoördineerd. Ik vermoed dat de grasmaaier dat aanvoelde, want zodra hij aan was, ging het ding er met me vandoor. Met een enorme vaart werd ik over het gras gesleurd, een chaotisch spoor van gekapt gras achterlatend. Schreeuwend kwam Terrorist nr. 1 me achterna op zijn loopfiets, onderwijl wild gebarend. “Mamaaa! Wat doe je nou? Jij kunt helemaal niet maaien!” gilde hij, “Laat papa dat nou gewoon maar doen”. “Nee joh, gaat goed, hoor” schreeuwde ik terug over mijn schouder, terwijl de grasmaaier me gevaarlijk slingerend door de boomgaard trok. De tranen stonden in de ogen van Terrorist nr. 1 en moedeloos haalde hij zijn schouders op. Dan moest ik het ook zelf maar weten, hij had me gewaarschuwd.

In een opspattende walm van gras en benzine heeft de grasmaaier me ruim vier uur over ons landgoed gejaagd. Blijkbaar had manlief toch een punt en krijg je een hectare gras niet in een uurtje gemaaid. Met iedere vierkante meter voelde ik de blaren op mijn handpalmen groter worden, maar de grasmaaier loslaten was geen optie. Waarschijnlijk zou ik dan zelf met grote kracht het koolzaad in geslingerd worden en zou de op hol geslagen machine recht op het kippenhok afstevenen, om onze net aangeschafte kippen op brute wijze om zeep te maaien. Bovendien was het mijn eer te na om me te laten verslaan door een stuk tuingereedschap. Er zijn grenzen.

June12_2014_5Tot mijn grote opluchting was de benzine op een gegeven moment op en kwam de grasmaaier sputterend tot stilstand. Mezelf verbijtend trok ik mijn inmiddels loshangende vel van de handvatten en liet me uitgeput naast het werktuig in het gras vallen. Met de sterretjes nog voor mijn ogen probeerde ik de plakken aangekoekt gras van verscheidene lichaamsdelen af te peuteren. Ik vrees alleen dat de achtergebleven groene aanslag permanent is.

“Je ruikt raar” zei manlief bij thuiskomst, “Naar zweet en nat gras”. Grommend wees ik naar de meters keurig gemaaid gras in de tuin. “Waarom heb je allemaal onkruid in je haar?” ging hij onverstoorbaar door, “En waarom…zijn je voeten groen?!” Bij het zien van het gazon en mijn bloederige handen, viel het kwartje. Grinnikend trok hij z’n stropdas los. “Goh…” zei hij, terwijl hij de tuin bekeek, “dat was zeker geen enkel probleem, met jouw goede conditie?”. “Oh, en trouwens: je hebt een stukje gemist…”.

Manlief is volgende week jarig. Ik denk dat hij een zitmaaier krijgt.

Share

Canal Minimaal

“Ja goedenmiddag, u spreekt met Canal Digital. Komt het gelegen dat we u even bellen?”.
“Nou nee, eigenlijk niet”.
“Maar we willen u toch echt graag spreken, mevrouw. Het gaat over uw internetaansluiting”.
“Die is niet bepaald goed. Of eigenlijk gewoon niet bestaand”.
“Nee, daar bel ik dus ook over, mevrouw. Want ik had eerst uw echtgenoot aan de lijn en die zei dat ik beter u kon bellen, omdat u van plan was om een klachtenbrief te gaan schrijven”.
“Ja, daar ben ik erg goed in, in klachtenbrieven”.
“Nou, dat zei uw man ook al. Dus ik denk: ik bel even, want dan hoeft u misschien niet meer te schrijven”.
“Ik betwijfel het”.

June6_2014_41We hebben dus nog steeds geen internet. Vandaag zou er een monteur komen. Tussen 12.00 en 17.30 uur. Het is inmiddels 20.00 uur en de oprijlaan blijft akelig leeg. Vorige week heeft monteur nummer drie een verbinding gefabriceerd die:
1. Illegaal is
2. Meestal niet werkt
3. Alleen werkt als je met je laptop buiten op de stoep gaat zitten
Aangezien het Juni is en de temperaturen buitenproportioneel hoog zijn voor Nederlandse begrippen is dat buiten op de stoep moeten zitten nog niet eens het grootste probleem. Je krijgt er nog een mooi kleurtje bij. Illegaal Achterhoeks internet is namelijk niet erg snel, dus ik ben ondertussen prachtig bruin. Ieder nadeel heeft z’n voordeel, zullen we dan maar zeggen.

“Ja mevrouw, want ik begrijp dat het niet zo erg wil lukken met het internet, hè?”.
“Nee… Dat krijg je als jullie niks aansluiten”.
“Nou ja, maar het ligt natuurlijk een beetje ingewikkeld. Want u wilt twee aansluitingen op één adres”.
“Ja, aangezien er hier twee gezinnen wonen, lijkt me dat niet meer dan redelijk”.
“Maar dat is wel lastig, hoor mevrouw”.
“Ach, er liggen gewoon twee aansluitingen, dus het lijkt me geen hogere wiskunde”.
“Ik begrijp dat u geïrriteerd bent”.
“Nou ja, als ik niet snel kan internetbankieren declareer ik de maandelijkse hypotheeklasten wel bij u. Misschien dat dat het leed verzacht”.
“Haha, u bent wel grappig, mevrouw”.
“Fijn dat er in ieder geval nog iemand is die de humor ervan inziet”.

Waarom is het zo moeilijk om een internetaansluiting te realiseren? Kan iemand mij dat vertellen? Ik begrijp dat ik in the middle of nowhere ben gaan wonen, maar mensen in de Achterhoek zitten toch ook op Facebook? Mensen in de Achterhoek betalen toch ook digitaal hun rekeningen? Of ben ik zo stads dat ik me niet realiseer dat ze hier hun vrije tijd nog besteden aan het sturen van handgeschreven brieven en dat ze hun salaris contant uitbetaald krijgen en in een oude sok onder hun matras bewaren? Misschien moet ik de strijd opgeven, mijn ganzenveer uit het vet halen en voortaan schriftelijk contact onderhouden met mijn sociale cirkel. Ik begin te vermoeden dat er niks anders op zit.

Het lijkt me wel zaak dat ik zorg dat ik snel nieuwe Achterhoekse vrienden maak. Want als mijn Amsterdamse contacten handgeschreven post ontvangen, gooien ze die waarschijnlijk meteen bij het oud papier. De meeste mensen hebben sowieso een Nee/Nee sticker op hun brievenbus, dus mijn wanhopige pogingen om de vriendschappen te behouden halen waarschijnlijk niet eens de Amsterdamse brievenbussen. Laatst zag ik dat er hier in de buurt een toernooi ‘Tractor Pulling’ gehouden wordt. De rooksignalen worden al fanatiek doorgestuurd, dus ik ga ervan uit dat alle Achterhoekse hipsters er zullen zijn. En eerlijk is eerlijk: wie heeft er internet nodig, als je vrienden met een tractor hebt?

Share

Voor galg en rad

Ik ben opgegroeid in het centrum van Amsterdam en mijn ouders vonden dat maar een gevaarlijke plek voor een kind. De stad is immers vol gevaren. Drugsdealers, zwervers, vuil op straat, agressieve voetbalsupporters in de metro, het is dagelijkse kost voor de Amsterdammer. Op straat spelen was uit den boze, want er kon zomaar een legioen kinderlokkers uit een portiek opduiken. Uitgaan was er in mijn puberjaren niet bij, want volgens mijn moeder werd er iedere dag wel iemand omgelegd op het Rembrandtplein. Dus daar mocht ik tot mijn 18e niet alleen overheen. Maar de harde realiteit van het leven was me toen al lang duidelijk. Want toen ik op 12-jarige leeftijd mijn eerste lijk in de gracht vond, was het wel voorbij met mijn onschuld.

Een boerderij kopen, ver weg van het Sodom en Gomorra van Nederland leek manlief en mij daarom een goed idee. We zouden onze kinderen opvoeden in een gezondere omgeving dan we zelf als kind hadden gekend. Ver weg van alle sex, drugs en rock & roll &zouden de Terroristen vreedzaam groot worden, dartelend tussen de klaprozen en de zelfgekweekte tomaten. Zonder gevaar, verleidingen en viezigheid. Onschuldig en onwetend, met een rotsvast vertrouwen in de goedheid van de mensheid en de wereld. We hadden de tune van The Sound of Music alvast onder ons leven gezet.

June8_2014_3Inmiddels zitten we ruim twee weken op het platteland en zijn we erger getraumatiseerd dan na 30 jaar in Amsterdam. Het leven in de Achterhoek blijkt namelijk vele malen harder dan in de stad. De kinderen van de boerderij verderop zijn net iets ouders dan de Terroristen. De Terroristen kunnen nauwelijks fietsen, maar deze kinderen komen in het weekend op een gemotoriseerde quat voorbij scheuren, slippend over ons pad en een walm van benzine achterlatend. En laatst trof ik twee volstrekt onbekende jongetjes in ons koolzaaldveld aan, die daar schimmige praktijken aan het uitvoeren waren. Ik ga ervan uit dat er binnenkort tijdens het maaien een dooie boer onder het gras vandaan komt.

Maar de Terroristen zijn inmiddels al bekend met het fenomeen moord. In de korte tijd dat we hier zitten heeft ons katten-duo een spoor van dood en verderf achtergelaten. In de eerste week vonden we een uiteengereten marter op de stoep en gisteren heb ik vruchteloze pogingen gedaan een worstelende muis uit de kaken van kat nr. 1 te bevrijden. De Terroristen moesten ondertussen lijdzaam toezien hoe de ingewanden van het beest uit zijn buikje zakten. Als klap op de vuurpijl kwam kat nr. 2 vanmorgen aanzetten met een babykonijntje. Woest schreeuwen had geen zin, onderhandelen ook niet, het gewetenloze roofdier sleepte het nog stuiptrekkende bolletje wol mee het veld in. Terrorist nr. 1 was nog enigszins geschokt en zei vertwijfeld: “Dat is niet zo lief van de kat, hè mama?”, maar Terrorist nr. 2 haalde haar schouders op, sprak de verontrustende woorden: “Dat was grappig” en ging vervolgens over tot de orde van de dag. Ik begin me ernstig af te vragen wat het platteland voor invloed heeft op mijn kinderen. We hebben het konijnenhol maar dicht gegooid, in de hoop dat die beesten zich ergens in het bos uitgraven. Wat mij betreft hebben de Terroristen hun portie live liquidaties wel gehad.

June7_2014_1Je kunt je ook afvragen wat je liever hebt: boze, dronken Ajax-supporters in de metro, of agressieve roofvogels boven je huis. In Amsterdam pak je gewoon een dagje de fiets als er gevoetbald wordt, of je stopt een busje pepperspray in je handtas. Maar drie onheilspellend rondcirkelende buizerds terwijl jij in je tuin cappuccino zit te drinken is toch een ander verhaal. Van m’n vliegenmepper zijn ze waarschijnlijk niet onder de indruk en ik schat ze wel zo groot in dat ze op z’n minst Terrorist nr. 2 kunnen ontvoeren als we ze kwaad maken. Sowieso heb ik het niet zo op grote vogels, doe mij maar liever een rood aangelopen, kotsende Brit op het Leidseplein. Dat vind ik minder angstaanjagend.

Ik vrees dus dat mijn kinderen gedoemd zijn op te groeien voor galg en rad, of op zijn minst een paar keer per jaar op de EHBO belanden met ernstige verwondingen door Achterhoeks wildlife. En dat allemaal omdat ik mijn eigen trauma’s op mijn kroost heb geprojecteerd. Het is nu slechts wachten op de dag dat ze eigen gestookte alcohol of zelf gekweekte wiet staan te dealen in het koolzaad. Of minstens bij de psychiater zitten omdat ze op volwassen leeftijd in hun slaap nog steeds de kreten van de roofvogels horen. En eerlijk is eerlijk: dan stelt een lijk uit de Amsterdamse grachten vissen natuurlijk helemaal niks voor.

Share

Zoet bloed

Sinds we onze intrek hebben genomen op het platteland, ben ik doelwit geworden van de bloedzuigers uit de insectenwereld. Al twee weken lang word ik helemaal opgevreten door allerhande vliegende en kruipende beestjes, die zich gretig laven aan mijn lijf. Iedere avond bij het naar bed gaan ben ik weer een dozijn bulten rijker en zo langzamerhand begin ik eruit te zien als een krentenbol. Dit is dus wat je krijgt als je verhuist naar de Achterhoek: digitale verbanning en veel jeuk.

Het is wel enigszins een deceptie, aangezien ik er vroeger prat op ging nooit gestoken te worden door wat voor beest dan ook. Ik kwam elke zomer fluitend en bultvrij door, terwijl manlief zich gillend van de jeuk ‘s nachts in een klamboe moest wikkelen om nog enigszins te kunnen slapen. Ik ben weleens in het holst van de nacht wakker geworden van een donderend geraas, waarna bleek dat manlief poedelnaakt op een bureau was geklommen om in blinde woede een mug te vermoorden die zich al uren tegoed deed aan zijn bloed. Hoofdschuddend om zoveel kleinzerigheid heb ik me omgedraaid en ben weer gaan slapen.

June6_2014_3Nu voel ik echter met terugwerkende kracht diepgaande empathie. Ik kan geen stap in het gras zetten of ik voel een legioen krioelende beestjes aan mijn kuiten knabbelen. Ondertussen strijken hun gevleugelde familieleden op mijn schouders neer om hun angels, tanden, voelsprieten of welk ander moordwapen dan ook, in mijn vlees te drukken. Om me heen slaand spring ik de hele dag door de tuin, terwijl de Terroristen me meewarig aanstaren, zich duidelijk afvragend of mama nu toch eindelijk echt gek is geworden.

Waarschijnlijk ben ik een soort uitstapje voor al die beesten. Mijn stadse bloed zal wel anders smaken dan dat van de doorsnee Achterhoeker. Minder naar kunstmest, meer naar prosecco, denk ik. Vanmiddag ontdekte ik een verse bult op mijn been, dik, rood en van een omvang waar een stevige bij moeite voor zou moeten doen. Ik begin te vermoeden dat het nieuws van mijn aanwezigheid zich inmiddels verspreid heeft tot over de Duitse grens, waar de nog veel grotere en agressievere steekbeesten wonen. Ik ben het beste restaurant in de omgeving. Nog even en ik ga ook ‘s nachts in mijn blote kont op oorlogspad. Manlief verkneukelt zich nu al.

Maar ik sta niet alleen, inmiddels toont Terrorist nr. 1 zich solidair in de strijd. Hij had namelijk laatst een teek. Was drie seconden door een bosje gelopen en het bloedzuigende kreng had zijn kans schoon gezien. Gillend heb ik de tekentang ter hand genomen en het arme kind verlost van zijn ongewenste bezoeker. Sindsdien voelt hij zich beroofd van zijn lichaamssappen. Hij eist zijn bloed terug. En gelijk heeft hij. Dus heeft hij nu zijn eigen vliegenmepper. We zijn op jacht en gaan door tot we bult en beetvrij zijn. Al breng ik de hele zomer meppend door. Ik eis mijn lijf en mijn landgoed terug.

Share

Incommunicado

Inmiddels zitten we al twee weken op onze boerderij. Zonder internet. Dat is net alsof je een klein beetje dood gaat. Fysiek afgesloten van de wereld is nog tot daaraan toe, maar ook digitaal niet meer onder levenden verkeren is toch wat veel van het goede. Een dag of twee red ik nog wel, misschien zelfs een lang weekend. Dan is het nog leuk, verfrissend, je hoort de vogels weer fluiten enzo. Een soort van vakantiegevoel. Maar daarna begin ik toch zenuwachtig te worden. Geen mailtjes, geen enkel teken van leven via WhatsApp, nog een paar dagen langer en ik kan mezelf officieel kluizenaar noemen.

June1_2014_3Er zijn twee monteurs langs geweest. Beiden begonnen al bedenkelijk te kijken toen ze het zandpad naar de boerderij opreden. “Zooo, nou dit is me het plekje wel, hoor” riep de eerste, “Lekker eh…rustig wel”. “Nou mevrouwtje, dat gaat hem niet worden” zei nummer twee, terwijl hij nog half in z’n auto zat. “Ik krijg die schotel nooit hoog genoeg”. Ik ben maar even in de moestuin gaan staan om een potje te vloeken. Twee ochtenden verder schelden aan de telefoon met KPN had ook al geen resultaat. En ondertussen worden de ontwenningsverschijnselen steeds heftiger.

Toegegeven, het leven krijgt wel een heel andere dimensie als je niet meer online bent. Ineens heb je zeeën van tijd. Het is ook goed voor je vitamine D. gehalte, want uit pure verveling ga je maar de hele dag naar buiten. Binnen word je tenslotte toch alleen maar aangestaard door je laptop, die werkeloos staat te verstoffen in een hoek. De aanblik is gewoon te pijnlijk. Ik heb het natuurlijk ook wel mobiel geprobeerd, maar van 3G hebben ze in de Achterhoek blijkbaar nog nooit gehoord. Ook als ik midden in de tuin bovenop de zandbak met mijn telefoon in de lucht ga staan zwaaien, vang ik bot. Het apparaat trilt wat, probeert zwoegend een pagina te laden en valt vervolgens gewoon uit. Ik verdenk de mensen hier ervan stiekem nog per postduif te communiceren.

Onlangs bereikte ons een brief van KPN (ik heb geen postbode gezien, wat mijn postduiven-theorie alleen maar sterkt), waarin stond dat ze over drie weken genoeg moed verzameld hebben om weer een monteur naar ons toe te sturen. Garanties kunnen ze echter niet geven. Dan hadden we maar niet van God en iedereen verlaten moeten gaan wonen. Ik heb dus nog drie weken om de schuur leeg te ruimen, zodat ik die monteur er daadwerkelijk in op kan sluiten. Manlief heeft dit weekend ook een kippenhok gebouwd (tja, als je niet kunt internetten moet je toch wat…), dus daar zou ik hem eventueel ook nog in kunnen gijzelen.

Maar misschien moet ik mijn lot accepteren en de consequenties van mijn woonkeuze dragen. Ik ben tenslotte willens en wetens naar de Middeleeuwen verhuisd. En trouwens, ik heb niet eens meer tijd voor internet. Ik moet grasmaaien. Dat kost een hele dag, hebben we dit weekend aan den lijve ondervonden. En daarna moet ik gras harken. Ook een dagtaak. Ik moet de moestuin schoffelen en daarna heb ik een dag nodig om mijn blaren te verzorgen. Ik heb nog 10 jaar aan verbouwingsklussen in de agenda staan. Tussendoor moet ik de Terroristen zoeken, want de tuin is zo groot, dat ik ze steeds kwijt raak. Misschien dat ik heel af en toe een gestolen uurtje heb. Dus dan klim ik wel op mijn paard en wagen en rijd naar het dichtstbijzijnde café met wifi. Want dat hebben ze dan nog net wél in de Achterhoek.

Share

1 2