december 2014

Trots

Vandaag ben ik een trotse moeder. Terrorist nr. 1 zou kerstontbijt hebben op school. Hij had zich er al dagen op verheugd. Maar vanmorgen kwam hij niet goed uit bed. We zagen het meteen. Grote ogen, fladderende handjes, een boze stem. Dan weet je dat het mis is. Wie een tijdje met een autist samenwoont, herkent de signalen na verloop van tijd meteen. Binnen een half uur was de eerste driftbui een feit. Terwijl manlief onze zoon naar zijn kamer droeg, dacht ik even na. Heel even maar, want eigenlijk lag het antwoord voor de hand. Eenmaal weer beneden wenkte ik onze zoon. Nam hem op schoot en aaide zachtjes door zijn haar. “Wat is er dan?” vroeg ik zacht, “Is het het kerstontbijt? Wil je eigenlijk niet?”. Zijn onderlip begon te trillen, de tranen stroomden over zijn wangen. “Ik vind het veel te druk” kwam er met horten en stoten uit. Ik knikte en nam zijn hoofd in mijn handen. “Dan blijf je lekker thuis”. Hij zuchtte, snikte nog wat na. Opluchting. Ik glimlachte. Want: wat zijn we ver gekomen.

TrotsNog geen half jaar geleden was dit niet mogelijk geweest. Had de drift de overhand genomen en hadden wij niet geweten waarom. Het lijkt zo simpel en onschuldig: een kerstontbijt op school. Zes kindjes, een mandje krentenbrood en een paar potjes met waxinelichtjes op tafel. Maar voor Terrorist nr. 1 is het iets groots. Iets engs. Iets onbekends. Want wat betekent kerstontbijt? Gaat het dan anders dan normaal? Gaan ze niet eerst in de kring? En daarna fruit eten? Waarom dan? Is dat eigenlijk wel leuk? Ja, best wel. Of nee, eigenlijk niet. Want het is anders dan normaal. En anders is eng. Onveilig. En dus is er verwarring. Paniek. Wanorde in het hoofd van onze zoon. Hij slaat om zich heen. Letterlijk. Slaat de spanning van zich af. Tot voor kort in ieder geval. Dan konden wij niks anders dan de klappen opvangen. Figuurlijk, maar soms ook wel letterlijk. Je stond erbij en keek ernaar.

Een half jaar geleden had ik niet durven dromen dat we nu hier zouden staan. Met aan onze hand een jongetje dat opeens zijn drift de baas is. Meestentijds, in ieder geval. De eerste keer dat hij naar me toe kwam en zei: “Mama, het is zo druk in mijn hoofd” moest ik echt even slikken. Want: wat een prestatie van mijn Terrorist. Steeds meer krijgt hij de regie over zijn eigen emoties, in plaats van dat die hem overheersen. Ik vind het ongelooflijk knap. Mijn zoon is 4 jaar, autistisch en opeens in staat het heft in eigen handen te nemen. Nee te zeggen tegen de chaos in zijn hoofd, de onrust in zijn lijf. Pas op de plaats te maken en te zeggen: ik doe hier niet aan mee. Ik bepaal. Dit is míjn leven. Daar kunnen zelfs sommige volwassenen nog een puntje aan zuigen.

Een half jaar geleden dacht ik dat het nooit meer goed zou komen. Zat ik huilend bij de kinderpsychiater, omdat ik aan het eind van die tunnel echt geen licht meer zag. Driftbuien, strijd, onbereikbaarheid, iedere dag opnieuw. Ik was moe, uitgewrongen. Terrorist nr. 1 was bang, verdrietig. We riepen zo hard om elkaar, maar konden elkaar toch niet verstaan. Wat waren we alleen. De toekomst was een groot zwart gat, ik durfde er niet aan te denken. Wat zou ons voorland zijn? Ruzies, onbegrip, eenzaamheid? De angst sloeg me soms om het hart. Want hoe moest het ooit nog goedkomen, met ons jongetje dat het zo moeilijk had? Dat de wereld niet snapte? Dat door zijn eigen ouders niet begrepen werd? Er zo enorm alleen voor stond. Want: hoe overleef je in een wereld waarin jij een andere taal spreekt dan de rest?

Dec18_2014_1En daarom ben ik nu zo trots. Omdat mijn zoon zijn best doet om mijn, onze, taal te leren. Omdat hij zo hard werkt om zich verstaanbaar te maken. En omdat het lukt. Echt lukt. Ik zie hem groeien, iedere dag weer. Ik versta hem nu, heb soms zelfs aan een half woord al genoeg. Het lucht hem op, hij wordt gehoord. Ook als hij kromme zinnen maakt. Misschien ben ik ook wel gegroeid, leer ik beter luisteren. Spreek ik zelf inmiddels ook een klein beetje zijn taal. En zo ontmoeten we elkaar dan in het midden, reiken elkaar de hand. Wederzijds begrip. Geen woordenboek meer nodig. Dat licht, aan het eind van die tunnel, is nu dan toch te zien.

Vallen en opstaan zal het blijven. De strijd tegen zijn autisme is echt nog niet gestreden. Maar die eerste slag, die hebben we alvast gewonnen. En dat daarbij het kerstontbijt dan sneuvelt, is jammer maar helaas. Iedere strijd eist immers slachtoffers. Echter, iedere oorlog kent ook winnaars en onze zoon is hard op weg zijn tegenstander de baas te worden. Opnieuw sta ik erbij en kijk ernaar. Maar oh, wat is uitzicht nu plotseling mooi. Ik ben een trotse moeder.

Share

Boeren, sluit uw deuren

Toen ik in Amsterdam woonde, ben ik herhaaldelijke malen in handen gevallen van stadse criminelen. Minstens zes keer ben ik ‘s ochtends buiten gekomen, heel even stomverbaasd omdat ik me toch echt kon herinneren dat ik mijn fiets de vorige dag voor de deur geparkeerd had, maar hem daar opeens niet meer terug kon vinden. Ik ben ook een keer woest schreeuwend de hele Kalverstraat doorgerend, om een zakkenroller z’n nek om te draaien, die er met mijn portemonnee vandoor was gegaan. En er is een keer een drugsverslaafde zwerver mijn ouderlijk huis binnen gedrongen, alwaar mijn vader en de bovenbuurman hem met een honkbalknuppel en een steelpan letterlijk drie trappen naar beneden hebben geslagen. Het leek me dan ook bijzonder rustgevend om ergens te gaan wonen waar je je fiets met het sleuteltje nog in het slot en je creditcards in de fietstassen drie dagen midden op het dorpsplein kunt neerzetten, waarna hij door de enige zwerver in de omgeving netjes bij je thuis wordt afgeleverd. Helaas blijkt het plattelandsleven in de praktijk wat minder idyllisch.

Boerensluituwdeuren_1Er waart hier in de omgeving namelijk een dief rond. Jawel, een dief. De lokale kranten staan er bol van. Dit geboefte heeft het niet voorzien op je flatscreen of de antieke meubels van je overleden oma, nee, hij is uit op de kroonjuwelen van de Achterhoek: de zitmaaiers. De ene gemotoriseerde grasmaaier na de andere verdwijnt van de naburige boerderijen en men zit met de handen in het haar. De zitmaaier is in de Achterhoek namelijk zo ongeveer een eerste levensbehoefte. Iedereen heeft er eentje. John Deere verdient hier in de regio drie keer zoveel als de plaatselijke supermarkt, want mensen sparen het eten letterlijk uit hun mond om een zitmaaier te kopen. Onze buurman heeft er zelfs twee. Ik ga ervan uit dat hij al een hele tijd leeft op water en brood.

Het zijn met recht angstige tijden in de Achterhoek. Inmiddels is het zover dat mensen ‘s avonds hun schuren op slot doen. En dan moet het wel heel erg zijn. Normaal kun je in het holst van de nacht in je pyjama bij je buurman naar binnen stappen om een kopje suiker te lenen. Of je pakt gewoon even de auto van de buurvrouw om boodschappen te doen als de jouwe toevallig zonder benzine zit. De sleutels zitten toch altijd in het contact. Een briefje onder de deur van de bijkeuken en niemand kijkt ervan op. Het plattelands-vertrouwen is grenzeloos.Toen wij een tijdje geleden naar een speeltuin hier in de buurt gingen en we geen pinpas bij ons bleken te hebben, kregen we onze drankjes en de ijsjes voor de kinderen toch gewoon mee. Dat we terug zouden komen om te betalen, desnoods zes weken later, was voor de uitbater volkomen logisch. Manlief heeft nog geprobeerd de beste man zijn horloge op te dringen als onderpand, maar hij wilde er niets van weten.

Nu begint het Achterhoeks vertrouwen echter barstjes te vertonen. Argwanend gefluister gaat door de weilanden. Wie is dat gespuis, dat ‘s nachts de erven op sluipt en er vandoor gaat met onze maaiers? Loert het gevaar misschien dichterbij dan je denkt? Want is die vriendelijke buurman wel zo onschuldig als hij lijkt? En die opgeschoten puberzoon van drie boerderijen verderop? Die ging vorige week opeens wel heel laat nog de deur uit… Kort geleden vonden we opeens een brief op de deurmat. Een paniekerig schrijven van de buurtcommissie, waarin werd gevraagd of we ermee akkoord gingen bij de gemeente toestemming te vragen om het weggetje waaraan onze en nog een aantal andere boerderijen liggen, officieel te laten afsluiten voor ‘vreemdelingen’. Ik neem aan dat het niet lang meer duurt voor er infraroodcamera’s worden opgehangen en er een gewapende militair bij de afslag komt te staan.

BoerensluituwdeurenWaar de maaiers blijven, is iedereen een raadsel. Men wacht met spanning op de maaier-explosie op Marktplaats, maar vooralsnog blijft het akelig stil op de veilingsite. Ook is er nog geen melding gemaakt van iemand die ergens langs de kant van de weg voorbijgangers goedkope zitmaaiers probeert aan te smeren. Eigenlijk jammer, want wij moeten er nog steeds eentje kopen en voor een beetje korting ben ik best bereid om het wat minder nauw te nemen met de wet. Ondertussen zien we steeds meer Achterhoekers huilend achter de handgrasmaaier over hun erf lopen. De grasmatten worden steeds langer en onverzorgder en de lokale bevolking steeds onvriendelijker. Ik begin me als Amsterdamse bijna thuis te voelen.

En dit lijkt nog maar het begin van de criminaliteitsgolf. Want inmiddels schijnt de maaier-dief zijn horizon verbreedt te hebben en neemt hij bij het ontvreemden van de grasmaaiers ook al het gereedschap uit de boerenschuren mee. Nog even en we moeten inderdaad onze fietsen weer op slot gaan zetten. Beste boeren, sluit uw deuren, verberg uw tafelzilver, het criminele hek is van de dam. Neem het van een doorgewinterde Amsterdammer aan. Ik heb mijn honkbalknuppel en mijn steelpan in ieder geval al achter de deur liggen.

Share

Moederschuld

MoederemancipatieBijna vier jaar lang ben ik vrijwel werkeloos geweest. Niet helemaal vrijwillig, aangezien ik van dat stelletje xenofobe Amerikanen in hun beloofde land de arbeidsmarkt niet onveilig mocht maken, maar ook zeker niet geheel tegen mijn zin. Weliswaar is het totaal tegen de geldende norm van tegenwoordig, aangezien je het als hoogopgeleide vrouw eigenlijk gewoon niet meer kunt verantwoorden als je na het baren fulltime met je kroost gaat knuffelen, maar ik zal er maar eerlijk voor uit komen: ik had er niet zoveel problemen mee. Babies zijn hard werken en ik had eerlijk gezegd niet geweten hoe ik de slapeloze nachten, de ontplofte luiers en het gehuil met een baan buitenshuis had moeten combineren. Waarschijnlijk ben ik gewoon een mietje, maar daar heb ik vrede mee. Inmiddels in ieder geval, want de buitenwereld was minder vergevingsgezind en dat was weleens lastig. Menig wenkbrauw schoot omhoog toen ik vertelde dat ik me de komende tijd ging richten op het afvegen van de billen van mijn zoon en dus bekroop mij met enige regelmaat toch een vlaag van feministisch schuldgevoel, wanneer ik op een doordeweekse dag weer eens met mijn wolk van een baby in de zon in het park zat, terwijl mijn vriendinnen in Nederland heen en weer renden tussen kinderdagverblijf en kantoor.

Ik had nooit gedacht dat ik zou stoppen met werken als ik moeder werd. Sowieso had ik eigenlijk niet gedacht dat ik kinderen zou krijgen, aangezien ik helemaal niet van kinderen houd. Opgegroeid met een feministische moeder, die eigenlijk ook geen kinderen wilde maar halverwege de dertig opeens een aanval van klepperende eierstokken kreeg, leek het me niet meer dan logisch dat ik mijn leven zou wijden aan het beklimmen van de carrièreladder. Maar goed, het bloed kruipt waar het niet gaan kan en als die stokken eenmaal aan het rammelen slaan, is er geen houden meer aan. In retrospect heb ik zeker geen spijt van mijn hormonale beslissing om mij voort te planten, ondanks het feit dat het mijn carrièreverloop op een bijzonder laag pitje heeft gezet. Waar ik wél spijt van heb, is het schuldgevoel dat ik mezelf lang heb aan gepraat, omdat ik tijdens het flesjes geven door niet mijn best heb gedaan om ergens een directeurstitel te bemachtigen. Want: had de generatie vrouwen voor mij hiervoor dan hun bh’s verbrandt? De afkeurende ogen van de huidige maatschappij prikten in mijn rug als ik met de kinderwagen over straat ging.

Ondertussen zijn de Terroristen zover dat ze het kunnen stellen zonder intensieve, maternale 24-uurs bewaking en heb ik alles uit de poepluiers gehaald wat erin zit. Terwijl mijn kinderen langzaam onder moeders vleugels vandaan komen, krijg ik weer wat meer tijd om diezelfde vleugels uit te slaan. Langzaam klim ik weer in het carrièrezadel als freelance tekstschrijver, wat, tot mijn grote vreugde en dankbaarheid, redelijk goed gaat. Op de werkkamer die manlief voor me heeft gemaakt, zit ik achter mijn laptop en ben ineens een werkende moeder. Terrorist nr. 1 is op school, Terrorist nr. 2 heeft de grootste lol met opa en oma. En hoewel ik ontzettend geniet van het feit dat ik na al die jaren nu iets anders kan doen dan snoeten poetsen en Duplo bouwen, bekruipt mij opnieuw dat knagende gevoel. Dat schuldgevoel. Want: is het wel eerlijk dat mijn zoon zijn moeder vier jaar om zich heen heeft gehad en mijn dochter het moet doen met een schamele twee jaar? Krijgt Terrorist nr. 2 geen diepgewortelde verlatingsangst als niet mama, maar oma haar uit bed komt halen na haar middagslaapje? En als ik, in plaats van na schooltijd klaar te zitten met thee en koekjes, Terrorist nr. 1 alleen vlug een kus kan geven omdat ik anders mijn deadline niet haal, ben ik dan een ontaarde moeder?

Dec3_2014_5Waarom kun je het als moeder gewoon nooit goed doen? Of je nou je zuurverdiende Master diploma verzilvert met een kalfslederen bureaustoel in je eigen kantoor, of je dagen wijdt aan kleien met je kinderen, het is per definitie fout. Je móet kiezen en toch maak je wat de buitenwereld betreft altijd de verkeerde keuze. Als je fulltime werkt, had je geen kinderen moeten nemen, want de hele tijd naar de opvang is toch zielig? Besluit je je laptop aan de wilgen te hangen en je volledig te richten op de verzorging van je kroost, dan verkwansel je het feministisch gedachtengoed en de verworvenheden die onze moeders hun dochters gegeven hebben. Er wordt om het hardst geroepen om zoveel mogelijk emancipatie van de vrouw en op zich zijn we daarmee best een heel eind op weg. Niemand kijkt tenslotte meer op van een vrouw in een powersuit die een belangrijke vergadering voorzit. Maar, wat is eigenlijk de plaats van de móeders in de samenleving?

Kinderen krijgen, kinderen verzorgen, kinderen opvoeden, het kost tijd en energie. En iedere vrouw, want dat zijn moeders nou eenmaal, doet dat op haar eigen manier. De één wil na het werpen alleen nog maar thuis zijn, de ander heeft het nodig om 40 uur per week te blijven werken. En weer een andere moeder prefereert de gulden middenweg en schroeft het aantal mantelpakjes met de hélft terug en ruimt de andere helft van haar kledingkast in voor spuug,- en poepbestande huispakken. En eigenlijk zou geen van allen daar gewetenswroeging over hoeven hebben. Want betekent emancipatie ook niet vooral dat vrouwen het recht hebben om hun eigen keuze te maken, zonder er door de maatschappij om veroordeeld te worden? Veel meer nog dan dat we er hardnekkig naar moeten streven evenveel betaald te krijgen en net zoveel topposities te bekleden als onze mannelijke collega’s, zouden we ervoor moeten vechten baas te mogen zijn over ons eigen leven en de invulling daarvan.

Sowieso is het op z’n minst opmerkelijk te noemen dat geen enkele vader te maken krijgt met scheve ogen als hij fulltime blijft werken, of dat het bij de meeste mannen niet eens in hun hoofd opkomt hun baan op te zeggen als er zich nageslacht heeft aangediend. Terwijl menig moeder worstelt met een soort constante identiteitscrisis omdat de rollen van vrouwelijke opvoeder en moderne professional gewoonweg niet verenigbaar lijken te zijn, lijkt dergelijk, nogal pijnlijk maatschappelijk zelfverwijt gewoon aan de vaders voorbij te gaan. Ik ben mijn moeder en haar generatiegenoten dankbaar voor de mogelijkheid om als vrouw tegenwoordig niet alleen successen te behalen achter het aanrecht, maar het emancipatorisch werk is duidelijk nog niet geheel gedaan. Nu het glazen plafond langzaam maar zeker begint te barsten, wordt het misschien tijd om opnieuw wat lingerie te verbranden. Want de ouder-emancipatie kan duidelijk nog wel wat Dolle Mina’s gebruiken.

Share

Moderne tijden

Modernetijden_4Wie dit blog vanaf het begin gevolgd heeft, kan zich misschien de Slag om het Internet nog wel herinneren. Het heeft ons bijna twee maanden gekost om de boerderij digitaal op de rest van de wereld aangesloten te krijgen. Een barre tijd, want verkassen naar een landgoed in the middle of nowhere is één ding, maar vervolgens ook niet meer kunnen Facebooken is wel gelijk heel erg back to basic. Je kunt het tenslotte ook overdrijven. Gelukkig hebben we middels huilen, smeken, dreigen en zelfs een tijdelijke illegale oplossing uiteindelijk toegang tot het wereldwijde web verkregen. Echt up to date is het echter allemaal niet. We hoeven nog net niet in te bellen, maar het modem valt met enige regelmaat zonder aanwijsbare reden uit, als het stormt begint het kastje zachtjes te roken en van downloaden en streamen raakt het Achterhoeks internet op z’n zachtst gezegd in een existentiële crisis. Manlief en ik hebben het laatste seizoen van True Blood moeten missen, omdat tijdens het binnenhalen van de afleveringen mijn laptop zo warm werd, dat we de machine een nacht in de schuur hebben moeten leggen omdat we bang waren voor ontploffingsgevaar. Maar goed, in de Achterhoek heeft waarschijnlijk niemand van HBO gehoord, dus we zullen wel de enigen zijn die zich afvragen hoe het afgelopen is met Sookie Stackhouse en consorten.

Maar, er gloort hoop aan de digitale horizon, zo lazen wij in maar liefst drie verschillende kranten. “Heb je het gehoord, heb je het gehoord?” kwam mijn moeder afgelopen weekend met de deur in huis vallen. Mijn laptop was op dat moment al zo’n half uur zuchtend en steunend bezig de treintijden van de NS te laden, dus ik had wel even tijd voor het artikel dat ze opgewonden op mijn toetsenbord wierp. ‘Provincie helpt Achterhoek aan snel internet’ kopte Trouw. Mijn hart sloeg een paar slagen over. In 2015 slaan tien Achterhoekse gemeenten de handen in elkaar en zullen de bewoners van de buitengebieden verblijden met glasvezel. Ik heb even een traantje weg gepinkt. Blijkbaar ben ik toch niet de enige die een verhuizing overweegt vanwege het prehistorisch internet. Ons landgoed en veel meer andere boerderijen in de buitengebieden bevinden zich namelijk in de zogenaamde ‘witte vlekken’, een soort aardse zwarte gaten, waartoe de vooruitgang nog niet is doorgedrongen. Onderzoek heeft nu uitgewezen dat mensen massaal de boerderijen vaarwel zeggen, omdat ze zich digitaal in een hoekje gedrukt voelen. En dat moet natuurlijk in de kiem gesmoord worden, want voor je het weet migreren we met z’n allen naar de Randstad, om daar de bronnen op te souperen. Een soort Independence Day, met ons Achterhoekers als parasiterende aliens.

Dec8_2014_4‘Beglazing’ van het buitengebied is van levensbelang, zegt de lokale politiek en ik sluit mij bij dat standpunt volledig aan. Iedere dag dat ik er langer dan een minuut over doe om Google te laden, sterf ik van binnen tenslotte een klein beetje. En het is niet alleen stadse import zoals wij die ervoor pleiten de Achterhoek naar de tegenwoordige tijd te halen. Zelfs de doorgewinterde boeren kunnen niet meer zonder breedband. Tenslotte draaien de melkrobot en tal van andere agrarische machines op snel internet en ook de leerlingen van de dorpsschooltjes hebben tegenwoordig van Wikipedia gehoord. Als we niet uitkijken komt er straks niemand in de Achterhoek meer van de basisschool af, omdat de kinderen het vertikken de bronnen voor hun werkstukken nog langer uit de stoffige dorpsbibliotheek te halen. In 2015 wordt er daarom een Achterhoeks breedbandbedrijf opgericht, dat het platteland van haar witte vlekken moet bevrijden. Ik kan het bijna niet geloven: moderne tijden op het platteland!

Voorwaarde voor deze opwelling van progressie is echter wel dat, per gemeente, 50% van de woningen in het buitengebied zich wil laten voorzien van glasvezel. Dat betekent dus dat minstens 20.000 huishoudens in onze gemeente zich moeten willen laven aan de geneugten van het breedband. Binnenkort begint de gemeente met inventariseren wie er allemaal interesse heeft. Hierbij bied ik mij aan als Ambassadeur voor het Snel Achterhoeks Internet. Ik denk dat ik een actiegroep begin om iedereen in de buurt te mobiliseren. Als het moet, ga ik zelf alvast aan het scheppen in mijn tuin om ruimte te maken voor de bekabeling. Voor het faciliteren van de vooruitgang is werkelijk geen brug mij te ver. Nadenken over mijn goede voornemens voor 2015 hoeft niet meer, mijn doel voor komend jaar lijkt me duidelijk: de Achterhoek de 21e eeuw in helpen.

Ik heb al eens eerder een internetmonteur bedreigd met eenzame opsluiting in ons kippenhok en ik zal niet schromen opnieuw met grof geschut te komen. Wie het Achterhoeks breedbrand een strobreed in de weg legt, krijgt met mij te maken. True Blood’s Eric Northman wordt mij tenslotte geen twee keer door de neus geboord.

Share

Allergisch geïntegreerd

Ik ben gezegend met een ijzeren maag. Maakt niet uit wat ik eet, ik heb nooit ergens last van. Melk, noten, gluten, soja, schelpdieren, ik vind het zeker niet allemaal smakelijk, maar ze hoeven in het ziekenhuis in ieder geval mijn maag niet leeg te pompen als ik een keer per ongeluk een mossel naar binnen werk. Nog niet zo lang geleden was ik dan ook zo arrogant om te denken dat al die mensen die tegenwoordig beweren voor van alles en nog wat een allergie te hebben, gewoon een stelletje zeurderige voedselmietjes zijn. Je kunt heden ten dage met goed fatsoen de deur niet meer open doen met Sint Maarten, als je niet hebt gezorgd voor hypoallergeen snoep. Iedereen heeft namelijk wel een kind dat ergens pulserende bulten van krijgt. Modernistisch gelul, was mijn ongezouten mening, terwijl ik Terrorist nr. 1 dagelijks twee dikke boterhammen vol gluten en kaas voorzette. Totdat Terrorist nr. 2 ten tonele verscheen, het meest allergische kind ter wereld. Dat krijg je ervan als je zo hoog van de toren blaast, niet God, maar de gluten straffen meteen.

Inmiddels behoren manlief en ik dus tot de vereniging van vervelende zanik-ouders, die een paniekaanval krijgen als iemand met een koekje aanstalten maakt bij onze dochter in de buurt te komen. We staan al klaar met het vlugzout als tijdens een visite blijkt dat de gastvrouw een pak melk in de koelkast heeft staan. Want stel je voor dat Terrorist nr. 2 het ruikt en er spontaan een eczeem-aanval van krijgt. De aardbeien in de moestuin zijn afgezet met schrikdraad met hoog voltage. Liever een elektrische schok, dan dagenlang een peuter vol jeukende korsten. Kosten-baten analyse. Ja, wij hebben een allergisch kind. Het duurde even voor we door hadden dat onze dochter in principe niet melaats was, maar dat die afbladderende huid veroorzaakt werd door een heftige koemelkallergie. Dat er keiharde, groene, met bloed dooraderde stenen in haar luiers zaten, omdat haar darmen langzaam werden opgevreten door de gluten in de boterhammetjes die we haar gaven. Ze mag dan uiterlijk wel erg op mij lijken, maar het was misschien beter geweest als ik voornamelijk mijn intern genetisch profiel had doorgegeven.

Allergischge-C3-AFntegreerd_2En dus zijn wij tegenwoordig koemelk, gluten,- en sojavrij. Dat betekent dat onze kinderen inmiddels al zo’n anderhalf jaar leven op rijstwafels en komkommer. Het smakenpalet is wat eenzijdig te noemen, maar er zit weinig anders op. Met één allergie valt namelijk nog wel te leven, maar als je gewoon óveral allergisch voor bent, blijkt gevarieerd eten best een ingewikkelde opgave. Vooral ook omdat ik nogal gecharmeerd ben van rijke spijzen, aangemaakt met veel room, en smeuïg makende gluten. Maar, omdat het belang van je kroost nou eenmaal voor je eigen behoefte aan melkvet en allerhande tarwesoorten gaat, lepel ik tegenwoordig dapper zuurkoolstamppot met kokosmelk naar binnen. Of een bordje boekweitspaghetti met groentensaus. Terrorist nr. 1 neemt mopperend een trommeltje zelfgebakken brood van rijstmeel mee naar school en vlucht af en toe stiekem naar oma om daar een authentiek Verkade biscuitje te eten. Vervolgens is hij nog drie dagen high van alle gluten. Je kunt dus wel zeggen dat wij inmiddels een allergisch geïntegreerd gezin zijn.

Wij waren dan ook verheugd laatst in de krant te lezen dat vanaf half december restaurants in Nederland verplicht zijn te vermelden welke allergenen er in hun gerechten zitten. Uit eten gaan met een allergisch kind is namelijk alsof je een iemand met diabetes meeneemt naar de snoepwinkel: niet handig. Niet alleen moet Terrorist nr. 2 het doen met een zielig bakje van thuis meegebrachte prak die in het restaurant moet worden opgewarmd, daarnaast moet ze ook nog toezien hoe de rest van haar familie zich tegoed doet aan de heerlijkste dingen, waar zij alleen maar van kan dromen. Terwijl Terrorist. nr 1 gretig zijn tanden zet in een dikke kaaspannenkoek en manlief een immens bord pasta met roomsaus naar binnen werkt, probeer ik onze dochter ervan te overtuigen dat zij straks in ieder geval de enige binnen het gezin is die niet vroegtijdig komt te overlijden aan hart en vaatziekten. Maar dat is natuurlijk een schrale troost als je de hele avond op een stengel selderij moet knagen, terwijl naast je de kaaskorsten in de mondhoeken van je broer staan.

Het horecapersoneel is niet onverdeeld blij met de nieuwe eisen. En terecht. Koken voor allergische mensen is hels. Stel je voor dat je kok bent en je restaurant de hele avond vol zit met mensen die van al jouw heerlijkheden spontaan een anafylactische shock krijgen. Dan sta je voortaan echt niet relaxed meer souflé’s te flamberen. Ik vind het zelf al irritant dat ik tegenwoordig geen lekkere meergranenbol met oude kaas meer kan eten, zonder dat ik mijn dochter in quarantaine in de bijkeuken moet zetten en na mijn lunch eerst het huis drie keer minutieus moet stofzuigen voordat ik haar weer binnen laat. Laat staan dat je na ieder gerecht dat je hebt klaargemaakt eerst je werkplek moet laten ontsmetten door de gemeente reinigingsdienst, zodat je zeker weet dat je de volgende gasten van een steriele maaltijd kan voorzien. Dat wordt dan met recht lang tafelen.

Toch hoop ik dat de restauranthouders en chefs over hun gastronomische hart willen strijken en voortaan de allergische gemeenschap tegemoet willen komen. Als ik dan mijn dochter een keer een lekker bordje patat wil gunnen tijdens een avondje uit, weet ik tenminste zeker dat er niet stiekem eerst bitterballen in het frituurvet zijn gebakken. Want als ik vervolgens de hele nacht met een huilend kind zit dat niet kan slapen van de buikpijn, kook ik liever thuis een pannetje glutenvrije pasta. Een goede spaghetti carbonara is me veel waard, maar ik heb mijn nachtrust (en vooruit, de gezondheid van mijn kind ook) toch net iets hoger in het vaandel staan. Als ik nou beloof voortaan royaal te zijn met de fooien, misschien dat mijn allergenengezeur dan iets minder knaagt aan het culinair gemoed?

Hoe kan het toch dat steeds meer mensen tegenwoordig nergens meer tegen kunnen? Is dit het beginnende einde van de mensheid? Ik zie in ieder geval niet in hoe we het als soort gaan overleven als we straks allemáál alleen nog maar maïscrackers en amandelmelk kunnen verdragen. Ikzelf zou er in ieder geval terplekke aan overlijden. Al was het alleen maar van pure ellende. Ik bied hierbij mijn welgemeende excuses aan aan iedereen die te kampen heeft met voedselallergieën. Mijn arrogantie is inmiddels keihard afgestraft. Maar misschien is het juist een vorm van menselijke ontwikkeling, is mijn soort ten dode opgeschreven en heeft mijn dochter de toekomst. Moeten we plaatsmaken voor een nieuwe generatie lichamelijk hoog-efficiënte mensen, die rijstwafels omzetten in energie. Inmiddels eet ik mijn volkoren boterhammen en stukjes brie alleen nog helemaal achter in de tuin en daarna haal ik de stofzuiger over het gras. Want als de evolutie mij heeft ingehaald, kan ik mijn lot tenslotte maar beter accepteren.

Share

1 2 3